Klik hier om naar index droomvissen te gaan
 
Pompano      soorten  
 
De pompano  is een straalvinnige vis uit de familie van horsmakrelen (Carangidae) en Jacks.
Er zijn twintig gekende soorten.
    
Afrikaanse pompano/Alectis ciliaris/African pompano
Max. lengte/gewicht: 1.5 meter en 22.9 kg. Gemiddeld 1 meter.
Leefgebied/gedrag:  Subtropisch en voornamelijk te vinden op dieptes tussen de -60 en -100meter. Vaak tegen de bodem.  Wereldwijd verspreid.
Aast meestal op trage kreeftachtigen en krabben. Occasioneel ook op vis.
In tegenstelling tot carangues/jacks wordt hij niet aan het oppervlak bevist maar boven de bodem en tot midwater. Beste techniek hiervoor is Jigging.
  
Permit/great pompano/trachinotus falcatus
Max. lengte/gewicht: 122cm/36kg.
Leefgebied/gedrag: Subtropisch. Temperatuurgebied 21 tot 30°c. Rift geassocieerd. Zee en brakwater. Volwassen dieren in kanalen of gaten, boven zandige flats, rond riffen en op ondiepe koraal riffen. Bij ondiepe onderwater obstakels als wrakken. Solitair of in kleine scholen. Jonge exemplaren tolereren brak water, in grote scholen en vaak in de surfzone nabij zandstranden.
Voeding: kleine vis, kreeftachtige en schelpdieren.
 
Zuidelijke pompano/Southern  pompano/trachinotus Africanus
Max. lengte/gewicht: 92cm/14kg.
Leefgebied/gedrag: Subtropisch. Temperatuurgebied 21 tot
30°c. Rift geassocieerd. Zee en brakwater. Kustwaters met riffen of rotsen. Normaal in paren, maar kan ook scholen vormen.

 

 
Snubnose pompano/trachinotus Blochii
Max. lengte/gewicht: 110cm/3.4 kg.
Leefgebied/gedrag: Tropisch. Temperatuurgebied 23 tot 30°c. Rift geassocieerd. Zee en brakwater. Bij koraal en rots riffen.
 
Florida pompano/trachinotus Carolinus
Max. lengte/gewicht: 64cm/3.8 kg. Gemiddelde lengte 40cm.
Leefgebied/gedrag: Tropisch. In kustwaters en kleinere exemplaren ook in kreken en lagunes. Vormt grote scholen. Voeding schelpdieren en kreeftachtigen.
Bodemazer. Trekt langs de kust mee met het opwarmen van het water en is dan ook in bepaalde plaatsen in bepaalde jaargetijden goed te vangen. Noordelijker in de zomer en zuidelijker naar de winter toe.

 

Vistechniek  Grotere soorten

De techniek voor de grotere soorten is omzeggens identiek als deze voor zijn broertje de Carangues of horsmakrelen.

Visstekken:
In de eerste plaats rond en boven riffen, rotsen en rotseilanden en doorgangen tussen riffen in.
Op en rond onderwaterbergen en plateaus. Dit zowel dicht bij de kustlijn als verderop in zee.
Verder zijn ze soms ook geregel te vinden in lagunes en kanalen. Meestal gaat het dan om de iets kleinere exemplaren. Ook wrakken zijn goede stekken maar deze zijn slechts beperk te vinden.
Ze zwemmen in scholen van vissen met ongeveer dezelfde grote, maar grotere exemplaren zijn vaak solitair. Ze jagen vaak aan het oppervlak en drijven hierbij scholen aasvis naar het oppervlak waar ze deze vervolgens explosief te lijf gaan. Hierbij maken ze vaak zo'n tumult dat het van ver merkbaar is.
Wat ook het gewicht of lengte is. Het zijn stuk voor stuk harde vechters die na gehaakt te zijn in de diepte trachten te ontkomen met felle runs.
Net als zijn grotere broertjes de jacks en carangues kan hij op dezelfde manier bevist worden met uitzondering van de grootste soort, namelijk de Afrikaanse pompano.
Deze is niet echt een oppervlakte vis en bevind zich meestal op grotere diepte. De beste manier om deze soort te bevissen is dan ook jigging of met bodemaas.

