Verticalen:
Het woord zegt het al. Je aas verticaal onder de boot presenteren.
Hierbij is het natuurlijk logisch dat je op 3 meter diepte minder gewicht nodig hebt dan op 12 meter om nog contact met de bodem te voelen.
Een uiterst dunne draad helpt hierbij, maar ook de shad zelf bebaald het gewicht van de loodkop.
Een schoepstaart heeft immers meer weerstand dan een V staartje.
Hou daar dus rekening mee als je loodrecht onder de hengeltop wil vissen.
Buiten de keuze van het juiste gewicht is hier een goede balans ook van groot belang.
De onderstaande foto laat een shad zien die perfect in balans is.
Bij een shad die dat niet is hangt de staart naar beneden en dat beïnvloed de actie in hoge mate.
Veel loodkoppen houden de shad niet in balans en zeker niet met een gemonteerde staartdreg.
Soms helpt het als je de haaksteel iets naar boven buigt om dit alsnog te bereiken.

Diagonalen:
Diagonalen is een techniek waarbij je het shadje enkele meters achter een boot aansleept. Het is dus een soort verticalen met een boot in beweging.
De balans is hier minder van belang omdat je het shadje door het water trekt.
Het voordeel van deze manier van vissen is dat je een grotere oppervlakte bevist en zo meer kans maakt om snoekbaars te vinden als je geen hotspot kent op dat water.
Hier komt nog bij dat je iets verder van de boot af vist en de snoekbaars minder verschrikt kan worden door sonarsignalen van de dieptemeter.
Door de snelheid en de glijvluchten van de shad heeft de snoekbaars ook minder tijd om te aarzelen wil hij dat hapje niet aan zijn neus voorbij laten gaan.
Wil je deze beide technieken succesvol uitvoeren, dan moet je vissen waar de vis zich bevind en dat is in de meeste gevallen dicht bij de bodem.
De laatste tijd is het de mode om ultra licht te gaan vissen en met een topuitrusting en veel kennis is het best mogelijk om een lichte loodkop goed op de bodem te zetten van een 10 meter diep talu.
Maar in de praktijk is het voor de meeste van ons niet zo evident.
Een loodkop gebruiken "zo zwaar als mogelijk" is dan ook een beter advies.
Ik vis nu zwaarder dan vroeger en constateerde dat dit meer voordelen geeft.
Je voelt in de eerste plaats veel beter de bodem maar even belangrijk is dat je nu rustiger vist.
Hiermee bedoel ik niet uzelf maar de shad.
Bekijk even in een aquarium hoe een lichte loodkop op een kleine tik van de hengeltop reageert. Deze beweegt veel heftiger dan je het zich kan voorstellen.
Vaak schiet hij daarbij alle kanten uit.
Geef je diezelfde tik met een zwaarder loodkop dan is de beweging van de shad veel gecontroleerder en rustiger.
Daarbij veroorzaakt een zwaardere loodkop ook meer stofwolkjes mij het neerkomen op de bodem.
Het uitspugen van een zwaarder aasje als de snoekbaars merkt dat er iets niet klopt, gaat ook een stuk moeilijker dan bij een licht aasje. En dat geeft u juist iets meer tijd om aan te slaan, en dat is mooi meegenomen.   

Werpend vissen:
Er zijn diverse technieken bij deze visserij, waarbij het optikken en weer laten dalen naar de bodem als courants bekend staat.
Het werpen houd automatisch in dat je verder van je af vist.
Door deze afstand heb je ook minder controle dan bij het verticalen of diagonalen.
Nadat je de shad naar de bodem liet zakken, tik je deze op door de hengel van de 10 uur stand naar 12 uur te brengen en tegelijk spoel je lijn op om de lijnspanning met de shad te behouden.
Een lichte loodkop zal na het optikken een vrij natuurlijke glijvlucht naar de bodem maken.
Zelfs met een wat grotere shad van 12 tot 15cm is een loodkop van 10gram mogelijk. Dit in combinatie met topmateriaal. Maar heb je geen gevoel met de shad en de bodem bij dit gewicht ? Ga dan gerust in gewicht omhoog tot je wel gevoel krijgt.
Een voordeel van dit grotere gewicht is ook dat de schoepstaart juist door het grotere gewicht meer actie krijgt. Bij een lichte loodkop komt de staart vaak niet in beweging.
Om een wat zwaardere loodkop toch een redelijke glijvlucht te geven is een wat dikkere Dyneemalijn een goed hulpmiddel. Dit door de grotere weerstand.

Een andere techniek is de "stop en go". Deze gaat als volgt:
Na het uitwerpen laat je het setje naar de bodem zakken. Dit mag voor een optimaal gevoel gerust met een wat zwaardere loodkop dan gebruikelijk.
Dan start je het binnendraaien met de hengel op de 10 uur stand.
Het shadje zal nu afhankelijk van de indraaisnelheid hoger of lager van de bodem loskomen. Hierbij komt de actie van de shad zelf goed tot zijn recht.
Door nu telkens om de zoveel slingeromwentelingen te stoppen met indraaien , zakt het shadje terug naar de bodem. De lijn blijft op deze manier steeds onder spanning. Het is als een soort spinvissen waarbij je geregeld bodemcontact zoekt.

Welke techniek je ook toepast , kies naast de juiste soepele shad ook het juiste loodgewicht, en bedenk dat je naast te zwaar ook te licht kunt vissen