Leefgebied/gedrag:
Talrijke Archeologische vondsten van kamschubben bewijzen dat de baars
al bij het begin van de ijstijden in grote delen van Europa, Azië en
Noord Amerika voorkwam. Ook nu nog is hij in Europa sterk
vertegenwoordigt. Hij komt zowel in bergmeren
1000-meter boven de zeespiegel tot in het brakke water van de Oostzee
voor.
Hoe zouter het water hoe kleiner echter de populaties. Bijzonder
is ook dat hij in nieuw aangelegde waterpartijen zonder menselijk
ingrijpen opduikt. Daarbij geholpen door watervogels die zijn kleverige
eitjes transporteren. Toch gedijt hij niet in alle waters even goed. Hij
stelt wel betrekkelijk hoge eisen qua waterkwaliteit en
heeft een hoge zuurstofbehoefte. Zo kan hij slecht tegen waterverontreiniging en voelt
hij zich ook niet thuis in moerassige gebieden. Ook in kleine koude
forelbeken is hij slechts sporadisch aanwezig wegens het ontbreken van
paaimogelijkheden.
Hij is zeer algemeen in meren, kanalen en rivieren. Hoewel vaak massaal
voorkomend is het grootste deel echter aan de kleine kant. Dat heeft een
deel te maken met het voedselaanbod maar niet altijd. In sommige waters
vind je zelden grote baarzen terwijl in andere waters ze geregeld
voorkomen. Ook overbevolking speelt hierbij een rol.
Maar ook in waters
waar het gros uit kleine baarsjes bestaat zit er hier een daar een
reuzen exemplaar. Deze baarzen zijn meestal viseters en kannibalen die
in hun kleinere soortgenoten een lekkere hap zien.
Baarzen zwemmen meestal in scholen maar met het toenemen van de lengte
worden de vissen steeds individualistischer. Vanaf 40cm zijn het zelfs
eenlingen die een eigen territorium verdedigen. Dat veranderd enkel in
de paaitijd.
Vaak maak je het mee dat als je een baarsje aan de haak hebt en het naar
je toe dirigeert, er nog een aantal soortgenoten achterna komen
gezwommen.
Max lengte/gewicht:
58 cm/3.75 kg
+35cm vissen worden reeds beschouwd als kapitale vissen.
Waar houden baarzen zich op ?:
Baarzen komen zowat overal verspreid op een water voor maar er zijn toch
wel plaatsen waar je gericht op baars kan vissen. Op een vlakke
eentonige bodem is je kans echter klein.
Het gros van de baarzen, waarvan het grootste gedeelte kleinere zijn,
vindt je hoofdzakelijk langs de oever, om en bij waterplanten en
oeverbegroeiing. In kanalen zijn de steenstortingen van
oeververstevigingen vaak de productiefste plaatsen.
Verder zijn de standplaatsen van baars zowat alle obstakels die in een
water kunnen voorkomen, zoals brugpeilers, struiken en bomen,
waterplanten, kribben, sluizen enz...
En niet te vergeten: inkomende geulen van beekjes, inhammen,
landtongen, en gaten tussen waterplanten.
Kantvisserij levert in het algemeen steeds meer op dan open water.
Op open water zijn de goede plaatsen alle veranderingen in het bodemprofiel. Scherpe
hellingen
in de buurt van meestal diep water zijn vaak ook die plaatsen waar je de meeste kans maakt op grotere baarzen.
Op grote rivieren en grote meren tref je bijna ook steeds meer grotere
baarzen aan dan op kleinere waters.
Eetgewoontes:
Hun natuurlijk voedsel menu bestaat hoofdzakelijk uit minivoedsel zoals
muggenlarven, slakjes, kleine insecten en alle soorten andere kleine
waterdiertjes. Met de groei komt daar nog alle jongbroed van vissen bij
en grote baarzen worden met de tijd echte viseters waarbij vaak eigen
soortgenoten niet versmaad worden als deze massaal voorkomen.
Baars kan je het ganse jaar door vangen al houden ze zich in de winter
vaker op in diepere plaatsen.
Vismethodes:
Iedereen kan het: baars vangen. Hij wordt niet voor niets de vis voor de
jeugd genoemd.
Pak een spinner, plugje, stukje rubber of een worm en binnen de kortste
keren heb je baars gevangen.
Gericht met aas op baars vissen is echter vrij moeilijk en dat omdat aas zoals
wormen, maden of kleine visjes ook door veel andere vissoorten gegeerd
is.
Daarom vang je ook bij bijna om het even met welke vistechniek op
andere vissoorten waarbij levend, dierlijk aas of kunstaas
gebruikt wordt
geregeld baars als bijvangst.
Alleen op plaatsen waar ze massaal voorkomen of op die plaatsen waar je
bijna met zekerheid baars kan verwachten is het gericht baarsvissen mogelijk.
Het aanpassen van de techniek kan hierbij een groot stuk helpen. In de
volgende hoofdstukken over techniek ga ik hierop wat uitgebreider in.
Bij baarsvissen gebeurt het in 80% allemaal tegen de bodem aan, maar in
20% is dat dus ook anders.
Maar hou er rekening mee dat zelfs, al vis je op die plaatsen waar je
baars kan verwachten er op 9 van de 10 plaatsen geen aanbeet volgt, dit
tot je die 10de vind.
Krijg je in de eerste 5 minuten geen aanbeet dan is het beter van te
verkassen.
Als ze er zitten krijg je meestal een aanbeet na enkele minuten
of op de eerste worpen.
Vang je op een plaats baars dan is het de kunst om precies diezelfde
plek af te vissen en je worpen niet te spreiden. Daarmee verspreid je
immers de aandacht van de school baars over een grotere oppervlak en
vang je minder. Vissen met twee vissers op een plaats waar ze bijten
houd daarentegen de aandacht langer vast.
Het is ook zo dat bij baarzen een soort instant dressuur optreed. Vaak
vang je enkele baarzen en dan is het over. Verwissel je echter van
kunstaas dan volgen er weer enkele aanbeten.
Beste vangtijd:
Baarzen zijn in principe het ganse jaar door te vangen maar als het echt
koud is worden ook de baarzen veel minder actief, toch zijn ze ook dan
nog te vangen.
Van het voorjaar kan je zeggen dat dit een van de beste periodes is om
baarzen te vangen, ook grootte baars. Ze moeten immers het in de winter
verloren gewicht terug op halen en vanaf maar/april kunnen ze daarbij
rekenen op het jonge visbroed.
Toch worden de meeste baarzen in de zomer gevangen omdat ze in die
periode het actiefst jagen.
De beste tijd in die periode is zeker vanaf
het eerste zonlicht tot 10 uur in de morgen, en dan terug de laatste
uren voorzonsondergang.
Deense baarsvissers zweren er echter bij dat in de zomerse maanden zij
het meest baars vangen 's nachts, al kon ik dat tot nu toe bij ons niet
constateren.
|