Tarbot/Scophthalmus maximus
|
|
In onze kustwateren is de tarbot de
grootste vertegenwoordiger van de platvissen.
De Tarbot heeft een hoog, krachtig lijf, dat de vorm heeft van een bijna
volmaakte cirkel. De kop is groot. De rugvin begint op de kop, voor het
oog. Het lichaam is niet met schubben bedekt. In plaats hiervan zitten
er hoofdzakelijk aan de oogzijde benen knobbels op de huid, die scherp
aanvoelen
De kleur van de vis verschilt, omdat deze vis zich aan kan passen aan de
bodemkleur waar hij zwemt.
De onderzijde is wit.
Bezit vlijmscherpe tandjes in allebei zijn kaken.
Kan gemakkelijk verward worden met een griet en er bestaan
kruisingen tussen beide.
Max. lengte/gewicht:
1meter en tot 25kg. Vissen van 60cm en meer zijn
reeds grote vissen.
Nederlands record 1977: 78cm 10kg.
Leefgebied/gedrag: De tarbot leeft in ondiepe
kustwateren op dieptes tussen de -10 en -80 meter, maar je zal hem het
meest vinden tussen de -20 en -40 meter.
Zijn voorkeur gaat uit naar een gemengde bodem van zand grind,
steentjes en schelpen.
Opmerkelijk is ook zijn voorkeur voor een ongelijke bodem. De schuin
aflopende kanten van banken en stroomgeulen behoren tot zijn
lievelingsstekken. Is erg honkvast en waar je tarbot weet te vangen kan
je er bijna zeker van zijn dat hij er geregeld voorkomt.
Over het algemeen kan je zeggen dat hij in de zomer meer in het ondiepe
water voorkomt om zich in de late herfst steeds meer in dieper water
terug te trekken.
Volwassen exemplaren zijn uitgesproken roofvissen en voeden zich bijna
uitsluitend met vis.
Is een zeer smakelijke vis en vrij duur. Wordt tegenwoordig ook bij ons
gekweekt voor consumptie.
Buitenlandse namen:
Duits: steinbutte Deens: pigvarre Engels: turbot Noors: pregado Zweeds:
piggvar.
|
Vistechniek |
Hoewel ze toch redelijk algemeen
voorkomen in onze kustwateren worden ze maar sporadisch vanaf de kant
gevangen, en dan nog veelal ondermaats. Vanaf een een boot heb je meer
kans, maar ook dan is de vangst bijna steeds toeval.
Het probleem met tarbot is dat je hem enigszins gericht en specifiek
moet bevissen.
Beste periode/tijd:
Kan normaal het ganse jaar door gevangen worden, maar de meeste kans
heb je van juli tot oktober.
Strandvissers hebben de beste kans gedurende de zomerse paaiperiode
Aas:
Als uitgesproken roofvis kan je de tarbot aan zowat alles vangen wat
beweegt. Zelfs aan een grote pilker. Ook worden ze wel eens gevangen op
zagers en zeepieren.
Het beste aas is echter kleine zandspiering (dood/levend) of reepjes vis
van
makreel.
Met bindelastiek opgebonden blijven zandspiering of stipjes vis langer
aan de haak en kan je lager met hetzelfde aas vissen.
Hengeluitrusting:
Zowel vanaf de kant als van op een boot kan je de gewone standaard
zeehengels gebruiken.
Vis je gericht en actief vanaf het strand dan is een zeeforel of
snoekbaarshengel een betere keuze. Hengels van 2.7 tot 3meter met een
werpgewicht van 20 tot 50gram en een middelgrote molen met 10tot 14/00
gevlochten lijn. Een waadpak is een voordeel.
Een staaldraadje is zelf voor grote tarbotten niet nodig, wel een wat
dikker nylon onderlijn zoals bv fluocarbon van 0.50mm.
Als haak steeds een enkele haak in de maat 2/0 tot 6/0 afhankelijk van
het aas dat je gebruikt.
Vangstmethodes:
Je zal een tarbot niet echt snel vangen aan een paternoster met
afhouders, hoewel dit toch wel gebeurd. Hij pakt immers voornamelijk
bewegend aas, wat hij soms over een afstand achtervolgt alvorens
toe te slaan.
