Stekelbaars/driedoornig en tiendoornig
|
|
De tiendoornige stekelbaars is een visje dat 5 tot 7 cm lang wordt en is
daarmee het kleinste zoetwatervisje van de Benelux.
Hij heet "tiendoornig", maar hij komt voor met
meer en met minder stekels. De rugstekels staan wat onregelmatig naar
links en rechts, zodat de stekelbaars ze tegen zijn lichaam aan kan
leggen zonder dat ze elkaar raken.
Vrij algemeen voorkomend. Een sterk visje dat vaak in kleine poelen en
beekjes voorkomt. Een van de visjes waar de kinderen vroeger als
eerste mee kennis maakten.
Het driedoornig stekelbaarsje komt iets groter en heeft slechts 3
stekels. De verspreiding is ook niet zo algemeen als het tiendoornig
stekelbaarsje. Verder is het leefgedrag en voortplanting vrijwel
identiek.
Als het voortplantingsseizoen nadert
krijgt het mannetje fellere kleuren en krijgt hij een rood buikje. Hij
neemt een territorium in bezit waar hij al zijn soortgenoten uit
verjaagt. In het centrum van zijn gebied bouwt hij een nest van
plantendelen, die hij met een kleverige afscheiding van zijn nieren aan
elkaar plakt. In zee gebruiken stekeltjes zeewier. Hangt het nest naar
behoren in de waterplanten, dan probeert het mannetje een of meer
wijfjes ertoe te bewegen om haar eitjes in zijn bouwsel af te zetten. Is
dit gelukt dan volgt het mannetje haar op, om met zijn homvocht de
eitjes - 2mm in doorsnee - te bevruchten. Tijdens de 5 - 12 dagen die de
ontwikkeling in beslag nemen, bewaaiert het mannetje zijn broed door het
nest heen. De baby-visjes zijn bij het verlaten van de eischaal 4 mm
groot. Ze blijven onder bewaking van hun vader tot ze oud genoeg zijn om
ook het nest te verlaten. In een jaar tijd groeien ze tot 2,5 - 5 cm.
Worden
hiervoor vaak als studieobject en eerste kennismaking gehouden in klaslokalen.
Vismethode:
Als bijvangst met de
vaste stok. Alleen kinderen waaronder ikzelf visten er vroeger vaak gericht op met
een wormpje als aas en zonder haak.
|
|
|