|
Artikels
algemeen
Klik op de afbeelding voor
een vergroting
|
Met de feeder op platvissen |
klik op de afbeelding voor een vergroting
PS: de feederkorf is als voorbeeld gebruikt. Vaak is een speedkorf, half of
volledig gesloten korf beter.
Houd langer het lokaas vast en vist prettiger terug. |
Hengels als poken, grote molens en lood
van meer dan 150gram, geven weinig sport op deze toch niet grote
vissoorten.
Maar het kan anders !
Al kijken de in de buurt vissende collega's vaak verwonderd als ze mijn
hengel zien optuigen. En is dit in het begin wat meelijwekkend, dat
veranderd meestal als ze gedurende de avond het resultaat opmerken.
Windstil weer met vaak nog wat zon is niet het ideaal voor platvis. Maar
juist dan geeft deze aanpak het beste effect.
Botten zijn haast overal te vinden, maar om met lichte materialen te
kunnen vissen ben je wat beperkter in je stekkeuze.
Hard stromende kanalen zoals in de Europoort mag je overslaan, net als
de diepere delen van de stranden en de nieuwe waterweg. Stuk voor stuk
goede botstekken, maar niet voor de lichte visserij.
Kies liever voor ondiepe stranden of havens. Ver hoef je vaak niet te
werpen, zeker als je weet dat botten langs het strand in vaak een halve
meter water fourageren.
De echt goede stekken voor deze visserij zijn toch wel de zoute en
brakke kanalen zoals het Schelde-Rijnkanaal of het noordzeekanaal. De
beste stekken op deze kanalen liggen vaak vlakbij de sluizen en havens.
Hier vind je vaak dieper water en een matige stroming.
Zit je aan diep water en blijven de aanbeten uit, dan kun je het altijd
wan ondieper proberen of vice versa !
Met de feeder valt en staat de vangst met het lokvoer.
Bij de keuze van het lokvoer moet je vanwege de stroming kiezen voor een
zwaar en bindend voer dat attractief is voor platvissen.
Mijn voer bestaat dan ook uit een basismix met een hoog aandeel vismeel
en algen zoals de Betain mussel mix. Uit zichzelf is dit voer te fijn
van structuur.
Daarom maak ik het zwaarder en bindend met leem of rivierklei. Hierdoor
blijft het goed over de bodem zweven en verspreid het zich minder snel.
Verder verijk ik het met gemalen pieren, zagers, garnalen en stukjes
vis. Meestal ingevroren resten van vorige sessies die ik mix.
Dit laatste doe ik de avond voordien, zo kan de geur en het vocht de
hele nacht intrekken. Pas aan het water voeg ik het overige vocht toe.
Als hengel gebruik ik
doorgaans een zwaardere feederhengel die iets zwaardere werpgewichten
aankan, maar het kan zelfs met een wincle picker als de stroming het
toelaat.
Het gewicht van de voerkorf bepaal ik aan de hand van de stroming, de
werpafstand en de diepte.
Het is belangrijk dat de korf op de bodem blijft liggen. Meestal
volstaat 50 gram, maar soms moet het ook zwaarder.
Qua montage heb je drie
mogelijkheden, net als bij het strandvissen.
Een paternoster met drie
haken, een schuivend systeem met één haak of een wapperlijn. De laatste
gebruik ik minder omdat deze vaker in de war werpt.
Deze die ik het meest gebruik is onderstaande.
De montage is een lusmontage waar bij een aanbeet de weerstand
geleidelijk toeneemt en grotendeels werkt als een zelfhaak systeem.
Ik gebruik verder een iets grotere molen als normaal voor de feeder. Dit
vanwege de vaak grotere werpafstand en de inhaalsnelheid.
Op die molen ligt 25/00 nylon of 12/00 gevlochten lijn. Daarbij gebruik
ik altijd een voorslag van 4/5 meter 30/00 nylon waar ik direct de
montage mee maak.
