Bermpje/barbatula barbatula
|
 |
Deze kleine (tot 15 cm), bodembewonende
modderkruiper heeft een langgerekt lijf
met een platte kop en een zijdelings afgeplat lichaam.
Het visje is geel/bruin van kleur met over het gehele lichaam donkere
vlekken.
Ook op de vinnen bevinden zich kleine donkere vlekjes.
De voorzijde van de rugvin bevindt zich voor de voorzijde van de
buikvinnen.
Een lichte zijlijn is duidelijk waarneembaar.
Op de kop van het bermpje bevinden zich zes tastdraden van ongelijke
lengte.
Vier van deze tastdraden bevinden zich op de bovenlip,
twee in de beide hoeken van de bek.
De mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes.
Max. lengte/gewicht: 21cm/200 gr.
in onze streken ongeveer 12 tot 15cm.
Leefgebied/gedrag:
Deze vis komt in bijna geheel
Europa voor, behalve
in
Scandinavië.
Het Bermpje leeft in heldere meren en kleine rivieren met zeer langzaam
tot snel stromend water.
Hij komt voor tot op 2000 meter boven de
zeespiegel.
Het is een bewoner van de forellenzone en een indicator
voor de zuiverheid van het water.
Het bermpje geeft de voorkeur aan ondiep water, vaak niet dieper dan
0.5 meter.
Plaatselijk kunnen ze vaak in grote aantallen voorkomen. Bij ons is hij
echter zeldzaam.
Het voedsel wordt al zoekend meestal in
de schemering of bij nacht met de baarddraden op de bodem gevonden,
en bestaat uit een keur van ongewervelden
(muggenlarven, pissebedden, watervlooien).
Voornamelijk in de schemering en 's
nachts jaagt het visje op deze diertjes.
Overdag liggen ze, wanneer ze niet
gestoord worden, in groepjes van 3 tot 5
doodstil in hun schuilplaats onder stenen
of in de oeverzone of bewegen zich erg traag over de bodem.
|
|
In België en Nederland een
beschermde vissoort, dus terugzetten. |
|
|
|
