Tandbaarzen/Groupers soort
|
De benaming tandbaars, Grouper in het
engels, of Merou in het frans is een algemene benaming voor twee grote
geslachten: Epinephelus en Mycteropcera. En soms nog voor andere
soorten die deel uitmaken van een ander geslacht.
De benaming Merou is het populairst.
Het zijn vissen met een fors lichaam en grote bek
met grote lippen. Zij kunnen vrij groot worden, waarbij een lengte van
meer dan een meter en een gewicht van meer dan 100 kilogram geen
uitzondering is.
Zij hebben niet veel tanden in hun kaken, maar beschikken over sterke
beenplaten in hun keelholte waarmee zij hun prooi kunnen fijnmalen. Met
hun krachtige kieuwspieren kunnen zij zich bij gevaar in rotsspleten
vastklampen. Jonge baarzen
beginnen als tweeslachtig en
groeien met ongeveer 1 kilo per jaar. Met 3 kilo, als zij vrouw zijn, is
de baars volwassen. Als het gewicht 10-12 kilo bedraagt, worden zij man.
Volwassen mannetjes kunnen harems van
3-15 vrouwtjes hebben in hun territorium.
Op tandbaarzen is in het verleden
intensief jacht gemaakt vanwege hun geliefde vlees en in sommige streken
waren ze dan ook een bedreigde diersoort. In deze streken is dan ook
vaak een verbod op de vangst ingesteld, zoals in delen van de
Middellandse zee.
Hun voedsel bestaat uit vis, inktvissen, krabben en kreeften. Zij liggen
vaak roerloos op een plek te wachten in plaats van te gaan jagen in het
open water, wat ze slechts occasioneel doen. Zij zuigen hun prooi naar binnen en slikken hem
in, in plaats van deze in stukken te bijten. Door hun borstvinnen in
verschillende standen te plaatsen kunnen zij roerloos in het water
blijven hangen of voorzichtig achteruit zwemmen. Bek en kieuwen vormen
een krachtig zuigorgaan waarmee zij zelfs prooien op grotere afstand
naar zich toe kunnen zuigen.
Algemeen komen ze zowat overal in alle
subtropische zeeën voor. Sommige soorten alleen in een bepaald gebied
terwijl andere soorten algemener voorkomen. In eenzelfde gebied komen
meestal ook verschillende soorten voor.
Zowel in brak als zeewater. op diepten tussen de -8 en -300 meter.
Jonge exemplaren en soms ook een enkel groter individueel exemplaar kan
je ook vinden in vaak ondiep water, mondingsgebieden en mangroven.
Meestal zijn de volwassen exemplaren echter te vinden op grotere dieptes
boven rotsen en koraal maar soms ook boven modderbodem.
Riffen, wrakken of plaatsen waar hij zicht in holen en spleten kan
verstoppen zijn hotspots.
|
 |
Giant grouper/Epinephelus Lanceolatus/ Reuzen tandbaars
Max. lengte/gewicht: 270cm en tot 400kg.
Leefgebied/gedrag:
Zee en brakwater. Tropisch. Rift geassocieerd. Op dieptes tussen de -4 en -100
meter. Ook regelmatig in ondiep water en mangroven. Een van de grootste
vissen van het koraal rif.
Op rotsige, zand en koraalbodems.
Territoriaal bij zijn hol of wrak.
Voeding: schelpdieren, vissen, kreeftachtige, weekdieren en zelfs
schilpadden en kleine haaien.
Eigen vangsten: Madagascar
2011-2012 |
 |
Itajara/Goliath grouper/Epinephelus itajara
Max. lengte/gewicht:
250cm/455 kg.
Leefgebied/gedrag:
Zee en brakwater. Subtropisch. Solitair.
Op rotsige, zand en
koraalbodems. Jonge vissen ook in mangroven en brakwaterzone.
Territoriaal bij zijn hol of wrak.
