Max. lengte/gewicht:
60cm/1.5kg. Gemiddeld 40cm. Nederlands record 1989: 57.8cm 2100gr.
Leefgebied/gedrag: Zoet en brakwatervis. Trekvis die in scholen in de zuidelijke Noordzee,
de kustwateren en brakke wateren voorkomt. Algemeen aanwezig in de
kustwateren, Komt ook voor in de benedenrivieren.
Hun voedsel bestaat voornamelijk uit dierlijk plankton en kleine vis.
Fint is geen lekkere vis, amper vlees en veel graten. Dus zet gevangen
Fint direct terug.
Vistechniek:
Fint is bij ons een
zomergast net als makreel en geep en wordt in dezelfde periode Bevist.
Algemeen kan je stellen dat je fint zowat overal kan vangen al zijn de
riviermondingen wel de beste stekken. In riviermondingen tref je 's
zomers soms hele grote scholen finten aan. Want Fint mag dan officieel
een zeevis zijn, hij houdt zich het grootste deel van zijn leven op rond
riviermondingen.
Houd de stroomnaad en
keerstromen goed in de gaten of je jagende fint ziet. Vissen die daarbij
het water uit klappen zijn hiervan een goede indicatie. Is dit het
geval, dan kun je in een kort tijdsbestek soms veel vis vangen.
Enkele gekende goede Nederlandse stekken zijn: de nieuwe waterweg, de
pier van hoek van Holland de landtong van Rozenburg en de stenen op de
maasvlakte.
Fint is het best te vangen aan een klein reepje vis maar ook aan
kunstaas.
Fint zwemt doorgaans iets dieper dan geep maar de vistechniek is vrijwel
identiek. Denk daarbij aan een
klein dood aasvisje of een reepje vis onder een werpdobbertje. Een klein loodje op de onderlijn laat het aas daarbij iets
dieper lopen.
(zie droomvissen geep)
Vis je op korte afstand dan is een ieder kunstaas van 10 tot 18 gram
voldoende. Denk daarbij aan kleine plugjes, spinnertjes, lepeltjes
en jigkopjes met veren of rubber.
Zit de vis verder dan zijn werppilkertjes een betere keuze.
Wissel bij het vissen met werppilkertjes daarbij van snelheid en hiermee
ook van diepte, dan ontdek je meteen of ze op dat moment juist onder het
oppervlakte of net wat dieper jagen. Meestal krijg je in de bovenste
lagen de meeste actie.
Ze jagen doorgaans vooral in en rond de stroomnaden. Het ene moment kan
dit op 100 meter afstand zijn om niet veel later letterlijk voor je
voeten te jagen.
Fint is een van die vissen die tijdens de dril geregeld uit het water
springen waardoor ze vaak losschieten.
Om dit te vermijden of minstens te verminderen kan je gebruik maken van
een verendregje in maat 4 of 6 als haak. Het wapperend pluimpje zorgt er
daarbij voor dat de fint gerichter naar het dregje hapt en daardoor
beter haakt.
Als hengel kan iedere wat langere spinhengel (2.7 tot 3 meter)
10/00 gevlochten hoofdlijn met een fluocarbon leader van ongeveer 1
meter, 30-40/00.
Een speldwarteltje laat je toe om snel van kunstaas te wisselen, maar
zelf bevestig ik het kunstaas aan een splitring.
|