|
Artikels
aas - lokaas
Klik op de afbeelding voor
een vergroting
|
Voer en vistips van kampioenen-Kanaalsessie
een voer en de techniek van een Belgische
rijzende topper
|
Betreffende vissessie ging door op het Netekanaal.
Het voer zelf werd aan de waterkant klaargemaakt en de mix bestond uit:
1500 gram Masterpro mix zwart/750 gram super brasem/500 gram chapelure bruin/150 gram coco en een afgestreken eetlepel additief cream.
Alle ingrediënten, met uitzondering van het additief worden in een ruime
voerkom gemengd. De mengeling wordt daarna droog door een middelmaat zeef
gedrukt.
De gezeefde mix wordt dan voor de eerste maal bevochtigt en het additief wordt
hierna onder de samenstelling gemengd.
Daarna worden de topsets opgetuigt. Eentje met een pen van 0.8 gram
drijfvermogen om te starten en twee andere met 1 en 1.25 gram drijfvermogen
voor moesten zich zwaardere vissen aanbieden. De twee zwaardere montages laten
dan toe om de lijn meer te blokken voor brasem.
De mix wordt nog even gecontroleerd en krijgt nog een geut water tot deze
perfect verzadigt is. Deze wordt dan nogmaals door de voerzeef gedrukt.
Vervolgens worden de muggenlarven circa 500 gram met een handvol leem losgemaakt
en daarna onder het voer vermengt.
Het principe hierbij is dat wanneer er een pure voornvisserij verwacht wordt er
niet te veel leem gebruikt wordt en meer als er ook brasem kan verwacht worden.
De hoofdlijn is 10/00 platil pole pro en de onderlijn Trabucco competion pro van
6/00 en op de zwaarste dobber 8/00.
De onderlijn is 25 cm lang, zowel voor voorn als brasem.
Het bulklood wordt 45cm boven de onderlijnverbinding geplaatst.
Hier is het principe: Bij dobbers tot 1 gram, styllood in combinatie met een
paar verklikkerloodjes (2xnr11). Bij zwaardere montages een torpille als
bulklood
Als haak kiest deze kampioen steeds voor een rode kleur. Kamasan B512 vind hij
het geschiktst, fijn, sterk en lang scherp blijvend.
De voerballen worden nooit verder dan de hengeltop geplaatst.
Is het een schrale visserij, dan cupt hij alleen kleine balletjes bij met veel
aas. Gaat het vlot dan werpt hij gewoon balletjes bij met de hand.
Gestart wordt er steeds met de lichtste montage, de haak net even tegen of
boven de bodem aan.
Tijdens deze sessie en na een twintigtal voorns valt het even stil waarna er
enkele baarsjes gevangen worden. Een teken dat de voerplek stilaan leeg gevreten
is.
En ook het teken om enkele voerballen bij te plaatsen.
Waarna de voorn weer act de presens geeft.
Ondertussen wordt met regelmatige tijdstippen de voerplek enkele minuten met een
zwaardere montage afgezocht op brasem. Wat deze maal alleen op het einde van de
drie uur durende sessie resulteert in de vangst van een middelmaat brasem.
De sessie eindigt hiermee toch met enkele kilo's vis.
Een extra tip is deze: Verwacht hij met zekerheid grote brasem dan doet hij
altijd een flinke kluts dode maden in de laatste voerballen.
En dan gebruikt hij deze vaak ook aan de haak.
|
|