Vissen op haai
Deel 3: kleinere grondhaai soorten
(klik op de afbeelding voor een vergroting) |
Mijn eerste kennismaking met haaien, betrof
kat en hondshaaien bij een vakantie in Ierland ruim 30 jaar geleden, waarbij ik
de rest van de familie wist te overtuigen om ook een dagje zeevissen in te
lassen.
Echt zeevissen klonk hen als een doemscenario in de oren, waarna het vissen in
het rustiger water van de Galway baai als compromis aanvaard werd. We wisten er
naast de talrijke makrelen die als aas moesten dienen tientallen kleine
rogjes en haaitjes te vangen.
Het was een dagje om zelden te vergeten en zelfs zo goed dat ik er in de volgende
jaren verschillende malen terugkeerde om er speciaal op grondhaai te vissen. Naar Ierland trok in in hoofdzaak voor de snoek
maar iedere keer weer laste ik minstens twee dagen haaivissen in. En steeds weer
stond ik
versteld van de vangsten die hier mogelijk waren.
In hoofdzaak waren dit kat en doornhaaien, maar ook hondshaai en gladde haai.
Hoewel het nog niet de grote haaien waren die ik later nog zou vangen, geven ook
deze kleintjes topsport aan het gepaste materiaal. Vanaf de tweede trip liet ik
zelfs de zeehengels thuis en viste ik vanaf dan enkel nog met een karperhengel.
Maar pin je hierop niet vast, dat is slechts in goede omstandigheden mogelijk.
Maar het mag gezegd zijn, een ware sensatie. |
Zo ziet het vissen op
grondhaai er uit met een karperhengel |
In die tijd werd er bij ons maar zo nu en dan melding gemaakt van de vangst van
een haaitje, en dat kwam dan ook in de media. Ik spreek dan over 1990. Bijna altijd gebeurde dat als bijvangst bij het vissen op platvis.
Ondertussen is er veel veranderd qua materiaal en steeds meer zag je
vangstmeldingen van haaitjes in onze waters.
Hoofdzakelijk nog steeds als bijvangst, maar hierdoor probeerden veel vissers
lukraak ook een exemplaar aan de haak te krijgen. Sinds een paar jaar echter
vissen veel zeevissers hier nu ook veel gerichter op haai, en dit met wisselend
succes. Je kunt nu immers ook niet zo eenvoudig overal langs de Belgische en
Nederlandse kust eventjes op het strand gaan staan en wat haaitjes vangen.
Met een boot verder uit de kant heb je beduidend meer kans. Sedert 2011 loopt er
een onderzoek waarbij haaien en roggen in de zeeuwse wateren gemerkt worden. Er
zijn er hierbij reeds meer dan 650 gladde haaitjes gevangen en gemerkt in 2
jaar. Hiervan zijn er reeds 12 teruggevangen (2013) waarbij er enkele waren die
meer dan 700km verwijderd waren van de eerste vangplaats.
|
Waar en wanneer |
Je moet met verschillende zaken rekening houden wil je echt kans op succes
hebben.
In onze kustwateren verschijnen de
haaitjes zowat rond eind mei waarbij er een piek ligt in
augustus/september en afneemt naar midden oktober. Afhankelijk van de
weersomstandigheden, meestal kouder weer is dit korter of langer.
Een ander punt is het getij. Haaitjes houden wel van wat stroming, maar
niet van te harde stroming. Rond volle en nieuwe maan is het getij op
zijn sterkst, en dan heb je veel minder kans.
Je vangt ook het best als de stroming net begint tot ongeveer twee uur
later. Dan is de stroming vaak te fel. Vervolgens is het wachten tot de
stroming mindert en dan begint het van vooraf aan.
Bovenstaande voor het vissen vanaf een boot.
Voor het vissen vanaf de kant maakt het iets minder verschil, maar ook
dan zijn die periodes beter.
Vanaf de kant kan je trouwens ook gemakkelijker bij nacht vissen, wat
op grondhaaitjes zeker een voordeel is.
Verder moet je de juiste stekken weten te vinden. Veel kuststekken staan
er reeds voor bekend, waaronder de monding van de Oosterschelde en
verder de stranden bij Westenschouwen en aan de Westerschelde en de
Europoort. Maar dit kan allemaal vlug veranderen. Het internet en de
vangstmeldingen die je hierop kan vinden geven dan ook vaak een meer
actueel beeld.
Alle mondingsgebieden en gebieden met wat extra stroming beschouw ikzelf
als hotspots voor het vissen vanaf de kant.
Vanaf een boot heb je meer mogelijkheden. Sommige schippers zijn er
reeds op gespecialiseerd en brengen je met garantie naar een stek waar
je haaitjes kan vangen. Daarbij is het zo dat je de vis kan zoeken door
van stek te veranderen als er niets gevangen wordt.
In België en Nederland is de meest voorkomende hier de gevlekte gladde
haai, gevolgd door de gewone gladde haai. Het verschil tussen de
gevlekte en gewone gladde haai is vaak vrij moeilijk te determineren.
Dan komt de hondshaai en tenslotte als uitzondering de ruwe haai.
|
Hengelmethode en materiaal
|
Een van de manieren om gerichter op grondhaai
te vissen, is door niet te vissen met een paternoster. vis je met meer dan één
haak, dan vang je gegarandeerd meer andere soorten en minimaliseer je de kans
voor het vangen van haaitjes.
