De lengte:
De lengte van de top is van belang
voor een gelijkmatige en zuivere actie.
Is de top te kort dan zie je bij belasting een duidelijke overgang waar de top
in de hengel zit.
Is de top te lang dan wordt deze instabiel en beïnvloed de werpeigenschappen.
Een goede top is meestal tussen de 55 en 75cm.
In de regel geven deze een zuivere actie en de nodige stabiliteit, ook bij
krachtige worpen.
De zwaarte:
Meestal staat de zwaarte aangegeven in "oz". 1 oz is ongeveer 28 gram.
Dit geeft het gewicht aan dat noodzakelijk is om de top 90 graden te laten
buigen.
Dus niet het werpgewicht.
Met een topje van 28gram kan je beslist een zwaardere korf werpen. Zoals een 40
gram gevulde korf over korte en middellange afstanden.
Voor grotere afstanden is het raadzaam voor een zwaardere top te kiezen.
Het heeft de mogelijkheid om iets meer kracht achter de worp te plaatsen en het
werpen gaat iets gemakkelijker en preciezer.
Op grotere afstanden schaadt een wat hardere top de aanbeten niet. In de regel
zijn de aanbeten op grote afstand ook minder aan de schuwe kant en geen kleine
tikjes.
In principe neem je de top zo zacht als mogelijk en zo hard als noodzakelijk.
Zachte glastop:
Het minst stijve materiaal voor feedertopjes is zonder twijfel glasvezel.
Wanneer je een glasvezeltop 90° krom trekt, dan zie je dat 3/4 van de lengte
behoorlijk buigt, meestal tot waar de top in de hengel steekt.
Door de hierdoor langzaam toenemende weerstand bij een aanbeet is deze top
ideaal voor voorzichtig aanbijtende vissen.
Door de grote dempende eigenschappen is deze top ook geschikt voor het drillen
van grote, sterke vissen.
Een nadeel, de soepele top kan gemakkelijker bewegen bij wind en zorgen voor
spookaanbeten.
De vis/werpafstand is bij glasvezeltoppen ongeveer max 50 meter.
Carbontop:
Een top die het meest geschikt is voor grotere afstanden en riviervissen.
Hij blijft strakker en stabieler tijdens de worp dan glasvezel en komt zelfs
tijdens de worp in zijn uitgangspositie terug.
Ze zijn meestal te verkrijgen vanaf 1oz. In extreme situaties kan je zelfs tot
5oz gaan.
Onder de carbontoppen onderscheid je nog twee modellen qua actie.
Het ene model kenmerkt zich door een buiging in het eerste derde deel van de
top.
Deze is het meest geschikt voor verre worpen en wordt meestal gebruikt op meren.
Het andere model is dan weer meer geschikt voor de rivier. Hier stopt de buiging
ongeveer halverwege.
Holcarbontop:
Deze toppen zijn relatief nieuw en combineren de positieve eigenschappen van
carbon en glasvezel.
Tijdens de worp is hij zo strak als carbon en bij de beetregistratie zo gevoelig
als glasvezel. Holle toppen zijn bij belasting tot ongeveer in de midden
flexibel, zeg maar de eerste 30cm.
Dat zorgt voor een uitstekende beetherkenning.
Ook bij zijwind heeft hij zijn voordeel. De wind zorgt vaak voor een bocht in de
lijn. Als je dan met een volcarbon top de lijn op spanning wil brengen verplaats
je vaak de korf. De holle top kan je daarentegen wel in een lichte curve trekken
zonder dat de voerkorf beweegt.
Spliced toppen:
Een vrij nieuwe soort.
Deze feedertop bestaat uit een mix van massief carbon en hol carbon.
Het bovenste deel van de top, circa 60% is vol, terwijl het resterend deel uit
hol carbon bestaat.
Op deze top zijn kleine geleideogen aangebracht die de top extreem stabiel
maken.
Ook de lichtste aanbeten zijn met deze top te zien.
www.matthias-weigang.de |