Conger conger/Zeepaling/Europese conger
|

 |
Conger is een geslacht
uit de familie van
zeepalingen.
De soorten uit deze familie behoren tot de grootste
palingsoorten ter wereld, en kunnen tot 3 meter lang worden. De
bekendste vertegenwoordiger uit deze familie is onze
kongeraal
(Conger conger). Een andere bekende soort uit de familie is de
kleinere, aan de kust van Amerika voorkomende
Amerikaanse kongeraal
(Conger oceanica).
Max lengte/gewicht:
300cm/110 kg. Nederlands record 1979: 59cm 450gr. Gemiddeld 9kg
leefgebied/gedrag:
Diepteverspreiding 0-1171 m. Kleine
exemplaren komen dicht onder de kust voor. Grotere exemplaren trekken
naar dieper water, waar ze in rotspartijen en scheepswrakken schuilen.
Op
rotsachtige en zandige bodem. Langs de Nederlandse en Belgische kust
sporadisch.
Voedsel:
Het voorkeursvoedsel bestaat uit bodemvissen, kreeftachtigen
en (pijl)inktvissen. |
Vistechniek |
Meestal bevist men deze vis op en nabij
wrakken. Populaire bestemmingen voor de conger zijn Ierland en Engeland
waar men veel vissersboten kan vinden die ervaring hebben met het vissen
op deze reuze paling.
Daar kan je conger het jaar rond vangen. In erg koude winters trekken ze
soms naar grote dieptes en komen dan pas terug op de kust in mei. Grote
conger op diep water is zowel overdag als bij nacht goed te vangen.
Uitrusting:
Normaal kan je met een 20lb goed uit de voeten en hiermee kan je een
loodgewicht tot 400 gr gemakkelijk onder controle houden. Wanneer de
wind en/of de stroming loodgewichten van meer dan 500gr noodzakelijk
maken is een 30lb beter. Bij het vissen op zeer grote congers
gebruikt men zelfs een 50lb tot zelfs een 80lb hengeluitrusting. Maar
dat laatste alleen voor het doelgericht vissen op recordvissen.
Een werpmolen zal het bij congervissen niet lang vol houden, dus is een
goede reel geen overbodige luxe. Als lijn kan men kiezen tussen
gevlochten of nylon. Gebruikelijks is gevlochten met een onderstuk van
enkele meter in nylon en daarna de montage met dacron/staaldraad of
dikke nylon of fluocarbon.
De haakmaat 8/0 of 10/0. Neem de onderlijn nooit langer
dan 1.5-2 meter wegens het in de war raken tijdens het afzinken.
Aas:
Geen beter aas dan een lekkere verse
makreel. De klassieke vorm is daarbij een makreel die vanaf de kop tot
de staart doormidden gesneden is en waarvan vervolgens de graad
verwijderd is. Hierdoor beweegt het makreelaas aanlokkelijker in de
stroming. De haak wordt door de ogen of de kieuwen van de makreel
aangebracht. Levert makreel niets op, dan kan je nog proberen met
inktvis of een andere vissoort.
De beet/dril:
Wanneer een conger je aas neemt, sla dan niet te snel aan. Grote
exemplaren nemen het aas soms voorzichtig. Wacht net zolang tot je de conger flink voelt trekken en geef daarbij desnoods nog even wat lijn
bij. Vanaf het moment echter waarop je de haak zet, is het zaak om zo
snel mogelijk de conger van de bodem weg te trekken. Geef nooit geen
lijn meer toe, want dan zal de vis in no time zijn hol weer opzoeken en
zich er muurvast in vastklemmen. De kans dat je die vis dan nog los
krijgt is onbestaand. Wees daarna ook nog voorzichtig bij het in de
boot brengen. Een conger van meer dan 1 meter kan heftig tekeer gaan.
Tip:
Wil je echt een conger vangen, ga dan
steeds met een schipper mee die hier ervaring mee heeft. Een
professionele schipper weet precies hoe je de boot ankert en zo je aas
perfect voor de neus van de conger beland. De beste plaats om te
ankeren is meestal iets stroomopwaarts van het wrak. |

Klik op de afbeelding voor
een vergroting
|
|