Carangue/ Jacks/Trevallys
Vismethode algemeen voor de soort
|
Horsmakrelen (Carangidae) zijn
een
familie
van snelle roofvissen uit de orde van
baarsachtigen
die voorkomen in de
Atlantische,
Stille
en
Indische Oceaan.
Zij jagen op vis boven het koraalrif of in open water. Op riffen
vormen zij soms dichte scholen. Zij worden doorgaans 25-100 cm.
Er worden ongeveer 140 soorten in 31 geslachten onderscheiden.
In
de Noordzee en aan de kusten van de
Lage Landen
komt één soort, de
Atlantische horsmakreel
(Trachurus trachurus) vrij algemeen voor. Deze kleinere
soort staat apart behandelt bij inheemse vissoorten.
Horsmakrelen hebben een gestroomlijnd en plat lichaam en meestal
een zilverachtige kleur. Grotere exemplaren kunnen soms een
zwarte kleur aannemen. De rug, buik en borstvinnen zijn
langwerpig en naar achteren gebogen. De staart is fors en heeft
een V-vorm. De zijlijn is duidelijk zichtbaar en vertoont
meestal in het voorste deel een bocht naar boven.
Hun voedsel bestaat uit schaaldieren, vislarven en kleine vissen
zoals sardines
De jack is een uitstekende
sportvis en wordt onderverdeeld in Atlantische en Päcific. De laatste
zijn doorgaans
iets kleiner in grote en gewicht maar hier hebben we ook een van de
grootste, namelijk de Giant trevally.
|
Visstekken:
In de eerste plaats rond en boven riffen, rotsen en rotseilanden en doorgangen tussen riffen in.
Op en rond onderwaterbergen en plateaus. Dit zowel dicht bij de kustlijn
als verderop in zee.
Verder zijn ze soms ook geregel te vinden in lagunes en kanalen. Meestal
gaat het dan om de iets kleinere exemplaren. Ook wrakken zijn goede
stekken maar deze zijn slechts beperk te vinden.
Ze zwemmen in scholen van vissen met ongeveer dezelfde grote, maar
grotere exemplaren zijn vaak solitair. Jacks jagen vaak aan het
oppervlak. Ze drijven hierbij scholen aasvis naar het oppervlak waar
ze deze vervolgens explosief te lijf gaan. Hierbij maken ze vaak
zo'n tumult dat het van ver merkbaar is.
Wat ook het gewicht of lengte is. Het zijn stuk voor stuk harde vechters
die na gehaakt te zijn in de diepte trachten te ontkomen met felle runs.
Grote exemplaren trachten daarbij steeds te ontsnappen door in de
richting van obstakels of zeewier en kelp te zwemmen.
Vismethodes algemeen:
Trollend met natuurlijk aas: Ballyhoo, harder en inktvis, met of
zonder plastic skirt.
Trollend met kunstaas. Lures, lepels, hard en zacht rubber, pluggen,
poppers, rubberen inktvis.
Driftend vissen of op anker. Meestal jigging met pilkers of metalen
jiggen.
Werpend vanaf de kustlijn en in de branding met poppers, pluggen en
lepels.
Werpend vanaf een boot, driftend of op anker. Met pluggen, poppers
en alle vormen van metalen fel flikkerende lepels of werpgewichtjes.
Vliegvissen vanaf een boot met gebruik van lokaas wordt ook gedaan.
Bodemvissen vanaf het strand of de rotsen met levend of dood aas en een
simpele runrig bodemlijn.
Bodemvissen met garnalen als aas. Dit wordt het meest toegepast in
kreken en lagunes boven een zandbodem. Meest toegepast bij het gericht
vissen op kleinere exemplaren bij een toevallig treffen met een
school.
Trollend en driftend met levende aasvis. Als aasvis kan je gebruik maken
van zowat alle voorkomende kleinere soorten tot en met makreel.
Die kan je vissen aan een vrije lijn of met een dobber. Meestal
wordt de aasvis hierbij door de neus of de rug gehaakt. Als onderlijn
fluocarbon van 30 tot 40/00. Haak 5/0 tot 7/0 voor grotere
exemplaren. De aasvis mag hierbij gerust rond de 20 cm zijn.
Techniek
kunstaas:
Als er al een aas is dat uiterst geschikt is voor het vangen van Carangues
dan is het wel kunstaas in al zijn vormen.
Hierbij staan oppervlakte poppers en stick baits zeker op de eerste plaats en dit niet
in het minst door de spectaculaire aanbeten hierop. Maar ook alle andere
soorten snel bewegend en vaak lawaai makend kunstaas werken even goed.
Alleen grotere ervaren vissen zijn soms eerder te verleiden met levend
of natuurlijk aas.
Laat ik even wat uitgebreider ingaan op het vissen met oppervlakte
kunstaas, waarschijnlijk de meest toegepaste methode om gericht op
carangue te vissen.