Echt tarbotmontages zijn er niet. Een ankerlood of vastliggend
lood is echter niet geschikt om gericht op tarbot te vissen.
Bedoeling is immers dat je het aas in beweging houd.
Dit kan door het zelf regelmatig te verplaatsen over de bodem, of door
de stroming het werk te laten doen, maar driften met een boot heeft nog
betere resultaten.
Aanbeet:
De manier waarop een tarbot het aas neemt is zoals bij veel andere
roofvissen.
Hij pakt zijn prooi, zwemt er vervolgens een stukje mee weg en pas dan
begint hij deze te slikken met de kop naar voor. De vis doet dit
allemaal erg op zijn gemak. Het aanslaan met vis als aas mag dan ook
niet te vlug gebeuren. Hierdoor worden er waarschijnlijk zo weinig
tarbotten gevangen!
Mis je bij de aanslag dan moet je niet aarzelen en hem het aas opnieuw
aanbieden. Vaak neemt de vis het aas opnieuw. |
VOORBEELDEN VAN ONDERLIJNMONTAGES
|
Een goede manier is een zeeforel lepel
monteren met daar achter een 50cm lange onderlijn.
Ook een kleine pilker over de bodem binnen vissen is een goede keuze.
Die vis je dan met 2/3 slagen van de molen gevolgd door korte
tussenstops binnen.
Hieronder enkele
andere voorbeelden van montages die gebruikt worden voor het vissen op tarbot.
Al sluiten deze de vangst van andere vissoorten niet uit.
Nog andere montages die mits wat aanpassingen qua lijndikte en haken
kunnen gebruikt worden vind je terug bij
"lijnmontages zeevissen" |
Wapperlijn montage
tarbot |
Deze montage kan zowel
vanaf het strand of vanuit een boot gebruikt worden.
Vis je geankerd dan doe je dit best zodanig dat het aas boven de sterk
afvallende kant van een bank komt te liggen. De sterke tijstroom laat
het aas dan bewegen en het zo nu en dan oplichten van het lood moet de
tarbot extra prikkelen.
Het gewicht van het lood moet je aanpassen aan de diepte en de
stroomsterkte.
Sommige vissers zetten op de onderlijn nog een bijkomend zijlijntje,
maar dat raakt bij mij steeds in de war. |
(Klik op de afbeelding voor
een vergroting)
|
Weegschaaltje |
Dit
weegschaaltje is uitermate geschikt bij het vissen vanaf een geankerde boot.
Het is ontworpen om met twee aaslijntjes op de bodem te vissen.
Deze montage is in eerste instantie bedoelt voor kleine platvis maar ze
is ook voor tarbot bruikbaar.
De
uitschuifbare afhouder/extended boom is hierbij kort aan het lood
bevestigt zodat beide aaslijnen zeker op de bodem komen te liggen.
Je kan ook gebruik maken van een vaste spiraal spreader als vervanging
voor de uitschuifbare afhouder.
De aaslijntjes hou je iets korter dan 20cm zodat ze niet met elkaar in de war
geraken.
Andere toepassing en montages van het weegschaaltje bij basistechnieken
"lijnmontages zeevissen"
|
(Klik op de afbeelding voor
een vergroting)
|
De botlepel
|
Voor het actieve vissen kan
je zeker gebruik maken van de botlepel. Botlepels zijn tegenwoordig
nog moeilijk te vinden. De botlepelmontage is vrij simpel. Gewoon een
enkele beaasde haak aan een 10cm lang lijntje dat achter de lepel
aansleept. Zo nodig kan men nog een werpgewicht aanbrengen ongeveer 1
meter voor de botlepel. (maar dat bemoeilijkt het werpen en vissen)
Men laat de lepel tot op de bodem zakken en vist deze vervolgens
met kleine rukjes binnen waarbij de lepels steeds opnieuw de bodem moet
raken. Na enkele rukjes steeds enkele minuten wachten. De haak beaas
je voor tarbot steeds met enkele reepjes vis, liefst makreel voor de
geur. |
|
|