Het is bekend dat hij ook duikers als prooi ziet, hoewel hij bij deze
echt geliefd is omdat hij zo gemakkelijk te benaderen is en niet bang is
van de duikers.
Voeding:
schelpdieren, vissen, kreeftachtige, weekdieren en zelfs
schilpadden.
Op plaatsen waar je echt gericht op deze
reuze monsters kan vissen gebruiken ze zowat de zwaarste
hengeluitrustingen die te krijgen zijn tot zelfs 400LBS.
Eigen vangsten: Senegal |
  |
Malabar grouper/Epinephelus malabaricus
Max. lengte/gewicht:
234cm/150kg. Gemiddelde lengte
100cm.
Leefgebied/gedrag:
Zee, brakwater vis. Tropisch.
Een algemeen veel voorkomende vis.
Koraal en rots riffen, mangroves, lagunen en
riviermondingen. Op zandige, modderige bodem.
Op dieptes tussen 0 en -150m.
Voeding: vis, schelpdieren, weekdieren.
Eigen vangsten: Madagascar
2011-2012 |
 |
|
Camouflage grouper/ Epinephelus polyphekadion/Camouflage grouper
Max. lengte/gewicht: 90cm
Leefgebied/gedrag:
Zeewater. Subtropisch.
Op dieptes tussen de -1 en -46m. Indo-Pacific
Houd zich gewoonlijk op in koraal riffen en omgeving. Ook in lagunes.
Meest voorkomend rond eilanden en atollen. Gewoonlijk in kleine scholen.
Veranderd van kleur volgens de omgeving.
Voed zich met weekdieren en vis.
Eigen vangsten: Andaman eilanden
India |
 |
Bruine tandbaars/Dusky grouper/Epinephelus marginatus
Max. lengte/gewicht: 150cm/60kg.
Leefgebied/gedrag:
Zee en brakwater. Subtropisch.
Op dieptes tussen de -8 en -300m. Prefereert rotsige bodem. Vaak rift
geassocieerd.
Volwassen exemplaren solitair en territoriaal. Jonge exemplaren ook in
mondingsgebieden en mangroven.
Voeding: Vis, schaaldieren, inktvis. Grotere exemplaren kunnen
behoorlijk grote vissen verorberen.
Eigen vangsten: Senegal |

|
Brown marbled grouper/Epinephelus fuscoguttatus
Max. lengte/gewicht:
120cm. Gemiddelde lengte 50 cm.
Leefgebied/gedrag:
Zee, brakwater vis. Tropisch. Koraal en
rots riffen, mangroves en gebieden met helder water.
Jonge vissen ook in zeegras gebied.
Op dieptes tussen 0 en -60m.
Voeding:
vis, schelpdieren, weekdieren.
Eigen vangsten: india/Madagascar |
 |
Brownspotted grouper/Epinephelus Chlorostigma
Max. lengte/gewicht:
75cm/7 kg. Normale lengte 50cm.
Leefgebied/gedrag:
Zee en brakwater. Tropisch.
Riftbewoner die vrij standvastig is.
Diepteverspreiding -1 tot -40meter. Gewoonlijk -3 tot -20m.
Verbergt zich tussen het koraal en de rotsen.
Eigen vangsten: Madagascar
2011-2013 |

 |
Comet grouper/Epinephelus morrhua
Max. lengte/gewicht:
90cm/6.7kg.
Leefgebied/gedrag:
Tropisch. Rif bewoner. Standvastig. Diepe
zee, kust riften en lagunes. Op dieptes van -80 tot -150 meter. Voed zich hoofdzakelijk met kleine vis en schelpdieren.
Eigen vangsten: Egypte 04/2007
1.9kg |

 |
Dungat
grouper/Epinephelus goreensis
Max.
lengte/gewicht: 140cm/75 kg.
Leefgebied/gedrag: Zeevis, brakwater. Tropisch.
