Graskarper/Ctenopharyngodon idella
|
Foto Houbrechts Andy 10kg
|
Van oorsprong behoort deze vis niet tot de
familie van de karperachtigen, maar hier wordt hij wel als dusdanig
beschouwd.
Max. lengte/gewicht:
150cm/45kg. Het is daarbij een vrij sterke
en forse vis die vrij snel groeit en een behoorlijk gewicht kan
bereiken. Bij veel karpervissers staat een forse graskarper dan ook vaak
bovenaan de verlanglijst.
Leefgebied/gedrag:
Zoetwater.
Azië en USSR, China en O-Siberie, Amur riviergebied.
Uitgezet in Europa. Meren, rivieren, kanalen en vijvers.
Liefst in zacht stromend tot stilstaand water met veel plantengroei.
In de vrije natuur voed hij zich met waterplanten, algen en insecten. |
Vistechniek |
Waar te vissen:
In de eerste plaats moet je er wel zeker van zijn dat er graskarper
aanwezig is. Het is immers een vis die uitgezet wordt en hier van nature
niet voorkomt. In veel waters komen ze dan ook niet voor, terwijl het
er in sommige waters van krioelt. Ken je zo'n water dan zit je goed.
Graskarpers kan je zowat altijd in de buurt van waterplanten verwachten.
Meestal is dit vlakbij de oever in vrij ondiep water. Maar het kan ook bij
met algen begroeide kademuren, houten pijlers en bruggen zijn.
Het water observeren helpt vaak ook. Hou bewegende waterplanten en
oeverbeplanting in de gaten. Smakkende en slurpende geluiden in een hoek
waar de wind het afval naar toe dreef. Opstijgende modder onder de kant.
Dit alles kan wijzen op azende graskarper.
Kan je graskarper lokaliseren dan mag je er bijna zeker van zijn dat er
meerdere exemplaren in de omgeving zijn.
Graskarper is echter echt schuw en kan daarbij bewegingen aan het
oppervlak goed waarnemen als hij in de buurt is. Hou daarom steeds een
behoorlijke afstand tussen u en de plaats waar je vis. Maak ook geen onnodige
bewegingen of lawaai. Stel je indien mogelijk verdek op of hou je
minstens zo laag mogelijk bij de grond als je nabij de oever vist.
Heb je een vis aan de haak, zorg er dan ook voor dat alles rustig
verloopt en landt de vis liefst een flink eind van de stek.
Materiaal:
Het is een vis van formaat met behoorlijk wat kracht. Een gepaste hengel
is hier wel op zijn plaats.
Afhankelijk van de vismethode kan dit een standaard karperhengel of een
karper dobberhengel zijn met voldoende power.
Als draad kan 18 tot 22/00 nylon volstaan.
Haken in de maat 4 tot 6.
Aas:
Graskarper is in hoofdzaak een vegetariër, dus levend aas is uit den
boze. Brood, deeg, granen, maïs, kikkererwten en zelfs een plukje
vers gras of algen kunnen dienst doen.
Lokaas:
Afhankelijk van de manier waarop je vist, de bodem of aan het
oppervlak kan je verschillende voermethoden toepassen.
Vis je statisch op de bodem op een plaats waar je graskarper kan
vermoeden dan is een voertapijt van partikels (granen) het geschiktst.
Zoek je de karper echter op door je regelmatig te verplaatsen, dan is
het beter om spaarzaam wat aas rond je dobber te strooien.
Vis je met een broodkorst dan kan je beter hier en daar wat korstjes op
het water verspreiden en dan vissen waar je activiteit van graskarper
opmerkt.
Vismethodes:
De methode om gericht op graskarper te vissen is met een drijvende korst, maar in sommige gevallen, bijvoorbeeld als het iets kouder is en de
vissen niet geneigd zijn om naar het oppervlak te komen om te azen
zijn er nog enkele alternatieven.
Vissen op de bodem met een
karpermontage:
Deze methode is niet selectief en meestal vang je er meer andere
vissoorten mee dan graskarper, waarvan het grootste deel karpers en
brasem. Alleen door het kiezen van een stek die meer aanleunt bij de
habitat van de graskarper kan je je kans vergroten.
Als montage kan je kiezen uit de talrijke karpermontages bij vissen op:
karper.
Vissen met de dobber.
Je kan net als bij het karpervissen met een dobber op de bodem vissen op
een al dan niet doorgevoerde stek, maar dat is net als het bodemvissen
vrij passief en niet selectief. Niet dat je er niet kan mee vangen,
maar het is ook niet echt de manier om gericht op graskarper te vissen.
De beste manier is om de graskarper zelf op te zoeken door regelmatig te
verkassen tot je een aanbeet krijgt. De graskarper zwemt immers vaak in
scholen en heeft een voorkeur voor bepaalde plaatsen, en juist die
plaatsen zoek je op. Dit zijn rietkragen, waterplanten, bruggen,
palen in het water, overhangende begroeiing, kademuren enz...
Maar het hoeft niet op de bodem. Vaak is het zelfs beter om het aas
tussen twee waters aan te bieden.
Met deze methode kan je als aas ondermeer een stukje broodkorst, maïs
of kikkererwten gebruiken.
Je kan vissen met een vlokdobber montage waarbij je gebruik maakt
van een vlokdobber met centraal gat. De montage lood je zo uit dat het
aas langzaam naar de bodem dwarrelt. Dus zo min mogelijk lood dicht bij
de haak.
Langzaam zinkend:
Het gebeurde wel eens dat ik wel graskarper kon lokaliseren maar waarbij
het niet tot een aanbeet kwam. Wat de reden ook was, de vissen bleven
uit de buurt van mijn dobbertje.
In dit geval zette ik gewoon de haak aan de lijn en daarboven 1 of twee
kleine loodjes als werpgewicht verder niets. Ver kan je daarmee niet
werpen, maar bij graskarper is dat ook meestal niet nodig omdat je
meestal onder de kant vist.
Het aas zakt op deze manier uiterst langzaam naar de bodem en vaak krijg
je reeds een aanbeet tijdens het afzakken. De aanbeet merk je hierbij op
door het straklopen van de lijn.
Vissen met een drijvende
broodkorst:
De manier om gericht op graskarper te vissen.
Hier maak je enkel gebruik van een broodkorst als werpgewicht verder
komt er niets op de lijn.
Je doopt de broodkorst in het water om hem wat gewicht mee te geven en
werpt hem naar de rietkraag toe. Het helpt als je hierbij met de wind in
de rug vist. Op die manier drijft je korst naar de waterplanten toe. De korst deint op deze manier ook rustig naar de in de buurt uitgeworpen
stukjes lokaaskorstjes.
Je vist hierbij op zicht, wat betekend dat je de aanbeet ziet. Je korst
opgeslorpt zien worden door een kanjer van een graskarper is al een
sensatie op zichzelf en iets waar je gewoon verslaaft aan kan geraken.
Montages:
Zie lijnmontages karper (klik hier)
|
|
|
|