Home   Email  

 

 

 

 

Vistechnieken - Kunstaas - Artikel
Klik op de afbeelding voor een vergroting  
 

Klik hier om terug te keren naar artikels index kunstaas

 
Verticaal vissen met kunstaas  

Wie wil verticalen heeft in de eerste plaats een boot nodig. Elke boot kan hiervoor dienst doen, mits hij de mogelijkheid biedt zich langzaam en gecontroleerd voort te bewegen of je moet op anker vissen op een plaats waarvan je zeker weet dat de vissen er aanwezig zijn. Maar in de meeste gevallen is het echter zoeken.
Wie beschikt over een traploos bedienbare elektromotor is daarbij in het voordeel.

Verticalen betekent  letterlijk recht onder de boot vissen alhoewel hierbij je lijn geregeld door de drift of stroming ook ietwat schuin naar beneden zal lopen.
Het verticaalvissen wordt in de regel het meest toegepast op momenten dat de vis geconcentreerd op een plaats te vinden is.
Met name in de winterperiode gaat de vis vaak op bepaalde plaatsen en dieptes samenscholen en dan kan het lonen om een bepaalde plaats intensief te bevissen.
Een andere manier is dan weer diagonalen. Een techniek waarbij het shadje met een behoorlijke vaart enkele meters achter de boot sleept. Beide technieken komen hier aan bod.

Maar je moet natuurlijk eerst de standplaats van snoek of baars weten te vinden !
Hiervoor moet je zelf het water uitstekend kennen of beschikken over een goede dieptemeter. Deze is bij het vertikalen trouwens bijna onmisbaar.
We gaan dus op zoek naar die plaatsen.
Eerst kijk ik daarbij naar de windrichting omdat ik meestal tegen de wind backtrol (achteruit vaar op de elektromotor). Op die manier gaat het iets trager en is het beter controleerbaar.
Maar het kan ook zijn omdat ik mij laat driften op de wind.
In de eerste plaats zoek je daarbij naar verschillen in het bodemprofiel.
Dat kan een diepe kuil zijn, maar grotendeels zijn dit taluds van ondiep naar dieper water.
Op een nieuw water vaar ik daarbij in zigzag waarbij ik een inzicht krijg over de diepte en waar de talud ligt.
Eenmaal zover kan je een talud blijven volgen aan de hand van de dieptemeter. Dit op de diepte waarvan je weet dat de vis zich op deze diepte ophoud. Wat je vaak ook kan zien op de dieptemeter.
Met name op kanalen, rivieren en sommige meren waar het bodemprofiel weinig verloopt kan dit heel efficiënt zijn.
Is de afstand tussen diep en ondiep behoorlijk lang dan vaar ik langzaam het talud af. Het liefst van diep naar ondiep.
Nog een andere manier is het driftend vissen waarbij je de boot laat meenemen door de wind. Af en toe wat bijsturen kan echter noodzakelijk zijn. Ook mag het daarbij niet te snel gaan.

Hengel 
Bij vertikaalvissen vis je op gevoel. De hengel moet dus supergevoelig zijn om ook de kleinste aanbeet te kunnen waarnemen.
Hengels met een (semi) topactie zijn gevoeliger als hengels met een parabolische actie op voorwaarde dat ze worden gevist met het juiste kunstaas gewicht.
Ook de meest gevoelige hengel wordt ongevoelig met een te zwaar gewicht.
Bij het vertikalen is dit de loodkop.
Daarom is het zo belangrijk de top af te stemmen op het loodgewicht waar je meestal mee vist. 10 tot 17 gram is prima met dezelfde hengel te vissen, maar 10 tot 28 gram bijvoorbeeld niet. Tenminste niet zonder dat dit ten koste gaat van de gevoeligheid! In het geval van de 28 gram zal de hengel overbelast zijn en het gevoel voor een deel verliezen. De top is dus, zeker bij vertikaalhengels, cruciaal.
Het komt als het om gevoeligheid gaat dus vrij nauw. Niet te licht en niet te zwaar.
Het prettig kunnen vissen met een bepaald gewicht wordt hier dus het grootste gedeelte bepaald door de top.
De hengel zelf mag dus relatief stug zijn met een (semi) topactie. 
Wat als voordeel heeft dat de haak goed gezet kan worden. Vooral bij lichte vertikaalhengels (met een niet te stugge top dus) is dit belangrijk. De zwaardere vertikaalhengels (geschikt voor zwaardere loodkoppen) hebben van zichzelf al genoeg kracht om de haak goed te kunnen zetten. Door het stuggere achterdeel komt ook de aanbeet maximaal door.