Gerapporteerd op verschillende habitat, rots, zand, modder.
De volwassen dieren leven in vrij diep water.
Weinig gekend over zijn biologie.
Eigen vangsten: Senegal-Gambia |
|
Longfin grouper/Epinephelus Quoyanus
Max. lengte/gewicht:
40cm.
Leefgebied/gedrag: Tropisch.
Rif geassocieerd. In kust riften en lagunes. Tot -50 meter
Een kleinere soort die meestal gevangen wordt als
bijvangst.
Eigen vangsten: Vietnam 2007 bij
het bodemvissen. |

.jpg) |
Redmouth grouper/Aethaloperca rogaa
Max. lengte/gewicht:
60cm.
Leefgebied/gedrag:
Tropisch. Rif geassocieerd. In kust riften en lagunes. Nabij grotten en
holen in het rif.
Voed zich hoofdzakelijk met kleine vis en
schelpdieren.
Eigen vangsten: Egypte 04/2007 .Madagascar
2015 |
|
 |
White blotched grouper/Epinephelus multinotatus/Rankin cod
Max. lengte/gewicht:
100cm /9kg. Gemiddelde lengte 75 cm.
Leefgebied/gedrag:
Zee, brakwater vis. Tropisch. Zowel in ondiep als dieper water. Jonge vissen ook in
kust koraal riffen.
Op dieptes tussen 0 en -100m.
Voeding: vis, schelpdieren, weekdieren.
Eigen vangsten: Madagascar |


|
Thiof/White grouper/Epinephelus aeneus/tjof
Max. lengte/gewicht: 120cm/25
kg.
Leefgebied/gedrag:
Oostelijke Atlantische oceaan en zuidelijk Middellands zeegebied.
Volwassen dieren op rotsachtige of modderige bodem. Jongere vissen in
kustlagunes en mondingen.
Voeding:
kleine vis schelp en kreeftachtige.
Echt felle vechter aan licht materiaal.
Geliefd als consumptievis.
Eigen vangsten: Senegal tot circa
2kg in de lagunes van de mangroven en in Gambia zee en mangroven. |
 |
Epinephelus longispinis/Longspine grouper
Max
lengte/gewicht: 55cm/2.7 kg.
Leefgebied/gedrag: Zee.
Rif geassocieerd. op dieptes van - 1 tot -70m. Indo-west Pacific
Meest te vinden op riffen en rotsige bodem.
Voeding: hoofdzakelijk kreeftachtige en schelpdieren, occasioneel ook
kleine vis.
Eigen vangsten: Madagascar |
 |
Plectropomus punctatus/Marbled coral grouper
Max. lengte/gewicht: 90cm/17.3
kg.
Leefgebied/gedrag:
Zee. Tot -62m diep. Indo-west Pacific
Meest te vinden op riffen en rotsige bodem.
Voeding:
hoofdzakelijk kreeftachtige en schelpdieren, occasioneel ook
kleine vis en octopus.
Eigen vangsten: Madagascar |
.jpg)
.jpg) |
Plectropomus laevis/Blacksaddled coralgrouper
Max. lengte/gewicht: 125cm/24.2kg Gemiddelde lengte
84cm.
Leefgebied/gedrag:
Rif geassocieerd.
Diepteverspreiding -4 tot-100m. Tropisch, Indo pacific.
Meestal dicht boven de bodem op koraal riffen. Ook in lagunes en op ver
in zee gelegen riffen.
Voed zich meestal met vis, maar ook kreeftachtigen en inktvis. Migreert
over korte afstanden
Eigen vangsten: Madagascar 2015
|
|
Epinephelus fasciatus/Alpino tandbaars/Alovo/blacktip grouper
Max. lengte/gewicht: 40cm/2
kg. Gemiddelde lengte 22cm.
Leefgebied/gedrag:
Rif geassocieerd.
Diepteverspreiding -4 tot-160m. De soort komt voor in de
Grote
en
Indische Oceaan.
