Klik hier om naar index droomvissen te gaan

Zonnebaars/Lepomis gibbosus

 
 
Max. lengte: 15 tot 30cm  Hier meestal slechts 15cm.
Leefgebied/gedrag: De kaart toont het huidig verspreidingsgebied in europa.
In stil en langzaam stromend water, meestal in scholen en vaak in ondiep water en in de oeverzones.
Zonnebaars komt van nature voor in de binnenwateren van het oostelijke deel van Canada en de Verenigde Staten. Hij werd in het begin van de 19de eeuw in Europa geïmporteerd.
Uitzetting door de mens wordt gezien als de belangrijkste wijze van verspreiding
Aan het begin van de 20ste eeuw is de zonnebaars naar Nederland gehaald en hij werd vanaf 1902 gekweekt in Vaassen Nederland. Korte tijd is de zonnebaars toen, met weinig succes, in Nederlandse wateren uitgezet ten behoeve van de hengelsport. De groei van de dieren bleek tegen te vallen.
Hoge dichtheden of succesvolle voortplanting zijn in de rivieren, beken en kanalen, waar de oorspronkelijk uitzettingen plaatsvonden, nooit vastgesteld.
Hij is daarna nog lange tijd gekweekt voor de aquariumhandel.
Zonnebaars handhaaft zich succesvol in geïsoleerde wateren, zoals poelen en vennen. Daar kan de dichtheid van deze soort hoog oplopen, zoals is vastgesteld in het Rauwven, waar in twee jaar tijd ruim 8000 exemplaren zijn weggevangen.
De zonnebaars is inmiddels wijdverspreid in Nederland aanwezig, in tenminste 69 waterlopen en 42 geïsoleerde wateren. I
n België voor het eerst in het wild waargenomen in 1884. Lange tijd werd hij hier bijna uitsluitend in het oosten van Vlaanderen waargenomen, waar nog steeds de grootste populaties zitten. Maar de laatste jaren lijkt hij zich geleidelijk ook meer naar het westen te verspreiden.
Alhoewel de vangst in België en Nederland nog steeds een toevalstreffer is.
Hij is ook nog geregeld te koop in tuincentra en aquariumwinkels.
De vis is immers geliefd als siervis bij verzamelaars en aquarium- en vijverhouders. 
Mannetjes verkleuren in de broedperiode en vrouwtjes zijn altijd lichter van kleur.
Voeding: visbroed, insecten, zoetwatergarnalen, en larven.
Vistechniek:

B
ij ons niet relevant, eerder toevalstreffer bij het vissen op andere soorten met de vaste hengel.
In zuiderse landen als Italië wordt er wel  gericht op gevist. Meestal met een werphengel en dobber tussen twee waters en vaak met een of meerdere zijlijntjes en het lood onderaan.
Ik wist deze vis voor het eerst te vangen in mijn jonge jaren aan het Garda meer in Italië.
In 2001 ving ik terug een exemplaar tijdens een wedstrijd in het kanaal in Roeselare.  Sedertdien gebeurd het zo nu en dan dat ik een exemplaar vang tijdens wedstrijden wat aantoont dat hij in onze contreien in opmars is.
 
Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.