Vanaf een Boot:
Echt groot zijn de meeste haaitjes niet en dus hoef je ook geen kanjer van een
hengel. Als standaard hengel is een uptide hengel van rond de 3 meter en een
werpgewicht tot 200/300 gram een goede keuze. Een zachte top is daarbij
aangeraden wil je ook met zacht aas als krab of garnalen vissen.
Hiermee kan je het aas een flink eind werpen als dit nodig mocht zijn en de
hengel heeft genoeg body en kracht om ook wat zwaarder lood te gebruiken.
Vis je met een eigen boot of in beperkte groep en laat de stroming en de diepte
het toe, dan vis ikzelf meestal met een iets zwaardere karperhengel. Alhoewel
ik het beginnende vissers zeker niet zou aanraden, wist ik hiermee zelf wel 90%
van mijn grondhaaitjes mee te vangen.
Verder is een molen met een goede slip voldoende. Een reel, gebruikelijk bij
grotere haaisoorten is niet nodig maar kan natuurlijk ook.
Als hoofdlijn gebruik ik 15/00 gevlochten lijn maar ook nylon van 35/00 voldoet
prima. Met gevlochten lijn voel je de aanbeet en de dril veel directer. Nylon
heeft dan weer als voordeel de rek tijdens de dril. Maar dit is met een zachte
hengel ook bij gevlochten lijn geen probleem.
Vanaf de kant:
Hier is moet je vaak iets verder werpen en kan je niet buiten een strandhengel.
Neem daarvoor eentje met een zachte actie. Verder is het idem als vanaf een
boot. |
Montage |
De montage is eigenlijk vrij simpel. Om het
even op welke soort grondhaai je ook vist, de basis blijft steeds dezelfde.
Alleen pas ik de lijndikte soms aan naargelang de grote van de te verwachten
vissen.
In het begin van het seizoen zijn ze hier immers meestal een stuk kleiner dan
later op het seizoen, en vis je in het buitenland dan mag je zelfs grotere
exemplaren verwachten.
Een lijngeleider, grote kraal, wartel, onderlijn van 1.5 tot 2 meter, een
haak ongeveer nr3/0 en lood is alles wat je nodig hebt. De meeste grondhaaien
hebben slechts stompe tanden en het is niet echt nodig om staaldraad te
gebruiken. Als je als onderlijn iets dikker nylon of fluocarbon gebruikt krijg
je gegarandeerd meer aanbeten dan met staaldraad. Zelf gebruik ik hiervoor
50/00.
Het loodgewicht is sterk afhankelijk van de stroming, maar meestal is 90 tot
120 gram voldoende.
Is er veel stroming dan kan je verplicht worden om zelfs tot 250 gram te gaan.
Het aas moet immers strak op de bodem aangeboden worden.
Als de stroming het toelaat en ik ultra licht vis vanaf een geankerde boot dan
gebruik ik gewoon karperlood van 90gram dat ik over de bodem laat slepen.
Bij stroming of vanaf de kant is ankerlood echter het best. Vis je driffend, dan
een lood zonder ankers en iets zwaarder of normaal zodat je aas zeker op de
bodem blijft.
Driftend vissen is trouwens voor grondhaai niet echt aan te raden, best is een
niet snel bewegend aas. |
|
Aas & Lokaas |
De meeste grondhaaitjes leven hoofdzakelijk
van krabben, garnalen en kreeftachtigen, maar jagen ook op kleine vis en zijn
daarbij ook aaseters.
Dat is dan ook hoofdzakelijk het aas waarmee we vissen. Ze worden ook wel aan
steekzagers, zeepieren en mossels of schelpdieren gevangen, maar dat zijn
eerder alternatieve aassoorten.
Zelf wist ik de meeste grondhaaitjes, maar dat waren dan hoofdzakelijk
doornhaaien, aan stukjes vers gevangen makreel te vangen. Stukjes van rond de
5/10cm. Maar dat heeft dan ook als bijkomende reden het lokaas.
Zonder dat lokaas is het beste aas ongetwijfeld zachte krab die je met een
elastiekje aan je haak bevestigt. Doe je dit niet, dan vliegt het van de haak
bij de eerste worp.
Niets houd u er echter vanaf om andere aassoorten uit te proberen.
En daarbij zijn we aan het lokaas. Vis ik vanuit een geankerde boot dan zou
ik dit nooit doen zonder gebruik te maken van lokaas. In Ierland noemen ze het
een rubby dubby, bij het biggame vissen noemen ze het chummen.
Dit is gemalen vette vis waarin wat visolie vermengt is die in een fijnmazige
zak of net enkele meter boven het anker aan het ankerkoord bevestigt wordt. Heb
je niet de mogelijkheid van malen, dan kan je ook de vis in kleine stukjes
snijden en pletten.
Op grondhaai is lokaas even effectief als op grotere haai soorten. Ik vis dan ook steeds
in het spoor van het lokaas stroomafwaarts en doe dan ook nooit verre worpen.
Hoewel ik het nog nooit toepaste bij het vissen vanaf de kant kan ook hier
overwogen worden om het eens met grote voerkorven te proberen. Iets voor
experimenteerders. En ik hoor graag het resultaat ! |
Extra |
Wees altijd voorzichtig bij het onthaken. Ze
hebben wel geen scherpe tanden, maar een langbekkige tang is geen overbodige
luxe. Daarbij is hun vel zo ruw als schuurpapier en kan je het behoorlijk
schaven.
Pak de haai liefst bij de staart beet zodat hij er niet meer mee kan slaan.
Pas bij doornhaai ook op voor de stekels op zijn rugvin. |
|
|