Blei/Blicca bjoerkna/kolblei/Platje
|
|
Deze zilverkleurige vis heeft een sterk
zijdelings afgeplat lichaam met een bruingrijze rug. Hij heeft grote
schubben. Het oog is relatief groot en kleurloos, de aanzet van de
borstvinnen en buikvinnen is roodachtig. De vinnen zijn relatief klein.
Oudere exemplaren worden wat dikker en de rug begint wat op te wellen
achter de kop. Jonge exemplaren zijn zeer lastig te onderscheiden van
jonge brasems, het tellen van een rij schubben tussen rugvin en zijlijn
is dan een betrouwbaar kenmerk..Een
kolblei heeft daar 9 tot 10 schubben en een brasem 11 tot 13.
Max
lengte/gewicht: 35cm/600 gr.
Zwaardere exemplaren zijn meestal kruisingen. Er zijn wel
meldingen van exemplaren tot 1.276 gram, maar deze zijn nooit officieel
bevestigt.
Vaak in dwergvorm in bepaalde waters, waar je dan zelden een groot
exemplaar vangt.
Leefgebied/gedrag:
Europa ten noorden van de Alpen en
Pyreneeën, van de Loire in het westen tot aan de Oeral in het oosten.
Ook in het brakke water van de Oostzee, evenals in Engeland, ten
oosten van York tot Suffolk. Ontbreekt in Noordelijk Scandinavië en in
alle wateren boven de 600 meter.
Bij ons vrij algemeen voorkomend.
Leeft in scholen op en nabij de bodem. Heeft de voorkeur aan stilstaand
of langzaam stromend water met een modderbodem. Gedurende de winter
trekken zij zich terug op diepere plaatsen. Leeft soms samen met Brasem.
Paaitijd, mei juni in ondiepe plantenrijke oeverzones.
Eet kleine ongewervelde, plankton, algen, muggenlarven en wormpjes.
Buitenlandse namen:
Engels: bream flat - Duits: Guster blicke - Frans:breme bordeliere -
Deens: bleg - Noors: flire - Zweeds: bjorna - Pools: Gosciory, picus - Fins: pasuri - Russisch: gustera - Hongaars: karika keszeg -
Roemeens: batca.
Vistechniek:
Wordt niet als dusdanig bevist, maar meestal als
bijvangst met de vaste hengel bij het vissen op voorn of brasem. De techniek
hiervoor is dan ook terug te vinden bij Vistechnieken/vaste stok.
Meestal is dit met de dobber op of tegen de bodem met klein aas als
ver-de-vase, maden of pinkies.
Beste tijd is van mei tot september.
Brengt echter weinig gewicht in de schaal.
|
|