|
Aal/Paling/Anguilla anguilla
|
|
Paling of Aal,
beide namen zijn populair, is en blijft een alomgekende en toch nog
steeds mysterieuze bewoner van onze viswaters.
Feit is echter dat door vervuiling, obstakels, aalscholvers en door nog
onbekende redenen de paling steeds zeldzamer wordt. Het dilemma was dan
ook of het wel zo verstandig was een hoofdstuk te weiden aan het vissen
op paling !
Er zijn echter nog steeds een groot aantal palingvissers waarvan ook ik
er nog steeds een ben, zij het dat ik niet meer zoals vroeger gericht op
grote paling vis maar nu alleen nog geregeld een peurnet bovenhaal. Het
vissen op paling, vaak in de nachtelijke uren is en blijft dan ook een
passie die ik je niet wil onthouden en waar ik vele uren plezier aan
beleefde. |
Algemene kenmerken
|
In Europese wateren stellen we dat er maar een
soort paling voorkomt. Hoewel taxonomisch er wel verschillende soorten,
ondersoorten en hybriden zouden voorkomen.
Maar voor ons vissers is dat niet echt van
belang.
Uiterlijk kunnen ze iets verschillen in kleur door ouderdom of door
habitat, maar ook door eetgewoonten. Zo zijn er palingen met een brede
bek. Dit wordt veroorzaakt door een dieet van hoofdzakelijk vis waardoor
er een breedtegroei van de bovenkaak ontstaat.
Deze roofaal/breedkopaal vertoont echter geen
genetisch verschil met de spitskop-aal.
De paling is te vinden in alle denkbare watertypes van de kleinste
slootjes en poelen tot snelstromende rivieren en ook in zee. Paling is
een bodemvis. Jonge dieren leven in losse scholen en oudere dieren
eerder solitair. Ze houden zich overdag meestal verscholen in de modder
of tussen stenen en wortels op. Vaak in holen en gaten waarbij alleen de
kop naar buiten steekt.
'S nachts zijn ze het actiefst, maar dat en meer over het gedrag van de
deze dieren in waar en wanneer.
De paling is vaak talrijker naarmate het water makkelijker bereikbaar is
vanuit de zee. Dat heeft alles te maken met de manier van voortplanten
en de jaarlijks terugkerende trek van de paling.
Paling plant zich immers niet voort in onze wateren maar trekt hiervoor
naar zee.
Dit voorplanten gebeurd in de Saragassozee. Dit is een trektocht van
6000km. Het paaiproces zelf is echter nog nooit door mensen waargenomen.
De kleine paling, glasaaltjes genoemd komen ieder voorjaar terug naar
onze kust.
Sommige blijven in zee en andere geraken op eigen
kracht terug in het zoete water. Een groot deel wordt echter door de
bevoegde instanties gevangen om uit te zetten of verder op te kweken.
De laatste jaren is de intrek van glasaal echter nog maar enkele
procenten van wat het vroeger was. Als visser zijn we dus sterk
afhankelijk van de uitzettingen door de overheid.
Die worden echter door het commercieel aspect en de hierdoor steeds
hoger oplopende prijs voor glasaal steeds minder.
Uitgebreide informatie over alles wat de paling aanbelangt kan je
terugvinden op:
nl.wikipedia.org/wiki/Paling
Voedsel:
Allerlei larven en waterdieren, weekdieren zoals mossel, kreeftjes en
kleine ongewervelde, viskuit,
en grotere paling kleine vissen.
Als aas kunnen we wormen, maden, vis, stukjes vis, lever, meat-worst, ingewanden en kaas gebruiken, die in tegenstelling tot
wat velen beweren, wel uiterst vers moeten zijn.
Max lengte/gewicht:
De meeste palingen bereiken tussen de 5 en 15 jaar het schieraalstadium,
dat is het moment voor ze volledig geslachtsrijp worden en naar de
paaigronden trekken.
Aal in afgesloten water kan dit niet of nauwelijks en blijft dan ook
vaak zijn ganse leven in het water waar hij leefde. Al kan een paling
ook korte tijd buiten het water verblijven en zo een landhindernis
overbruggen. Maar je kan hier niet spreken van iets dat gebruikelijk
gebeurd. Het is trouwens slecht sporadisch waargenomen.
Eenmaal maakte ik het mee dat ik zeker honderd palingen in het oevergras
zag kronkelen, dat was echter niet te wijten aan de palingtrek maar had
alles te maken met de vervuiling van het water op dat moment. De paling
was gewoon het vervuild kanaal uitgekropen. Wat deze paling van plan was
heb ik helaas door gebrek aan tijd niet weten te achterhalen. Wel
verwittigde ik de bevoegde instantie hiervan, maar kreeg hiervan
achteraf nooit nog enige respons.
Mannetjes bereiken maximaal een lengte van 90cm en vrouwtjes tot 150cm.
Een grote paling is langer dan
70 centimeter en zwaarder dan 1.5kg.
Uit vangstmeldingen en literatuur van
palingvissers mogen we aannemen dat alle
paling boven de 1.5kg reeds beschouwd wordt als zeer groot en boven de 2
kg als een recordvis. Alles daarboven is een zeldzaamheid.
In september 1996
is in Nederland een recordvis gevangen van 135 centimeter bij 7kg. Deze vis
werd in het Markermeer middels een fuik gevangen.
Het RIVO in IJmuiden
schatte de leeftijd van de paling op ongeveer 30 jaar.
De grootste vis die we op foto terugvonden met de hengel gevangen was
een paling van 5.38 kg/123cm
uit het Steinhube meer in Duitsland, 1960.
Eigen vangsten: Grootste ongeveer 2 kg.
Plaats: Zillebeke vijver. (geen fotos) |
|
Speckled longfin eel/Anguilla reinhardtii
|
|
Max. lengte/gewicht:
200 cm/16.3 kg.
Leefgebied/gedrag:
Deze paling is van een ander kaliber dan
onze inheemse paling en komt alleen voor in tropische gebieden.
Ondermeer in Azië en Oceanie, Oost Australië inbegrepen Tasmanie, Lord Howe.
Hij is te vinden in kust lagunes, rivieren, meren, moerassen, en afgedamde waters,
maar prefereert rivier.
Voeding:
schelpdieren, insecten en vissen, zelfs forellen.
Vistechnieken:
In principe kan je dezelfde montages
gebruiken als bij ons voor het vissen op paling. Daar de afmeting van
deze soort paling erg groot kan zijn moeten de lijndikte en het
materiaal aangepast worden.
|
|
|