|
Vistechnieken
- Kunstaas - Artikel
Klik op de afbeelding voor
een vergroting
|
Vissen met een lepel op zalm
|
Voor zalm moet de lepel zich langzaam
en langs de bodem voortbewegen. Om dat te bereiken werp je steeds schuin
stroomopwaarts. Op diepere delen laat je de lepel dan eerst afzinken.
Vervolgens hou je de hengel schuin omhoog. Zodanig dat er een rechte hoek
ontstaat tussen de lijn en de hengel. Zo kan je duidelijk voelen hoe de lepel
zich gedraagt. Een regelmatige tik maakt duidelijk dat de lepel met tussenpozen
de grond raakt. De bijna ideale manier. Er wordt alleen lijn binnengedraaid
wanneer de weerstand minder wordt. Komt je lepel in het dieper en sneller
stromend middengedeelte van de rivier dan is het simpelweg omhoog houden van de
hengel niet meer voldoende. Doe je niets dan gaat de lepel onder invloed van de
stroom stijgen. Terwijl je de hengeltop in het oog houdt draai je nu langzaam de
molen achterwaarts waardoor je lijn geeft. Door dit verlengen bereik je dat de
lepel in de buurt van de bodem blijft. Komt de lepel nu weer in de omgeving van
het ondiepte of de oever dan neemt de druk terug af. Je draait nu
langzaam binnen.
Iedere worp maakt je lepel zo een grote bocht over de rivier. Bij iedere
volgende worp doe je een stap voorwaarts waardoor je systematisch een rivierdeel
afvis. Vis je op een bepaalde stek in een pool, dan herhaal je de worp gewoon
en vis je op ongeveer dezelfde plaats.
Tijdens het vissen kan je de hengeltop nu en dan laten zakken en iets hoger of
lager houden om wat variatie aan te brengen tijdens het binnenvissen.
|
|
|