|
Vissen op zeebaars
Artikel
Klik op de afbeelding voor
een vergroting
|
Dobbervissen op zout water
|
Dobbervissen op zout water is een actieve
visserij. Je moet er steeds voor zorgen dat er niet een te grote bocht
in de lijn zit tussen hengeltop en dobber.
Een hengel in de steun leggen is dus uit de boze. Dus de hengel mag
zeker ook niet te zwaar zijn om continu in de hand te houden.
Best is een hengel tussen de 3 en 4 meter lang welke wel krachtig is
maar niet te zwaar. Hierop een molen in de 4000/6000 klasse.
Bezit je niet zo'n stok dan gaat een strandhengel voorzien van een 8000
molen ook nog wel. Kies in dit geval voor wat zwaardere dobbers
(50-80gr)
De dobbervisserij aan onze kust is doorgaans het effectiefst in het
voorjaar, zomer en herfst. Het begint meestal eind april met de
geep en zeebaars met daarna in mei de makrelen, finten en
horsmakrelen. Andere vissoorten zijn er natuurlijk ook mee te vangen,
maar eerder als bijvangst.
De plaatsen waar dobbervissen het meest gedaan wordt is vanaf
strekdammen, pieren en golfbrekers. Maar ook vanaf het strand kan het in
de goede periode vaak erg lucratief zijn.
Wanneer je de geepdobber montage bekijkt valt het olivette loodje op
welke zich op ca. 40cm onder de dobber bevind. Dit zorgt ervoor dat de
onderlijn iets in een hoek in het water hangt en wat speling op de
onderlijn geeft wat ervoor zorgt dat een geep het aasje iets makkelijker
naar binnen kan zuigen . Het neopreen of siliconenslangetje bij de
dobber werkt als een soort afhouder en helpt tegen het in de war
hooien.
Zorg er bij het dobbervissen trouwens altijd voor dat je de lijn afremt
voor de montage het wateroppervlak raakt. Zo gooi je zelden in de war.
Als hoofdlijn kies je voor ca. 25/00 nylon met hieraan een
voorslag geknoopt van ca. 5m 30/00 tot 50/00 gevlochten lijn. Deze
drijft en de knoop is kleiner.
Vis je zonder voorslag dan neem je lieft niet dunner dan 35/00.
De hoofdlijn even invetten met wat lijnvet zorgt ervoor dat de lijn niet
tussen de obstakels langs de kant komt vast te zitten.
De aanbeet van een geep ,herken je meteen. Meestal wordt de dobber
weggetrokken en probeert de geep zich al springend van de haak te
ontdoen.
makreel, zeebaars en horsmakreel trekken de dobber meestal onder.
Het vissen op geep, fint en makreel doe je overdag. Zeebaars kan
je de klok rond vangen.Maar dobbervissen gaat vaak nog beter in het
donker, daarbij helpt neen felle lamp net boven het water omdat dit ook
bliek en spiering aantrekt , gevolgt door de rovers natuurlijk. Bewegend
licht is echter vaker storend . In sommige havens hangen er vaak lampen
en dit zijn vaak goede stekken.
Bij het vissen in het donker is de verlichting op de dobber van groot
belang. Op korte afstand werken breekstaafjes erg goed, maar verder uit
de kant zijn ledlampjes beter. Belangrijk om weten is dat de meeste
dobbers gemaakt zijn voor breekstaafjes van 4.5mm. Ledlichtjes zijn vaak
4mm. Een stukje plakband lost dit verschil gemakkelijk op.
|
|
Bij het vissen op zeebaars kan je kiezen
uit een vaste of schuivende montage .
Kies altijd voor een hoofdlijn van ca. 20/00 gecoate gevlochten lijn.
Liefst in een opvallende kleur.
Deze drijft wat erg belangrijk is en de felle kleur helpt om de lijn
tijdens de drift goed te kunnen volgen. .
De vaste dobbermontage is de gemakkelijkste en wordt ook het meest
gebruikt. Nadeel; snel wisselen van diepte is niet mogelijk. Daarom
wordt deze montage het meest gebruikt waar het niet te diep is zopals
zoals oesterbanken of waar het water woeliger is zoals rond blokken en
golfbrekers.
Bij dieper water kies je beter voor een schuifdobber waardoor je
verschillende waterlagen gemakkelijker kan afzoeken.
Meestal begin je standaard vlak boven de bodem maar zie je oppervlakte
activiteit dan vis je beter iets hoger.
De schuivende montage lijkt iets ingewikkelder maar al de extratjes zijn
belangrijk en hebben hun functie.
Met het draad stuitje regel je de diepte en het kraaltje er onder belet
het om in de dobber vast te komen zitten.
Onder de dobber komt weer een kraaltje en een rubber stopper.
Schuif deze laatste iets hoger dan de
fluocarbon onderlijn lang is. Zo vermijd je dat bij tegenwind de haak
boven de dobber in de lijn haakt wat vaker gebeurt dan je zou denken.
Het derde stuitje en kraaltje zorgt ervoor dat het schuiflood gefixeerd
blijft op de wartel.
Als aas vind ik zagers het best voor het dobbervissen. Je gooit ze
zelden van de haak en ze bewegen goed .
Daarbij is een cirkelhaak het best. Belangrijk hierbij is dat je
absoluut niet mag aanslaan. Strak draaien en onmiddellijk beginnen met
de dril is voldoende.
Bijkomend voordeel is dat de meeste vissen in de lip gehaakt worden en
je zelden last hebt van losschieters of te diep gehaakte vissen.
De haak zet je het best vast met een knotless knoop. (zie knopen))
Hopelijk met al deze tips een goede vangst !!!!
|
|
|
|