Rivierdonderpad/Cottus perifretum
|
|
Max. lengte: 15cm.
De rivierdonderpad (Cottus
perifretum) is een bodemvis uit de familie van de donderpadden (Cottidae).
De flanken zijn afhankelijk van de bodemkleur bruin tot grijskleurig met
donkere vlekkerige banden dwars op het lichaam.
Lijkt
sterk op de Beekdonderpad.
Bij de Rivierdonderpad zijn echter de flanken ruw bij jonge vissen of
zijn er stekeltjes aanwezig vanaf de borstvin tot minimaal aan de tweede
rugvin. Deze stekels zijn zichtbaar en voelbaar. Net als de Beekdonderpad heeft
de Rivierdonderpad een dikke kop en een brede, onderliggende mond. De
ogen liggen dicht bijeen boven de kop. Schubben ontbreken.
Leefgebied/gedrag:
Het leefgebied bestaat uit rivieren,
beken, meren, kanalen, vaarten en sloten. In stagnante watertypen zoekt
rivierdonderpad plaatsen met hogere zuurstofgehalten op zoals oevers met
windwerking of onder stuwtjes waar water overheen valt. De soort is
nachtactief en eet prooien zoals vlokreeften, waterpissebedden,
muggenlarven, kleine visjes of visseneieren. Overdag verschuilen
rivierdonderpadden zich tussen stenen of andere vormen van beschutting
zoals boomwortels of tussen oeverbeschoeiing.
Stenen, of andere beschutting als
boomwortels of tussen oeverbeschoeiing worden als nestholte gebruikt.
Het vrouwtje legt hier haar eitjes in de periode maart - april. Nadat
het mannetje de eitjes bevrucht heeft bewaakt hij het nest.
Komt voor in Groot-Brittannië,
en de westelijke delen van de stroomgebieden van rivieren in Frankrijk,
België en Nederland die uitkomen op de Atlantische
Oceaan en
de Noordzee.
Vismethode:
Enkel als bijvangst.
Eigen vangsten: Ardennen België |
|