Casters topaas voor grote voorn. |
Casters behoren zonder twijfel tot de beste
aassoorten voor alle witvis. En zeker als je het voorzien hebt op grote
blankvoorn is dit een vaak niet te overtreffen aas. En in de wintermaanden vaak
onverslaanbaar, zeker als je ze vanuit de hand of met een cup voeren.
Een 10 meter hengel is daarbij het ideaal, al vis ik ook wel soms verder.
Een dagje castervissen is als een dieselmotor, het vraagt soms wat tijd om op
gang te komen, maar dan loopt het vaak als een trein.
Een veel gemaakte fout bij het vissen met casters is te snel beginnen vissen.
De vis moet eerst vertrouwen krijgen door regelmatig casters te voeren en de
plaats niet te besvissen.
Natuurlijk vis je in die tijd wel, maar dan op een andere plek, terwijl je de
casterstek regelmatig aanvoert.
Het belangrijkste bij het vissen met casters is immers de regelmaat van voeren.
Is er een school voorns op je casterstek gearriveerd dan blijven ze azen. Althans
zolang er met regelmaat casters naar de bodem zinken.
Het inwerpen van casters maakt ook een typisch geluid dat voorns na een tijd
herkennen.
Bij het vissen met casters speelt de wind ook een belangrijke rol.
Windstille dagen of wind in de rug zijn ideaal. Zij of tegenwind bemoeilijken
het werpen en verspreiden de casters te veel om goed te zijn.
Ook met de waterdiepte dien je rekening te houden.
Casters voer ik uitsluitend in relatief ondiep water. Zeg maar tussen de 1 en
2.5 meter.
Bij grotere dieptes verspreiden de casters zich ook te veel en vang je beduiden
minder goed.
Ook het bodemprofiel speelt een rol.
Het beste resultaat heb ik op een vlakke of licht hellende bodem.
Blankvoorn aast volgens mij niet graag op een steil aflopende talud.
Heb ik mijn stek bepaald, dan werp ik om te beginnen ongeveer 20 casters in.
Daarna met vrij korte tussenpozen steeds een 6 tal casters.
Voor een visdag van 5uur gebruik ik ongeveer 1.5liter.
De casters bestaan uit een mix van licht tot donker en zo kan ik ook het haakaas
variëren in kleur. Al maakt dit voor mezelf weinig uit, als ze maar goed zinken.
De casters plaats ik altijd in een bak met water binnen handbereik.
Zo gaat het verder verpoppen wat langzamer en kan ik blindelings wat casters
nemen om te werpen of om op de haak te plaatsen.
Voor de caster visserij gebruik ik drie verschillende montages die alle zijn
uitgerust met Drennan AS3 dobbers.
Deze hebben een langwerpig dun drijflichaam en een 1.25mm dikke holle antenne.
Blankvoorn heeft bij de aasopname met casters even wat tijd nodig, daarom negeer
ik kleine bewegingen van de dobber en zet pas de haak bij een duidelijke
aanbeet.
Op ondiep water gebruik ik dobbers met 0.3gram
drijfvermogen en op dieper water iets zwaarder van 0.4gram.
Als hoofdlijn 13/00 met een onderlijn van 08/00.
Voor de bodemvisserij maak ik gebruik van twee montages waarbij de loodzetting
een belangrijk verschil is.
Bij de eerste loodzetting heb ik 8 nummer 10 loodhagels als ketting verspreid
over de montage gezet.
Deze montage is geschikt om ook tijdens het afzinken van het aas voorn te
vangen.
Bij optie 2 plaats ik 6 nummer 10 loodjes gegroepeerd op de lijn. Hierdoor zakt
het aas veel sneller naar de bodem en de daar azende vissen.
Een veel toegepaste regel is dat 5cm van de
onderlijn op de bodem moet liggen. Zelf kies ik echter vaak voor een lengte van
15cm en onder winterse omstandigheden iet minder.
Op dagen met hoge luchtdruk gaat de voorn veelal in de bovenste waterlagen de
casters tegemoet.
Dan tracht ik met het inwerpen van een 2/3 maal 15 casters de vissen bij de
grond te krijgen.
Daar laten ze zich immers wat gemakkelijker vangen.
Lukt dat niet, dan gebruik ik mijn derde montage.
Daarvoor gebruik ik een dobber van 0.1gram. Het haakaas stel ik op half water
af.
Als loodzetting gebruik ik 6 nummer 13 loodhagels als een ketting op de lijn.
Op die manier kan de voorn het haakaas ook tijdens het afzinken pakken.
Aan alle montages gebruik ik dundradige haken
in de maat 18 tot 22. Dit aan een 8/00 fluocarbon onderlijn van 15cm.
De hengeltop zelf is uitgerust met elastiek nr 5 van preston. Hiermee kunnen ook
grote vissen nog veilig geland worden.
GRONDVOER:
Op waters waar ik naast blankvoorn ook moet rekenen op brasem, zeelt of kleine
karper, combineer ik casters met grondvoer.
Een goede combinatie is een voer met muggenlarven gemengd met leem en dan een
enkele caster op de haak.
Vaak vang je hier mee selectief de grootste voorns uit de school.
|
Klik op de afbeelding
voor een vergroting
|