Vissen met de voerkorf:
Bij het vissen op barbeel kan je het best aan de slag met een medium of
heavy feeder hengel met een goede werpmolen en dito slip.
Op de maas, mijn thuiswater, gebruik ik meestal een medium omdat er hier
niet enorm ver uit de oever gevist hoeft te worden.
En bij normale waterstanden is het hiermee goed te doen om korven van 30
tot 70 gram op de visplek te houden.
Als hengeltop gebruik ik meestal een 4
of 5 ounce feedertip.
Als lijn gebruik ik altijd nylon 20/00 en een onderlijn van 18/00.
Ik vis altijd met een van de eenvoudigste montages uit het hoofdstuk
feedervissen/lijnmontages.
Welke je gebruikt maakt weinig verschil, maar eenvoudig is nog altijd
het meest courant.
Alleen de lijndikte en zeker de haak willen nog wel eens verschillen.
Het courants gebruik ik als haak de Gamakatsu L2230 als ik met maden en
casters vis.
De Gamakatsu L3310g gebruik ik dan weer voor lunchmeat, kaas of maïs.
De hengel steun ik af met de feedertip
vrij hoog in de lucht. Dit om zo weinig mogelijk last te hebben van de
stroomdruk.
Ook let ik er op dat ik aan beide zijden van de visstek wat ruimte heb
om de vis gemakkelijk te drillen en te landen. Dus geen bomen of
struiken in de directe omgeving.
De samenstelling van het voer heeft
ook minder belang als je alleen vist en niet in wedstrijd.
Toch hou ik rekening met enkele vaste regels.
Het grondvoer moet de juiste
vochtigheidsgraad hebben. Het moet zich binnen de twee minuten langzaam
uit de gaaskorf verspreiden.
Ik gebruik ook nooit voer met een heftige geur.
Daarentegen moet het voer altijd vers en goed verzorgt zijn.
Maden bv mogen niet meer naar ammoniak ruiken. Die laat ik daarom vooraf
in wat paneermeel rond kruipen. Ze moeten ook gezeefd zijn en de dode
maden moeten verwijderd worden.
Ik gebruik in mijn grondvoer altijd een kwart liter maden en evenveel
casters. De drijvende casters worden ook hier weer vooraf verwijderd.
Verder bevat mijn voer ook een halve liter gekiemde hennep.
Daarnaast heb ik dezelfde hennep, caster en maden bij om in een gesloten voerkorf aan te bieden.
Helaas zijn hierdoor ook andere
vissoorten in je aas geïnteresseerd en vis je niet echt selectief. Je
vangt dan ook vaak meer oersterke rivierbrasem dan barbeel.
Maar voor mij geeft dat meestal niet.
Selectiever vis je als je lunchmeat of kaas aan je haak bevestigt. De
kans op barbeel is dan veel groter.
Je kan in de hoofdstroom vissen, maar
mijn ervaring is dat je dan minder resultaat boekt. Beter is een plaats
in de uitloop van de hoofdstroom.
Uw voer blijft hier beter liggen en je kan hier een deftige voerplaats
opbouwen.
Laat de voerkorf daarom het eerste uur ook niet te lang liggen maar
ververs deze om de 3/5 minuten.
Ik maak ook vaak in het begin gebruik van grotere voerkorven en stap na
een ongeveer een half uurtje over op een kleiner model.
Met een grote voerkorf bedoel ik 8 cm op 5 dik.
Vissen met stabiel liggend lood:
In wezen blijft de montage dezelfde
als bij het feedervissen, alleen gebruik ik nu lood in plaats van een
voerkorf.
Afhankelijk van de stroming en de diepte bepaal ik het loodgewicht. Dit
varieert tussen de 30 en 100 gram.
In alle geval moet het lood stabiel op de bodem liggen maar toch niet te
zwaar zijn.
In veel gevallen voer ik hierbij uit de hand of maak ik een voerplek aan
met de feeder waarna ik overstap op vast lood.
Bij deze manier van vissen verplaats ik het aas ook geregeld door wat
lijn binnen te draaien.
Vissen met rollend lood:
In de Belgische ardennen en op de maas
vang je vaak ook goed met een rollende montage.
Hierbij gebruik ik geen grondvoer maar strooi geregeld wat lokvoer in de
zone waar ik vis.
De montage is ook hier weer vergelijkbaar, alleen is het loodgewicht
stukken lichter zodat de stroom de lijn kan meevoeren. Verder is het
lood ook rond van vorm.
Je kan dit systeem echter niet toepassen op een bodem met grote keien,
maar op grindbedden van fijnere structuur lukt het uitstekend.
|