Meestal gebruik ik twee hengels, een strak stokje met semi topactie voor het courante diagonalen en het vissen met loodkoppen tot 18 gram.
En een iets zwaardere hengel met wat meer parabolische actie en een stuggere top voor zwaardere loodkoppen.
Voor het ultra licht vissen op  baars gebruik ik dan weer een strak stokje maar met een super gevoelige topje, dit met vrij lichte loodkoppen van 3 tot 10 gram.
Lengte tussen de 1.8 en 2.1 meter


Strak met semi topactie

Molen - draad  
Als molen gebruik ik liefst een werpmolen met op de spoel gevlochten lijn met een diameter van 08/00 tot 12/00. Hoe dunner, hoe beter de controle over het kunstaas.
Er zijn er die een reel verkiezen, maar dat is dan een eigen voorkeur en maakt geen verschil aan het vissen.
Meestal gebruik ik ook een onderlijn van 1 tot 1.5m in fluocarbon omdat ik hiermee gewoon meer aanbeten krijg.

Het loodgewicht 
Bij het verticaal vissen lopen de lijn en het kunstaas bijna in rechte lijn naar de bodem. Daarvoor zorgt het gewicht van de jigkop. Om het kunstaas optimaal in balans te houden, moet de jigkop over voldoende massa beschikken. Bij te weinig lood staat de lijn vaak niet vertikaal genoeg door de stroming. Teveel lood heeft dan weer minder gevoel met het kunstaas. Bij waterdiepten tot 10 meter en bij geringe drift en stroming is 14 gram ideaal. Bij dezelfde diepte en harde stroming is dat 17 gram. Is het dieper of staat er echt veel drift, dan ga je naar 21 gram of meer.
Hou steeds voor ogen dat een te lichte loodkop voor deze viswijze nooit goed is.
Je moet immers bijna altijd contact met de bodem kunnen houden en deze ook voelen.
Alleen in uitzonderlijke gevallen komt het voor dat iets hoger van de bodem weg vissen meer aanbeten oplevert.
De meeste tijd echter is een loodkop die hard op de bodem valt zelfs stukken beter dan eentje die er boven glijd.
Shads
Welke shad moet je gebruiken ?
Wel , om eerlijk te zijn, ik weet het niet. Dit verschilt gewoon van dag tot dag.
Een schoepstaart of zwemmende shad komt het best tot zijn recht als er langzaam driftend diagonaal mee gevist wordt. De staart slaat van links naar rechts uit waarbij hij soms geheel om zijn as draait om dan weer terug te schommelen naar de andere kant. Vaak heeft het lichaam van de shad hierbij een langzaam waggelende actie. Al met al een hoop herrie boven de bodem van het water waardoor de snoekbaars geattendeerd wordt op de aanwezigheid van het kunstaas. Deze doet het volgens mij ook iets beter als de roofvissen los zijn of in troebel en rumoerig water.
De vorkstaart shad komt het best tot zijn recht, recht verticalend onder de boot. Door de elegante golfachtige beweging van de vorkstaart is er een uitermate dodelijke en irritante presentatie voor de snoekbaars aan te geven. De slug is een shad met een vergelijkbare actie als de vorkstaart maar is langer, ronder en soepeler waardoor zijn golfachtige bewegingen ook meer overdreven zijn.
De shads met een twisterstaart zijn waarschijnlijk de meest universele shads die er zijn. Zowel diagonalend als verticalend blijft zijn staart bewegen. Zelfs als de hengel stil in de hand wordt gehouden zal zijn staart nog enigszins bewegen. De twisterstaart heeft zo goed als geen snelheid nodig om toch zijn verleidelijke dans te maken en is daarom zeer geschikt om als shad te gebruiken in de steunhengel. Diagonalend zal ook het lichaam van deze shad gaan waggelen.
De stijve shads, zoals de Glass-shad, heeft wat ons betreft de meest realistische actie, gelijkend op een echte aasvis, die wij kunnen bedenken. Geen draaiende fratsen, geen schommelde en/of golvende staarten maar gewoon recht op en neer. De twister blijft altijd redelijk scoren. Deze wormachtige shad met twisterstaart geldt al jarenlang als betrouwbaar kunstaas.

