Home   Email  

 

 

Basistechnieken
Aas-Lokaas
Voersamenstelling
Lokvoer Brasem
Lokvoer Voorn
Lokvoer Divers
Aassoorten
Zeeaas-soorten
Ingredienten
Lokaas Tips
Artikels

 

Basistechnieken - Aas & Lokaas - Tips
Klik op de afbeelding voor een vergroting

 

Een verzameling van tips van bekende vissers waar je voordeel kunt mee doen.
Soms zijn ze tegenstrijdig, maar altijd gelooft er iemand in.

 
  1. Voor additieven als zoet, smaak en reukstoffen in poeder vorm of vloeibaar, is er maar een juiste manier om deze in het lokvoer te verwerken. Namelijk vooraf oplossen in het water waarmee men het lokaas bevochtigt.

  2. Dode maden in het lokaas. Vaak dodelijk voor brasem.
    Neem de hoeveelheid gezuiverde maden die je hiervoor wil aanwenden en schud deze in een grote madendoos. Giet dan lauw water over de maden (geen kokend) en pas daarna al roerend wat kokend water tot alle maden dood zijn.
    Het water afgieten en de maden met een oude keukenhanddoek of keukenpapier droog maken.

  3. Voor het bijvoederen met kleine ver-de-vase in mergel voeg je hieraan best wat kleefstof toe en maak je er een klein balletje van dat je gemakkelijk op je voerstek kan werpen of cuppen. Door de kleefstof valt het voer niet tijdens het afzinken uiteen wat vaak niet gewenste kleine vis lokt.

  4. Zorg steeds voor een ruime lokaasketel, liefst twee stuks, voor de aanmaak van u lokaas. Zorg daarbij voor een bijpassende voerzeef, fijn en grof.
     

  5. Maden. Was verse maden in een zeepsopje en spoel ze onmiddellijk af met zuiver water, en droog ze met een handdoek. 

  6. Maden. Na het zuiveren van maden doe je ze in een madendoos met toevoeging van wat babycorn. Je kunt er dan ook eventueel een smaak of reukstof aan toevoegen die de maden opnemen.

  7. Bij een wedstrijd. Zorg er voor een zo ruim mogelijk assortiment aas bij de hand te hebben. Maden in verschillende dikte en kleur, ver-de-vase, gekookte maïs,
    en kleine wormen is wel het minimum.

  8. Een paar dagen voor de wedstrijd voeg je per 5 liter vochtige gezeefde leem twee afgestreken koffielepels additief toe. Daarna wordt deze leemaarde nog eens extra gezift. Tenslotte bewaar je de leemaarde in een voerbassin, afgedekt met een vochtige handdoek tot de dag van de wedstrijd. Eventueel de handdoek tussendoor nog eens extra nat maken als de leemaarde te vlug droogt. Kort voor de wedstrijd de leemaarde mengen met het vers klaargemaakte voer.

  9. Op stromend water. Maak steeds je voer de dag voor de wedstrijd klaar en bewaar het in de koelkast. Zo nemen alle deeltjes het water evenredig op en vermijd je dat de grove delen zich stroomafwaarts  laten "meedrijven" en de aanwezige vis doen verspreiden.  

  10. Vis je "in de kant", voer dan ook enkele balletjes ver voor het geval de vis op de kant niet wil.

  11. Neem steeds wat extra droog voer mee als reserve. Soms is het voer aan het water te nat of wil je een lichter voer. Dan kan je dit nog steeds aanpassen.

  12. Koop je voer bij een "molen", of bij de boerenbond. Je bespaart er een hoop geld mee.

  13. Gebruik je aroma's, doe dit met mate. In stilstaand water het minst toevoegen.

  14. Indien je met de vaste hengel vist, voer dan 1 tot 2 meter links of rechts, naargelang de stroming, van je dobber.

  15. Licht voer bij sterke stroming heeft weinig nut, tenzij voor de buurman. Maak je voer dan ook zwaarder door toevoeging van mergel of leem.

  16. Druk je voer steeds voor het vissen door een zeef, ook als je denkt dat het fijn genoeg is. Zo bereik je een homogeen voer. Wil je dan een directe werking, voeg daarna wat droogvoer toe.

  17. Muggenlarven doe je het best in het voer juist voor het begin van de wedstrijd als je onmiddellijk vis op de stek wil. Wil je alleen brasem, dan kan het goed zijn de muggenlarven de avond vooraf reeds in licht bevochtigde leem te bewaren. Doe dit in laagjes. Een laagje mergel, bevochtigen, een laagje larven, een laagje mergel, bevochtigen, enz. De muggenlarven zullen nu op de bodem blijven liggen en niet wegdrijven in het water.

