In de eerste plaats is deze montage
bedoelt voor het vissen op forel, maar iets aangepast kan ze ook dienst
doen op kopvoorn, zeeforel, geep, zeebaars, roofblei en zelfs karper. Het spreekt vanzelf dat je ze kan vissen met zowel streamers, droge
of natte vliegen, silicone imitaties en bijna alle andere
natuurlijke aassoorten.
De buldo dobber kan gedeeltelijk met
water of/en loodhageltjes gevuld worden waardoor je het gewicht naar eigen
inzicht kan aanpassen. Van hoog drijvend tot zinkend.
Ze bestaan in verschillende opzichtige kleuren, maar ook in een
doorzichtige versie. Voor het vissen op grotere afstand als in
woelig water zijn de fellere kleuren een voordeel.
Door zijn relatief hoog eigen gewicht kan je met de buldo vrij grote
afstanden werpen en je aas presenteren op plaatsen die met een
gewone montage onbereikbaar zijn. Daarbij hoef je geen vliegvisser te zijn
om met deze techniek een vlieg aan een forel te presenteren.
De buldo wordt vaak als een vrij lompe manier van vliegvissen aanzien.
Fervente buldo vissers vinden echter dat de buldo net als bij
karpervissers werkt als een soort zelfhaaksysteem. Wanneer een forel de
vlieg neemt en de weerstand van de buldo merkt, dan schrikt en
vlucht hij, waarbij hij zichzelf haakt.
De buldo montage kan gebruikt worden op forelrivieren, forel meren en
vijvers, maar ook op zee of vanaf het stand. Op de grote rivieren
wordt hij steeds vaker ingezet voor de vangt van roofblei.
De montage:
VB 1: Montage met nylon onderlijn.
We gebruiken hiervoor een nylon onderlijn met een lengte van 1.5 tot
zelfs 3 meter. De haak is daarbij het enige gewicht op de onderlijn.
Daarbij wordt de vlieg of het aas enkel en alleen door zijn eigen
gewicht en de stroomdruk onder water geduwd.
Deze lopen dan ook vrij hoog in het water waardoor je zelden vast raakt
aan obstakels.
Door de onderlijn in te vetten waardoor deze extra drijfvermogen krijgt
kan je ook gebruik maken van droge vliegen. Met een kort zijlijntje aan
de onderlijn is het hierbij zelfs mogelijk een tweede vlieg te
presenteren, al werp je hiermee wel vaker in de war.
Ook het gebruik van drijvend aas zoals een korst behoort tot de
mogelijkheden.
VB 2/3: Montage met stukje
zinkende vliegenlijn:
Het gebeurd vaker dat de vissen hun aas tegen de bodem zoeken en het
vertikken om naar een vlieg te stijgen. Dan is iets dieper vissen
beter.
Ook wormen en ander natuurlijk aas vis je bijna steeds over de bodem
binnen.
Vroeger en vaak nu nog, plaatse men hiervoor enkele loodhagels op de
onderlijn om deze te verzwaren.
Beter is het echter om gebruik te maken van een stukje zinkende of
snelzinkende vliegenlijn. Aan deze vliegenlijn knoop je vervolgens een
stuk nylon onderlijn.
De zinkende vliegenlijn zorgt ervoor dat je aas op de gewenste diepte komt.
Afhankelijk van de gebruikte hengellengte passen we de onderlijnmontage
aan. Het spreekt vanzelf dat je met een korte spinhengel geen onderlijn
langer dan je hengel kan vissen. Een spinhengel gebruik ik dan ook
alleen op relatief ondiepe rivieren.
In alle andere gevallen maak ik gebruik van een langere hengel boven de
3.5m.
Meestal is dat een parabolische Bolognese hengel.
Hiermee kan ik dan ook met wat langere nylon onderlijnen vissen 1.5 tot
zelfs 2.5 meter. De lengte van het stukje vliegenlijn pas ik hierbij aan naar de
diepte waarop ik wil vissen, maar vaak is dit bijna even lang als de
gebruikte nylon onderlijn.
De verbinding vliegenlijn/onderlijn kan je maken via een lus in de
vliegenlijn of met een naaldknoop waarmee je iets minder in de war
geraakt.
Gebruik je als onderlijn een taps toelopende leader, dan is het gebruik
van een kort stukje haakonderlijn aan te raden. Bij breuk vervang je
dan alleen het stukje haakonderlijn en wordt je onderlijn niet steeds
een stukje korter.
Extra tip:
Je kan de buldo ook met loodhagels vullen zodat hij (licht) zinkend wordt. De
buldo dient dan als werpgewicht en als een soort zwevende onderwater
dobber.
Na het inwerpen laat je de buldo dan naar de gewenste diepte zakken
waarna je hem langzaam binnen vist.
Dat kan tussen twee waters zijn of net boven de bodem.
Deze techniek wordt in hoofdzaak toegepast op diepere (berg) meren.
Als onderlijn gebruiken we hier natuurlijk alleen nylon en meestal een
ovalen buldo met centraal gat.
Deze wordt dan schuivend gemonteerd tussen twee wartels.
Bedoeling hiervan is dat de vis wat tijd krijgt om met het aas weg te
zwemmen voor hij weerstand voelt waardoor de haakkans vergroot. |