Het voordeel van zo'n relatief dikke montage is dat deze vrij stijf is
en nauwelijks in de war werpt.
De haaklijntjes zijn ronde de 25/00.
Ik kies verder voor een langstelige haak waar ik het aas mooi kan
opschuiven men behulp van een aasnaald. Haken in de maat 4.6 of 8
volstaan.
Verder kan je alle details zien op de hoofd tekening.
In het voorbeeld is de feederkorf als voorbeeld gebruikt. Vaak is een
speedkorf, half of volledig gesloten korf beter.
Houd langer het lokaas vast en vist prettiger terug.
Vis ik met een running rig, dan komt de voerkorf schuivend op de
hoofdlijn.
Als voorbeeld de running rig kit van Korum, simpel en erg effectief.
Een onderlijn van 70cm is vrijwel altijd goed en inkorten kan je ze
dan nog altijd.
|
|
Vis je met afhouders dan kan je
plastiekafhouders (fig1) of stalen afhouders (fig2) gebruiken. Onderaan
komt dan de voerkorf.
Dit is meestal de standaard montage voor platvissen.
Ik zelf vis graag met dunne stalen afhouders van 0.6mm en een lengte van
20/25cm.
Als haaklijntjes ongeveer 28/00 -25/00. Dit is ruim voldoende, en het
mag zelfs lichter als er weinig obstakels zijn. |
1-Plasticafhouders 2-Stalen afhouders
|
Het vissen zelf:
Na enkele testworpen bepaal ik waar ik ga vissen en plaats ik de lijn in
de lijnclip op de juiste afstand.
Vervolgens werp ik 3 tot 5 gevulde korven die ik op de visstek ledig.
Pas dan monteer ik de onderlijn en beaas de haak met een zager.
Meestal duurt het niet lang voor je activiteit opmerkt aan je hengeltop.
Soms zijn de aanbeten fel en niet te missen, maar normaal gesproken heeft platvis echter wat tijd nodig om het aas goed in
de bek te nemen, dus sla niet direct op de eerste tikjes aan, het kost
je alleen vis.
Na wat peuzelen haakt de vis zich in de meeste gevallen zelf, wat zich
uit in enkele krachtige bonken op de hengeltop.
Op dat moment zet je de haak met een rustige haal van de hengel nog eens
extra.
Het gebeurd ook geregeld dat je een flinke tik op de top ziet en daarna
niets meer. Toch kan hij dan al hangen. Draai de lijn dan langzaam
strak, zo voel je of de bot wel of niet gehaakt is.
Wacht ook niet tot je drie haken vol hebt, die krijg je met een lichte
hengel moeilijk op de kant !
Blijven de beten uit dan kan je ook nog wat actiever vissen door zo om
de vijf minuten een metertje binnen te draaien. (wat je bij botvissen
eigenlijk steeds zou moeten doen)
Of vis eens met een wat slappere lijn of juist strakker. Het aas komt
dan lager of hoger te hangen.
Botten zijn immers jagers en houden van actief aas, alhoewel stil
liggend aas ook wordt genomen valt aas in beweging meer op en vis je zo
ook een groter oppervlakte af.
En geven deze vissen met zwaar materiaal nauwelijks sport, dan is dit
met de feeder wel wat anders.
Het drillen is hiermee een stuk leuker.
In het begin zijn het vaak niet de grootste vissen, maar hoe verder in
de sessie hoe groter ze vaak worden.
Heb je een bot aan de haak, draai dan direct in met de hengel zo hoog
mogelijk. Botten zwemmen immers terug naar de bodem. Wanneer daar stenen
of obstakels liggen ben je vaak vis en montage kwijt.
Een schepnet is ook vaak geen overbodige luxe, zeker als je vanaf
blokken of een hogere posite vist. Een flinke bot til je niet
gemakkelijk aan een lichte lijn/hengel uit het water.
Een manier van platvissen die iedereen wel eens zou moeten toepassen,
maar opgepast, je raakt er vrij vlug aan verslaafd !
|
|
|