  18. Vis je op brasem, knip dan een kleine hoeveelheid wormen door het lokaas. Niet te veel, wormen kunnen jouw stek ook verpesten. Probeer het eens uit op een oefensessie.

  19. Casters maken is heel eenvoudig. Doe zuiver zagemeel in een plastiek kom, gooi er een handvol maden in, af en toe met een plantenspuit het zagemeel vochtig maken, en na een tijdje zie je de maden bruin worden. Raap ze eruit en zeef met een passende zeef. De casters zijn iets kleiner maar wel vers. Zet ze daarna in water om de drijvende van de zinkende te onderscheiden.

  20. Mestpieren kan je uitstekend zelf vinden in een tuincomposthoop. Zelf kweken gaat ook.

  21. Een visvoer feederbakje met deksel is zeer handig. Bij felle zon of regen is het voer in een mum van tijd onbruikbaar. Zeker bij een volledige dag vissen komt het voer door de zon zuur. En door de regen, te nat natuurlijk.

  22. Wormen blijven in de koelkast tot maanden goed. Regelmatig wat aarde verversen en de koelkast op 3/4 zetten.

  23. Doe bij het feederen ook wat casters in het feederpotje, niet in het visvoer. Casters worden immers vlug zuur.

  24. Doe vishennep in een thermos fles en giet er kokend water op. Een nachtje laten trekken en je hebt s'morgens de mooiste vishennep. Het water gebruik je voor de aanmaak van het voer. Zo profiteer je van het aroma.

  25. Vraag een topvisser eens zijn mening over jouw voer, soms kom je dan meer te weten dan hem lief is.

  26. Brasem op de stek, maar niet of weinig vangen? Verander dan eens van aas of heef het een geurtje mee. Ga eens voor een decadent ongewoon aas, vaak blijft het resultaat niet uit. De vissen op je voerplek hebben het door jou aangeboden aas waarschijnlijk gerangschikt als bloedlink. Blijf niet aarzelen en probeer het eens anders. Zeker op vijvers of kanalen waar regelmatig met dezelfde systemen gevist wordt een aanrader. 

  27. Voeg je reuk of smaakstoffen toe aan het lokaas, doe er de helft in terwijl u het de eerste maal bevochtigt, en de rest juist voor het vissen.

  28. kook eens water samen met een tweetal vanillestokjes, en gebruik dit water om het voer aan te maken. Goed voor brasem en karper.

  29. Maden rechtreeks uit de hengelsportzaak zijn vaak niet in optimale conditie. Giet ze daarom op een casterzeef. De fitte en actieve maden kruipen er onmiddellijk door, en wat achter blijft op de zeef is goed voor de afval. De goede maden kunt je het best in een ruime box met polenta bewaren. 1 liter polenta voor 1 liter maden. Juist voor je vertrek op de visdag de polenta afziften en eventueel smaak of reukstoffen toevoegen.

  30. Wanneer jouw maden door de regen nat geworden zijn kun je deze het best drogen met polenta of maïsmeel.

  31. Bewaar maden in een zo groot mogelijke doos, zeker bij warm weer, om te voorkomen dat de maden beginnen te zweten.

  32. Drijvende maden voor aan de haak. neem een handvol maden en leg die in een apart madendoosje, doe er vervolgens een beetje water bij zodanig dat ze juist met hun rug boven steken. Na ongeveer 10 minuten hebben ze zoveel lucht opgenomen dat ze op de haak boven de bodem zweven.

  33. Casters maken. Doe op 1/2 liter castermaden 1 koffielepel curcuma poeder, hierdoor versnelt het proces en je casters worden mooi dik.

  34. Voeren met Gemalen maïskorrels. We pureren de maïskorrels met een mixer en voeren dit met het cupje op de visstek.
     

  35. Wormen in het lokaas kunnen een voer explosief maken voor brasem. Knip de wormen dan wel zo fijn dat de vis de smaak van wormen aantreft, maar geen wormen. In dit geval is een algemeen basis feedervoer voldoende, het dient in hoofdzaak om de verknipte wormen op hun plaats te brengen. 

  36. Het kan erg handig zijn om voor het verknippen van de wormen gebruik te maken van een wormenschaar. Je knipt driemaal zo vlug. 

 


Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.