Volledige of stukjes wormen als aas ????
|
Dat paling het grootste deel op hun reukzin jagen
is algemeen geweten. Maar zou het ook verschil maken als ik hiervan gebruik
maakte om op paling te vissen ?
Om dit na te gaan verwijderde ik in mijn aquarium van 5 meter lengte alle andere
vissen en plaatste er één enkele paling in van een goede duim dik.
Om er zeker van te zijn dat die ook hongerig zou zijn liet ik hem eerst een 14
dagen vasten voor ik aan het eerste experiment begon. De vis had zich
gedeeltelijk ingegraven in de zandbodem tussen enkele rotsen in op ongeveer 3/4
van het aquarium. Je zag hem verder bijna nooit rondzwemmen als de lichten aan
waren en alleen wanneer deze uit waren en de lichten in de eetplaats waar het
aquarium staat, aan waren, waardoor er in het aquarium als het ware een schemering
ontstond, zag je na een tijdje beweging en zwom de paling soms rond.
Of hij dat ook in het volledig duister deed kon ik door het duister niet
constateren maar ik vermoed van wel omdat ingeworpen eten de volgende morgen wel
weg was.
Dus allereerst probeerde ik het met enkele kleinere wormen aan de andere kant
van het aquarium dus op zo'n 3 meter van de paling. Hierop kwam geen
onmiddellijke reactie en pas de volgende dag bleken de 2 wormen verdwenen. Een
tweede maal lagen die er de volgende morgen zelfs nog.
Enkele dagen later sneed ik twee wormen in stukjes en liet deze nu ook weer aan
de andere kant in het aquarium zakken. Tijdens het afzakken verspreide zich
reeds een melkachtig laagje rond de wormen wat mij goede hoop gaf.
Tien minuten gingen voorbij zonder dat er ook maar enige beweging in de paling
kwam. Ik verkeerde al in de veronderstelling dat ook dit op niets zou uitdraaien
maar toen kwam er beweging in de paling en zwom hij gericht naar de plaats waar
de stukjes wormen lagen. Aangekomen schrokte hij de stukjes worm in geen tijd
naar binnen. Door de snelheid waarmee dat gebeurde kan ik mij goed voorstellen
waarom paling meestal diep gehaakt wordt.
Daarna bleef hij nog een tijd op dezelfde plaats heen en weer zwemmen, soms met
zijn kop in de grond woelend. Blijkbaar nog steeds op zoek naar iets eetbaar.
Op een volledige worm die ik nu op dezelfde plaats in het water deponeerde
reageerde de vis door er nog tijdens het afzakken naar toe te zwemmen en deze
vervolgens in een oogwenk naar binnen te werken. Op een stukje worm dat ik
daarna buiten het zicht van de paling dropte reageerde de vis ook meteen daarna
door in die richting op zoek te gaan. Ook dit stukje wist hij in korte tijd te
vinden.
Dit bevestigde dus dat paling op aas die reuk en smaak af geeft veel vlugger
reageert dan op aas die dat veel minder doet.
Ik herhaalde het experiment niet omdat ik weet dat er zeker op voederen in een
aquarium vrij vlug gewenning optreed.
De vraag was nu of dit ook van toepassing zou zijn bij het effectief vissen.
Om dit uit te zoeken bevestigde ik de volgende 2 vissessie één hengel met
regenwormen en een andere met stukken regenworm. Beiden met dezelfde montage.
En wat blijkt, Het gros van de aanbeten kwam overduidelijk op de stukjes
regenworm.
Later bleek dit ook het geval met aasvissen. Doorgaans viste ik vroeger met hele
aasvisjes en dan nog liefst levende (in Nederland niet meer toegestaan).
Ik had daarbij reeds ondervonden dat ik soms meer aanbeten kreeg met een
gekneusd dood aasvisje maar dat werkte vaak maar tijdelijk en moest regelmatig
vernieuwd worden.
Nu experimenteerde ik met in twee gesneden aasvisjes en meestal kerfde ik die ook
nog zijdelings in met een mes.
Uit de vangsten bleek dat de paling duidelijk een voorkeur toonde voor een halve
aasvis en dan nog specifiek voor het staartgedeelte.
Samenvatting: |
- Paling heeft duidelijk een
voorkeur voor een haak beaast met stukjes wormen in plaats van
volledige wormen.
- In verhouding vang ik meer
palingen aan stukjes wormen dan om het even welk ander aas.
- Een halve ingekerfde aasvis en
dan specifiek het staartgedeelte heeft duidelijk de voorkeur boven
een levend of dood aasvisje.
- Alleen wanneer ik op extra grote
paling vis of ook een redelijke kans maak om ook een behoorlijke
snoek te vangen verkies ik nog altijd een levende of een volledige
maar wel ingekerfde dode aasvis.
|
Addendum:
Na dit experiment ging ik ook testen of voeren enig verschil maakte, maar dat
is dan weer voor een volgend artikel. |
Zeker het proberen waard. |