Klik hier om naar index droomvissen te gaan
 
Kapitein/Capitain       soorten 
 
Het zijn zilvergrijze zeevissen die in tropische tot subtropische wateren over de gehele wereld worden aangetroffen. Ze variëren in lengte van 20 centimeter (Polydactylus nigripinnis) tot 200 centimeter (reuzenkapiteinvis (Eleutheronema tetradactylum) en Grote kapiteinvis (Polydactylus quadrifilis).
Ze leven vaak in scholen. Het lijf van de vis is langgerekt en torpedovormig. De staartvinnen zijn groot en gevorkt, een aanwijzing dat het snelle en wendbare vissen zijn.
   
   
Capitain/Polydactylus quadrifilis/Ndiame/Giant african threadfin
Max. lengte/gewicht: 200cm/75 kg
Leefgebied/gedrag: Subtropisch, brak en zeewater.
Eastern Atlantic: Marokko tot Angola inbegrepen de Canarische eilanden.
Trekt geregeld ondiepe waters en lagunes binnen bij opgaand en afgaand getij. Hij jaagt er meestal kort bij de oever of de mangroves op kleine vis. Jaagt op schaaldieren en vissen.
Eigen vangsten: Senegal en Gambia PR 15.5 kg

Vistechniek  Giant african threadfin

Het is vaak zoeken om kapiteins te vinden. Beste plaatsen voor grote exemplaren liggen vaak dicht tegen het strand aan waar ze gedurende bepaalde periodes komen jagen. Deze plaatsen kan je niet zomaar lokaliseren en je bent hiervoor dan ook afhankelijk van plaatselijke vissers of visgidsen. Ook trekken ze vanuit zee de mangroven en lagunes binnen om daar te jagen op kleine vis en kreeftachtigen. Maar je weet bijna nooit zeker of ze dit juist die dag ook zullen doen. Vaak wordt je geduld dan ook op de proef gesteld.  Tref je het, dan zijn ze massaal aanwezig en blijven met wat geluk vaak verschillende uren.
In deze periodes kan je er meestal verschillende vangen.
Je kan vissen met alle soorten kunstaas. Geplaatst tegen de rand van de mangroven wordt dit meestal in de eerste meters na de worp genomen. Een stalen onderlijntje is hier wel een must vanwege de vaak voorkomende jagers zoals baracuda.
Toch vang je beduidend minder met kunstaas of met aas zoals kleine visjes, stukjes vis of garnalen.
Levende visjes zijn zoals meestal het best, maar vaak bijna niet aan te komen of levend te houden.
Getakelde visjes, of gewoon de haak door de neus gehaald is het beste alternatief. Daarna volgen reepjes vis en garnalen.
Als montage een gewoon schuiflood op de lijn dat moet dienen als werpgewicht en naargelang de stroming zo licht mogelijk. Verder een kraaltje, draainagel en een onderlijn met haak nr 4/6.
Een ding wil ik hier nog meegeven, en dat is de vistechniek die ik hier van Jaja, mijn visgids, leerde in Senegal  bij het vissen op of tegen de bodem met bodemlood.
Normaal stellen we onze slip zo af dat de lijn niet kan breken, maar er voldoende spanning op zit om het de vis moeilijk te maken. De manier waarop het eigenlijk zou moeten. In het verleden verspeelden we hier op die manier geregeld gehaakte kapiteins kwijt door lijnbreuk. Helmut verspeelde meer vissen dan ik omdat mijn hengels iets veerkrachtiger waren en de meeste korte rukken door de hengel opgevangen werden waardoor de lijn minder over de tanden schuurde.
Daarom schakelden we bij kapiteins over op stalen onderlijnen. Hiermee kregen we dan echter veel minder aanbeten, maar vangen deden we ze dan wel.
Reden hiervoor is dat de kapiteins over een reeks zaagtanden in de bek beschikt. Overbijten van de lijn lukt ze hiermee zelden, alleen gebruiken ze hiervoor een andere tactiek. Ze geven namelijk krachtige zijdelingse rukken met hun kop, waarbij de lijn over de tanden schuurt en daarbij gegarandeerd zorgt voor lijnbreuk.
Dus wil je veel kapiteins vangen, kies dan resoluut voor fluocorbon onderlijnen. Wel 40 tot 50/00 !! Ook bij kleine vissen. En dan stel je de slip zo af dat bij de minste ruk lijn gegeven wordt zonder dat de hengeltop beduidend uitplooit.
De dril duurt dan wel een heel stuk langer, maar je vangt wel 9 van de 10 vissen en zeker 70% meer dan met staaldraad.
 

Plexi neus capitain/
Galeoides decadactylus/plexineus
 

 

Max. lengte/gewicht: 50cm.
Leefgebied/gedrag: Brak en zeewater. Komt in hetzelfde gebied en op dezelfde plaatsen voor als zijn grotere broer. Op zandige en modderige bodem in ondiep water. Regelmatig in brakwater.
Als voedsel meestal ongewervelde.
Vismethode: Alleen als bijvangst meestal met garnalen als aas op de bodem , er wordt niet gericht op gevist.
Eigen vangsten: Senegal - Sine Saloum delta en Gambia
 

 

Links naar Video's Youtube
https://youtu.be/DPmJfajoxVU
https://youtu.be/Wur-ScUEBR8
 

 

Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.