Palingvissen in zeewater |
Een zeepaling (niet te verwarren met conger) is een
geduchte rover die zowat op alles jaagt wat in zijn formaat bek past.
Favoriet zijn zeepieren en zager gevolgd door visjes, steurkrab, krab, meshelften, of reepjes vis.
In zee levende paling is niet echt een zeevissoort, maar een gewone
paling die om een of andere reden besloten heeft om niet naar zoetwater
te trekken of aan de grote paaitrek wil beginnen.
Paling kan je zowat overal langs de Belgische kust vangen Ook in
Nederland komt de paling algemeen voor. Hoe noordelijker echter hoe
sporadisch. Verder komen ze op sommige plaatsen talrijker voor dan
elders. Recente info kan je vaak vinden op zeevisklub sites. Via
vangstmeldingen krijg je hier info over de vaak betere plaatsen en waar
ze op het moment bijten.
Het seizoen voor paling begint ongeveer in de tweede helft van maart en
loopt tot begin winter.
De paling vangen we vooral 's nachts, maar bij troebele zee en bewolkt
weer ook overdag. Bovendien houdt de paling van stroming. De periode van
opkomend en afgaand tij verdienen dan ook de voorkeur.
Hengel materiaal:
Een speciale zee palinghengel bestaat er niet. De paling wordt aan
hetzelfde materiaal gevangen waarmee we ook andere zeevis vangen.
Vanaf de kant betekend dat een stevige strandwerphengel tussen de 4 en
4.5 meter, en een snelle en sterke werpmolen met een draad tussen
30 en 40/00 nylon of vergelijkbare gevlochten draad.
Vanaf een boot vis je meestal met een kortere uptide hengel tot maximum
3 meter. |
Paternostermontage zee-1 |
Een Paternoster met afhouders garandeerd weliswaar een optimale aasaanbieding, maar de paling staat er toch wel
argwanend tegenover. Daarbij maakt een gehaakte paling in no-time een
warboel van een Paternoster met afhouders.
Van een dril is bij paling geen sprake. De hevig kronkelende paling,
zeker een groter exemplaar, moet zo snel mogelijk aan wal getrokken
worden.
Om die redenen vissen we dus beter zonder afhouders.
Voor het hoofdgedeelte van de onderlijn gebruiken we dik nylon. 40-60/00
Voor de zijlijnen met haken houden we ongeveer 30/00 aan.
Zit de lijn in de knoop dan kan je de dunne zijlijn afknippen en het
dikke hoofdgedeelte is dan gemakkelijk te ontwarren.
De zijlijn lusje worden in de hoofdlijn gemaakt met een lineman lusknoop
en de zijlijntjes worden bevestigt met de dropperlus.
(basistechnieken/knopen)
Als haak, een Langstelig model in de maat 6 voor kleine paling, en 4
tot 2 voor grotere exemplaren.
Op de grootste nummers kan reeds een flinke dot zeepieren of een
zeebliek.
Als lood kiezen wij bij stroming of flinke trek resoluut voor ankerlood.
|
Paternostermontage zee-2 |
Paternostermontage met zijlijntjes
gemonteerd aan Gamakatsu spinringetjes waardoor de zijlijntjes vrij rond
de hoofdlijn kunnen draaien.
De spinringetjes zijn in het voorbeeld op hun plaats gehouden met
stopknopen, maar dit kan ook met sleeves zoals in voorbeeld 3. |
1 met dropperlus 2 met spin
rings
(klik op de afbeelding voor een
vergroting) |
Paternostermontage zee-3 |
Identiek aan de bovenstaande twee
voorbeelden, alleen is hier gebruik gemaakt van een wartel voor de
zijlijnverbindingen en sleeves als stopper. |
|
Wapperlijn montage |
Is er weinig of geen stroming, dan kan je
ook deze schuivende montage gebruiken.
Het prettigst werpt deze montage met een wartellood. Monteer het lood
via een schuivende speldwartel of gebruik een runningboom. Zo kan je
snel van lood wisselen indien nodig.
Ook bootvissers maken van dit systeem gebruik, met dat verschil dat de
stroming dan geen rol speelt omdat je met de stroming mee kan vissen.
Wel gebruikt men hier dan vaker een iets zwaarder lood. |
(klik op de afbeelding voor een
vergroting) |
Opnaaien aasvis |
Volgens de meeste palingvissers is dit de
beste methode voor een dode aasvis op de bodem. |
(klik op de afbeelding voor een
vergroting) |
Haak met piepschuim balletjes |
Vis je op een bodem met veel plantengroei,
of wil je gewoon gerichter op paling vissen ? dan helpt deze tip.
Schuif enkele piepschuimballetjes op de haaksteel en je worm gaat mooi
drijven boven de bodem. |
|