Verder gebruik ik in de warme maanden doorgaans iets feller gekleurde shads dan in de winter.
Ook de shads met een geurtje of smaak komen steeds vaker voor en zorgen er soms voor dat een aarzelende snoekbaars toch nog aanbijt.
Aan u om het proefondervindelijk uit te proberen.

Monteren van de shad

Nu de loodkop is uitgezocht gaan we over tot het samenstellen van loodkop en shad. Als je de shad uit het zakje haalt is hij meestal een beetje verfromfraaid, het staartje zit scheef, de shad is krom, etc. Voordat we de shad aan de loodkop gaan plakken gooien wij deze eerst een minuutje in kokend water, je zult versteld staan van het resultaat. Niet alleen dat de shad prachtig in zijn oorspronkelijke vorm is terug gekomen maar ook dat hij erg flexibel is geworden.

De zo geprepareede shads kunnen we nu aan de loodkop schuiven en eventueel met een druppeltje superlijm vastzetten, dan zal na een aanbeet de shad keurig op zijn plaats blijven zitten.
Monteer de shad recht op de haak, dit om een optimale presentie te garanderen.
De shad moet mooi in balans hangen. Je kan dit best even uitproberen in het water.

Wil je met een staartdregje vissen als de snoekbaars voorzichtig aast, dan doe je dat als volgt:
Wij gebruiken hiervoor een dikke lijn b.v. 50 ponds dynema. Neem de dynema lijn, knip 20 centimeter af en knoop aan één kant hiervan een dreg. Steek vervolgens een fleurnaald van de kop door naar het achterlijf van de shad, dit ter hoogte van het denkbeeldige aarsgat van de shad. Nu het dynemadraad met dreg doorhalen totdat de dreg tegen of in de shad zit. Let er op dat de shad niet vervormt door deze actie. Nu met een paar halve steken de dynemadraad aan het oog van de loodkop vastzetten, druppeltje superlijm erop en klaar. Dit is in het begin een heel karwei maar geloof me als u er een paar heeft geplakt gaat het al snel makkelijker.
Een andere manier is om de staartdreg met een stukje knoopbaar staaldraad te monteren, maar dat doe ik alleen als ik ook snoek verwacht.
Rest ons nog de maat van de staartdreg, wij vissen meestal met een maatje 4 of maat 6 van een gerenommeerd dreggenmerk als Gamakatsu.
Op shads van minder dan 10cm gebruik ik echter nooit een staartdreg.

Viswijze
Er zijn verschillende technieken van vissen. In de winter is het vaak het beste om gewoon zo weinig mogelijk te bewegen. Een andere manier is de jig snel van de bodem te trekken, een paar seconden stil te houden. Daarna laat je het geheel weer zo langzaam mogelijk zakken tot er weer contact met de bodem is.
Of je beweegt met kleine schokjes de jig op en neer waarbij de jigkop iedere maal hard tegen de bodem tikt.
Je kan hem daarbij ook voor of achterwaarts bewegen of gewoon rondjes laten draaien.

Diagonalen is dan weer een techniek waarbij je met een behoorlijke vaart het shadje enkele meters achter de boot vist. Diagonalen is dus eigenlijk niet anders dan het verticalen met een boot in beweging. Het voordeel van deze manier van vissen is net als bij het trollen dat je meters maakt en zodoende sneller en dus meer vis tegenkomt.
Afgezien dat je dezelfde techniek kan gebruiken als hierboven, kan je het kunstaas ook gewoon laten slepen waarbij het door de snelheid zijn eigen actie krijgt.

 

Zie ook kunstaas shads


Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.