Meest te vinden op riffen en rotsige bodem.
De kleur kan gaan van bruin tot oranje.
Voeding:
hoofdzakelijk kreeftachtige en schelpdieren, occasioneel ook
kleine vis en octopus.
Eigen vangsten: Madagascar 2013
|
.jpg) |
Plectropomus pessuliferus/ Roving coralgrouper
Max. lengte/gewicht: 120cm
Leefgebied/gedrag:
Indo pacific. Rif geasocieerd. Op dieptes van -25 tot -147m.
Kleurvariaties zijn veel voorkomend.
Eigen vangsten: Madagascar 2015
|
 |
Plectropomus areolatus / Squaretail coralgrouper / Passiefruit grouper
Max. lengte/gewicht: 80cm
Leefgebied/gedrag:
Indo pacific. Rif geasocieerd. Op dieptes van -1 tot -20m.
Eigen vangsten: India andaman
eilanden 2016
|
Vistechniek Tandbaarzen/Groupers
|
Vistechniek grotere soorten |
De hengeluitrusting is sterk afhankelijk
van de soort en de te verwachten grote van de belaagde vissen.
In alle geval betreft het hier echter hoofdzakelijk bodemvissen.
Wil je echt gericht op
reuze exemplaren vissen dan moet de uitrusting hieraan zeker aangepast
worden.
Kleinere exemplaren worden eerder gevangen als bijvangst bij het
lichtere bodemvissen.
Een hengel van minimum 40lbs en hoger.
Lijndikte 40 tot 80 LBS voor de grotere exemplaren.
Een reel of kwaliteitsmolen met minimum 200 meter draad.
Een voorslag van 0.8 tot 1.2 mm fluocarbon wanneer je met gevlochten draad vist.
Haken 6 tot 8/0 en voor groot levend aas zelfs groter afhankelijk van de
aasvis.
Het aas mag een flink stuk vis zijn. Zelf prefereer ik stukken bonito
ter grote van een hand maar het kan zowat met iedere vissoort, liefst
eentje die vettig is en flink wat reuk afgeeft. Dus geen echt wit
visvlees.
Wil je gericht op grotere exemplaren dan kan je met grotere stukken
aasvis zoals een halve of zelfs een hele bonito iets selectiever vissen.
(al is dat geen garantie). Hiermee moet je de vis iets meer tijd geven
om na een aanbeet het aas te verwerken. Enkele meter lijn geven en wat
wachten is meestal voldoende.
Wanneer je direct aanslaat trek je het aas vaak uit zijn muil ! Maar dat
moet je proefondervindelijk ervaren.
Tips: Met een halve aasvis is het beter om deze in een hoek van 45% te
versnijden.
Vis je boven obstakels, kies dan voor geankerd vissen recht onder de
boot, zo raak je minder vast.
Als je een tijdje met stukken aasvis gevist hebt kan je ook
overschakelen op levende aasvis. Vaak heeft de reuk van stukken aasvis
grotere exemplaren gelokt en hongerig gemaakt en is het nu het moment om
deze selectief te bevissen.
Het spreekt vanzelf dat je hiervoor wel steeds op dezelfde plaats moet
vissen. Bij het driftend vissen maakt bovenstaande weinig verschil.
Tip: Met levend aas geraak je minder vast aan de bodem als je na het
afzakken van de lijn en het bereiken van de bodem enkele molenslagen
terug inwint waardoor deze iets boven de bodem komt te zweven.
Montage:
Ceep it simpel: Lijn, voorslag van enkele meter en haak. Op de
voorslag knoop je een iets lichtere zijlijn met daaraan voldoende lood
zwaar genoeg om vlot de bodem te bereiken. +-100gr is meestal voldoende
maar bij felle stroming moet je zwaarder.
