Verse hennepkorrels

Voerhennep/voeren
Vers gemalen hennep is zo reeds bruikbaar in het voer. Beter is het echter als je het gemalen hennep overgiet met kokend water en laat trekken tot alles mooi afgekoeld is. Het water gebruiken we daarna ook om er het voer mee aan te maken. Hennep komt nog indringender van smaak en geur als je het roostert. We doen dit liefst in een oude pan waarin we een flinke scheut olie doen. Doe je het in de keuken, hou er dan wel rekening mee dat de geur zich in het ganse huis verspreidt, wat sommige medebewoners niet altijd op prijs stellen, mijn vrouw ook niet.
De echte hennepvisser zweert bij zijn gekiemde hennep als aas en lokaas. Toch zijn er behoorlijk wat kempzaadvissers die bij de aanvang van de vissessie een paar kleine balletjes lokvoer inwerpen, kwestie van iets vlugger op gang te komen. Op een kanaal waar regelmatig met hennep gevist wordt, is dit niet echt noodzakelijk, maar deze plaatsen komen steeds minder voor, dus...
Hoofdzaak bij het hennepvissen is echter het regelmatig "snuiven", strooien van enkele zaadjes rond de pen. Overdrijf niet in hoeveelheid, een tiental zaadjes is ruim voldoende.
Doe het wel regelmatig, zeker om de paar minuten.
Je kan gekookte hennep kopen in de hengelsportzaak, maar laten we hierover zeggen dat het bruikbaar is in noodgevallen en niets meer. Beter is het om dit zelf klaar te maken. 

Bereiden
Het bereiden van hennep doe je met verse jonge, kiemkrachtige korrels. Voor aan de haak koop je daarom de grootste, liefst eenjarige hennep die je kunt vinden. Voor het voer mogen ze kleiner zijn. Bespaar daar zeker niet op, hennep vissen is trouwens een van de goedkoopste viswijzen die er zijn.
We weken deze eerst 24 uur voor in vers water. Vervolgens koken we ze in neutraal water, liefst uit een fles. Een roestige spijker of wat ijzersulfaat in het kookwater geeft extra witte kiemen. Tijdens het koken kan ook eventueel een smaak of geurstof toegevoegd worden, maar zo gaat de specifieke geur en smaak van de hennep wel verloren. (af te raden) We koken ze tot de kiemen zichtbaar zijn. Niet alle zaden kiemen, met ruim 1/4  zit je goed. Daarna koelen we ze af onder een straal koud water. Het kookvocht bewaren we voor de aanmaak van lokaas als we dat gebruiken.

Materiaal
Een vaste strakke hengel, zonder topelastiek. Lang genoeg om op de gewenste diepte te kunnen vissen. Een slanke dobber die scherp uitgelood moet zijn en bij de minste aanbeet onderduikt. Kempvissen bij winderig weer en woelig water is daarom bijna uitgesloten. Verder een lichte lijn met een haakje 18/20 met wijde bocht. We verwachten immers alleen mooie voorns. Een korte lijnopslag vist het scherpst en is noodzakelijk om snel te reageren. Loodhagel, dus rond lood en zeker als dat gespreid staat levert vaak valse beten op. De vissen zien het lood voor een hennepzaadje aan ! Beperk je dus tot styllood of een torpille lood met een klein loodje als verkliklood.

Aan de haak zetten

twee manieren
1- Doe de hennep aan de haak door het graantje lichtjes te drukken, waarbij het iets open gaat. Zo kun je het haakje er van bovenaf indrukken. Het vraagt enige oefening om dit vlot uit te voeren.
2- Neem het zaadje tussen duim en wijsvinger, waarbij de kiem naar het haakbledje wijst. Prik de haak in het zaadje en draai deze rond zodat hij door het zaadje terugkeert.
Let er op de witte kiem niet te beschadigen.

Vistechniek
Vis actief. Bij hennepvissen starten we steeds met het aas vlak bij of juist boven de bodem. Na een tijd vissen en vangen kan het echter voorkomen dat de vissen het neerdwarrelend zaad tegemoet zwemmen en is volgen met het aas noodzakelijk en ga je verder van de bodem af vissen.
Een lichte drift is het beste. Hierbij lok je vaak de beet uit door even af te remmen of door de dobber even op te tillen of tegen de drijfrichting terug te slepen en langzaam terug te laten zakken. Kijk regelmatig het aas na om er zeker van te zijn dat de witte kiem nog aanwezig is. Een hennepzaadje zonder kiem wordt zelden genomen.
Bij de minste beet moet aangeslagen worden.