Algemene kenmerken:
De barbeel behoort tot de familie van de karperachtigen die meer dan
210 geslachten en 2000 soorten bevat waaronder de Mahseer die ik
apart behandel omdat ik die ooit nog eens hoop te vangen.
Verder zijn er in zuid Europa nog enkele interessante soorten die
apart beschreven staan bij barbeel/soorten.
De barbeel is eenvoudig herkenbaar door zijn uitgesproken
lichaamsbouw. Met zijn onderstandige bek herken je er direct een
bodemazer in. De bek is uitstulpbaar met een paar baarddraden aan de
mondhoeken en een tweede paar kortere aan de bovenlip.
De kleur varieert van bruin-groen tot grijs. De buikzijde is vuilwit
tot witgeel van kleur.
Max. lengte/gewicht:
110cm/12kg. De
gemiddelde maximale lengte is echter 60 tot 80cm met een gewicht van
4/5 kg.
Leefgebied/gedrag:
De barbeel is een typische riviervis die wordt aangetroffen in de
middenloop van de rivier, in zuurstofrijk, matig tot snelstromend
water. Liefst met een schone bodem van zand, grind en keien.
De barbeel is een soort die zich over betrekkelijk grote afstanden
kan verplaatsen in zijn leefgebied.
In het voorjaar zoeken de vissen de hoger gelegen gedeelten van de
rivier op. Vaak in voorbereiding van het paaiseizoen. Paaien doet de
barbeel in het voorjaar bij een watertemperatuur van 13 tot 18°C.
Het paaien gebeurd in ondiep water, meestal minder dan 1 meter, op
grindbanken met een flinke stroming.
In het najaar hebben ze eerder de tendens om rustiger en dieper
water op te zoeken om te overwinteren.
In het algemeen prefereren de grotere barbelen de diepere, langzaam
stromende delen. De kleinere zijn vaker te vinden in ondiepere,
sneller stromende gedeelten.
Fourageren gebeurd vooral op de ondiepe, snelstromende grindbanken.
Van echte schoolvorming kan je buiten het paaiseizoen niet spreken,
toch komen ze steeds in kleine groepjes van meerdere individuen
voor. Deze groepjes bestaan meestal uit individuen van ongeveer
dezelfde grootte.
Eetgewoontes:
Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit insectenlarven, wormen,
kreeftachtige, weekdieren, plantendelen en soms kleine vis en
visbroed.
Hij is meestal in de schemer en bij nacht het actiefst, al zijn ze
ook goed overdag te vangen.
|