Vismethodes algemeen:
Trollend met natuurlijk aas: Ballyhoo, harder en inktvis, met of zonder plastic skirt.
Trollend met kunstaas. Lures, lepels, hard en zacht rubber, pluggen, poppers en rubberen inktvis.
Driftend vissen of op anker. Meestal jigging met pilkers of metalen jiggen. maar ook met bodemlood en een wapperlijn.
Werpend vanaf de kustlijn en in de branding met poppers, pluggen en lepels.
Werpend vanaf een boot, driftend of op anker. Met pluggen, poppers en alle vormen van metalen fel flikkerende lepels of werpgewichtjes.
Vliegvissen vanaf een boot met gebruik van lokaas wordt ook gedaan.
Bodemvissen met garnalen als aas. Dit wordt het meest toegepast in kreken en lagunes boven een zandbodem. Meest toegepast bij het gericht vissen op kleinere exemplaren vanaf een boot maar ook vanaf de kustlijn

Techniek oppervlakte kunstaas:
Als er al een aas is dat uiterst geschikt is voor het vangen van de meeste pompanos evenals carangues, is het wel kunstaas in al zijn vormen.
Hierbij staan oppervlakte poppers zeker op de eerste plaats en dit niet in het minst door de spectaculaire aanbeten hierop. Maar ook alle andere soorten snel bewegend en vaak lawaai makend kunstaas werken even goed.
In de eerste plaats moet je ze vinden. Scholen prooivisjes zijn altijd een goed uitgangspunt. Ook duikende zeevogels wijzen vaak op jagende vissen.
Probeer met een tiental worpen en meestal weet je dan reeds of ze er zitten. Is dat niet zo dan moet je verder zoeken.
Eenmaal een jagende school gevonden is het de kunst ze niet onmiddellijk op te schrikken en hiermee te verjagen. Blijf minstens 20 meter van de jagende vis af en werp indien mogelijk over de jagende vis heen en er niet midden in. Draai daarna vrij snel binnen en laat de lure hierbij zo veel mogelijk kabaal maken om de aandacht te trekken.  Meestal krijg je reeds in de eerste meters een strike, wat niet betekend dat je onmiddellijk een vis aan de haak hebt. Pompano mist vaak zelf de popper verschillende malen voor je hem echt kan haken. In 90% van de gevallen kan je 1 op 3 strikes verzilveren.
Verschuw je om de een of andere reden de school, bijvoorbeeld omdat de boot te dicht genaderd is, wacht dan een tiental minuten, vaak verschijnen ze weer op een 50 meter afstand en kan je ze terug benaderen.
Met bijna alle kunstaas is een hoge inhaalsnelheid meestal het effectiefst.
zie ook artikel "Popperen in de branding"

Techniek Jigging:

zie artikel biggame: "Powerjigs"
 

Vistechniek  kleinere soorten

Kleinere pompano soorten hebben een smalle bek en azen meestal op de bodem, op garnalen, krabben en eventueel kleine visjes. Het beste aas voor bijvoorbeeld florida pompano zijn zeker kleine levende krabben, daar sandfleas genoemd.
Ook het kunstaas moet betrekkelijk klein genomen worden. kleine haar of pluimen jiggen, jiggen in de vorm van een banaan die ik eerder beschouw als een soort kleine lepel en allerlei rubber aasjes zoals imitaties van krab en garnaaltjes zijn veruit de favorieten.

Pompanos kan je vaak lokaliseren door het geluid dat ze maken tijden het jagen in ondiep kustwater. Ze komen daarbij met hun rug door het oppervlak wat een specifiek geluid maakt.
Het vissen kan vanaf het strand maar het best is vanaf een kleine boot. Hiermee kan je jezelf gemakkelijker verplaatsen of de vissen opzoeken. 
Heb je ze eenmaal gelokaliseerd dan kan je ze met een lichte spinuitrusting belagen.
Vang je in de eerste 15 minuten niets, blijf dan niet halsstarrig verder vissen maar ga terug op zoek.
 
Enkele tips:
Pompanos houden niet van echt helder water maar het mag ook niet te troebel zijn.
Bruggen en stakketsels zijn vaak goede stekken.

Uitrusting:
Als uitrusting volstaat een lichte spinhengel met een lijn trekkracht 5kg. Steeds met een onderlijn van minstens 1 meter fluocarbon met een trekkracht van 10kg.
Strandvissers nemen het best een lichte strand/surf hengel.
Vis je met aas, gebruik dan haken in de maat 1/0-2/0 en beweeg het aas slepend over de bodem.
Meestal wordt juist voor de haak een pop-up geplaatst die het aas boven de bodem laat zweven.
Er kan gevist worden met 1 tot 3 haken.
 



 

1 Florida pompano 2 pompano kunstaas 3/4 kant en klare montages 4/5 sandfleas  6 sandflea aan de haak
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  
 

 

Links naar Video's Youtube
https://youtu.be/0FrKuO91zeg
https://youtu.be/T_vsXrJ0DyQ
 
Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.