Het zijlijntje (circa 15cm) kan je op de voorslag verschuiven als dit
nodig mocht blijken, maar starten doe je met een afstand haak/zijlijn
van ongeveer 40cm. |

(Klik op de afbeelding voor
een vergroting)
|
Dril:
Vis steeds met de slip zo stroef mogelijk afgesteld. Hiermee bedoel ik
dat je deze zo moet instellen dat de lijn niet breekt bij de toch niet
te stoppen eerste run, maar die de vis niet de kans heeft om bij deze
eerste run tientallen meters draad te nemen zonder veel moeite te moeten
doen.
Hoewel het grote vissen met veel kracht zijn, stoppen ze bij een goed
afgestelde slip meestal reeds na een korte of iets langere run waarna er vaak nog
verschillende steeds korter wordende runs volgen.
Het is net of de vis ongelovig constateert dat hij deze maal niet zomaar
vrij kan wegzwemmen maar door iets gehinderd wordt en met afwisselende
tactieken probeert te constateren wat de reden hiervoor kan zijn.
Is de slip te slap afgesteld dan tracht
hij gegarandeerd terug naar zijn vaste standplaats, vaak een echt hol
of een opening tussen de rotsen te zwemmen. Lukt hem dat, dan ben je
hem in 90% van de gevallen kwijt. Hij zet zich er met zijn lichaam in
vast en zelfs met een 80LBS lijn lukt het je dan niet meer om hem daar
uit te trekken. Daarbij is lijnbreuk door het schuren over de rotsen
bijna onafwendbaar.
Een van de enige mogelijkheden om met een 30% kans de vis toch nog te
vangen, is in dat geval de lijn slap te laten vallen en geduldig te
wachten, vaak meer dan 1 uur, tot je terug beweging aan de lijn opmerkt,
een teken dat de vis zijn schuilplaats verlaten heeft. Dan is het zaak
terug contact te maken en absoluut geen lijn meer toe te geven, een
kwestie van buigen of barsten.
Krijg je de vis enkele meters omhoog dan stijgen je kansen aanzienlijk.
Op diep water speelt het drukverschil ook in je voordeel en hoe vlugger
en hoger de vis stijgt hoe meer problemen hij hierdoor krijgt waardoor
je hem na een tijd gewoon kan binnen pompen.
|
Vistechniek Kleinere soorten
|
Op de kleinere soorten wordt niet echt
gericht gevist en zijn deze vaak bijvangsten tijdens het lichtere
bodemvissen op bodemvissen in het algemeen. Maar enkele montages
zijn hier toch wel voor geschikt. |
1:
voorbeeld montage licht
bodemvissen:
Een schuiflood van 70-90 gram, afhankelijk van de stroming op de lijn en een of ander schuifsysteem om het lood aan te bevestigen, voor mij is
dat vaak een running boom. Daarna een wartel en de onderlijn van 1 tot
2 meter met haak.
Alle trekkracht van zowel lijn als onderlijn wordt aangepast aan de te
verwachten afmetingen van de vissen, ook de grote van de haak en
haakaas pas je hieraan aan.
Afhankelijk van de te verwachten vissoorten is de onderlijn nylon of
staal.
Meestal krijg je met een nylon onderlijn meer beet. Deze neem je dan
wat dikker (0.8 tot 1.2mm) wegens de vaak raspende
vistanden.
(Lijndikte en haak aan te passen aan te passen aan het aas en de te
verwachten vissen)
2: voorbeeld montage
van te koop zijnde montage voor kleinere tandbaars.
Hier is gebruik gemaakt van 1 meter 25lb mono lijnen 2 zijlijntjes. |
|

(Klik op de afbeelding voor
een vergroting)
|
Voorbeeldmontage gekochte tandbaarslijn |
Verkrijgbaar in lijndiktes naar keuze
60lb, 80 of 100 lb. Lood 60gr/haak 4/0 - lood 120gr/haak 5/0 - lood
180gr/haak 6/0. |
 |
|
|
|