De hengel neem je in verhouding tot de te verwachten vis. Voor vissen
tot 10kg voldoet zowat iedere iets zwaardere kunstaas hengel uitrusting
en dan denk ik aan een hengel van 2.4 tot 3 meter en als werpgewicht
100-200gram 4/5 Lbs. Als
lijn voldoet een trekkracht van 20 tot 30kg.
Voor grotere vissen zoals de Giant Trevally moet je toch wel rekening houden met de kracht die
een carangue kan ontwikkelen. Zelf beschik ik hiervoor over een speciale
hengel gemaakt voor het vissen op deze GT (grote snelheid) vissen.
Dit
is de
Schimano kaibutsu
deep monsters CKDMS8012 Popper spinning. Volgens de beschrijving: de hengel
voor GT's zoals trevally +50kg Lengte 2.44 - Transportlengte
157cm - 2 delig - werpgewicht tot 300gr - lijndiktes
40/60 kg of PE8
Hiermee heb je onmiddellijk een idee
over de lijndikte en het soort hengels die hiervoor gebruikt worden.
Als onderlijn wordt meestal gebruik gemaakt van zware fluocarbon met een
trekkracht van 50 tot 100 kg.
Hou ook steeds minimum 150 tot 200 meter lijn op de molen. De eerste
runs kunnen behoorlijk lang zijn, ook al vis je met een strak afgestelde
slip.
Ook de poppers mogen best behoorlijk zijn. 100gr tot 200gram en
minimum12cm tot 20cm.
Vervang de te lichte splitringen en dreggen indien nodig.
Beste splitringen zijn deze van Owner tot
150 Lbs, maten 9-10 of 11
Voor de dreggen, ook Owner in de maten 3-4 of 5/0 afhankelijk van de
grote van de plug.
Voor de staarthaak kan je ook een enkele haak gebruiken, maar dat wordt
minder gedaan.
De plug wordt aan de onderlijn bevestigt met een wartel waaraan de
slitring komt en die wordt aan de plug bevestigt. Als knoop is in het
voorbeeld een getorste knoop gebruikt maar je kan verschillende knopen
gebruiken. Meestal gebruik ik een kanjerknoop voor alles wat een oog
geeft en voor de verbinding braid hoofdlijn naar leader een midknot
knoop.
|
De pluggen / dreggen en splitringen die ik gebruik
voor Giant Trevallys
Montage voorbeeld. |
Het vissen zelf en enkele extra tips:
In de eerste plaats moet je ze vinden. Scholen prooivisjes zijn altijd
een goed uitgangspunt. Ook duikende zeevogels wijzen vaak op jagende
carangue of andere roofvissen.
Probeer met een tiental worpen en meestal weet je dan reeds of ze er
zitten. Is dat niet zo dan moet je verder zoeken.
Eenmaal een jagende school gevonden is het de kunst ze niet onmiddellijk
op te schrikken en hiermee te verjagen. Blijf minstens 20 meter van de
jagende vis af en werp indien mogelijk over de jagende vis heen en er niet
midden in. Draai daarna vrij snel binnen en laat de lure hierbij zo veel
mogelijk kabaal maken om de aandacht te trekken. Meestal krijg je
reeds in de eerste meters een strike, wat niet betekend dat je
onmiddellijk een vis aan de haak hebt. Carangue mist vaak zelf het
kunstaas
verschillende malen voor je hem echt kan haken. In 90% van de gevallen
kan je 1 op 3 strikes verzilveren.
Verschuw je om de een of andere reden de school, bijvoorbeeld omdat de
boot te dicht genaderd is, wacht dan een tiental minuten, vaak
verschijnen ze weer op een 50 meter afstand en kan je ze terug
benaderen.
Als jacks een school prooivis aan het afwerken zijn in de buurt van
rotsen of het strand dan is hun tactiek er vaak op gericht om de prooivisjes
tegen de rosten aan te pinnen of naar het strand of de zandbank op te
jagen waar ze niet meer weg kunnen.
Gebruik dit in je voordeel en werp zo kort mogelijk bij de rotsen of vis
je lure tot aan je voeten uit als je in de branding staat.
Met bijna alle kunstaas is een hoge inhaalsnelheid meestal het
effectiefst.
Vis je jigging, varieer de snelheid van op en neer bewegen en doe ook
geregeld eens een zijwaartse beweging. De haak extra beazen met een
garnaal of stukje vis kan vaak ook helpen.
Ook trollend vissen doe je best aan een behoorlijke snelheid voor een
goed resultaat.
Zie ook vistechnieken/big game
vissen: artikels: Powerjigs/Jigging & Popperen in de branding
Extra:
Bij het landen van de vis raad ik ten stelligste handschoenen aan en dit
niet alleen voor het slijm.
Ze zijn ook niet
echt lekker, dus terugzetten maar voor een volgende maal.
O ja, beste tijd is ook bet begin of het eind van een wisselend tij.
|
|
|