Klik hier om naar index droomvissen te gaan

Bot/Platichthys flesus
 


  
Foto: Jan van Dooren

Platvissen worden onderling vaak verwisseld. Je kan een bod het best herkennen aan de rij duidelijk voelbare knobbeltjes achter de kop en langs de zijlijn. Soms zie je ze niet, maar voelen kan je ze altijd.
De ogen kunnen zowel aan de linker als aan de rechterkant zitten.
Het is een vis die zich uitstekend weet aan te passen aan zijn leefomgeving.
Hij beschikt over camouflage technieken en verschilt daarom vaak sterk van kleur afhankelijk van de vangplaats.

Max lengte/gewicht: 
60cm/4kg. Nederlands record 1973: 57cm 1750gr.
Leefgebied/gedrag: Schoolvormend. De Bot is de meest voorkomende platvissoort in onze regio.
Hoewel tot op dieptes van -100 meter gevangen, heeft de bot de voorkeur aan ondiepe kustzones.
Ze zijn dan ook te vangen vanaf kniediep water tot -50m. Brak en zelfs zoet water maken voor deze vissoort geen verschil. Ze worden dan ook vaak gevangen in rivieren die in zee uitmonden en sporadisch zelfs in vijvers waar ze meegekomen zijn met Nederlandse pootvis.
Bot trekt zich als een van de laatste vissoorten in de wintermaanden terug naar
dieper water. Paaien gebeurd op dieptes tussen de -20 en -50m.

Op zowat alle ondergrond te vinden: zand, slik en klei.
Eetgewoonten: Zeer actieve jager. Alle bodem organismen zoals wormen, garnaalachtigen, vlotkreeftjes enz... Grote botten zijn vaak echte roofvissen, die zelfs in de bovenste waterlagen jacht maken op spiering, bliek en andere kleine prooivissen.
 
 
Vistechniek

Visstekken en beste vangsttijd
Bot is relatief gemakkelijk te vangen en voor veel zee en strandvissers het begin van hun carrière.
Bot is immers bijna altijd en overal te vangen. Zowel vanaf de kust of vanaf een boot.
Specifieke stekken zijn er voor de bod niet. Ze scharrelen zowat overal hun maaltje bij elkaar.
Bot is ook het gehele jaar door te vangen, maar voor en najaar zijn veruit het best.
In oktober en november eet hij zich volledig vol in het ondiepe kustwater voor hij naar de diepte vertrekt.  In april doet hij hetzelfde wanneer hij afgepaaid en mager onder de kust terugkeert. 
Bot is daarbij het actiefst in stromend water. Dus opkomend en in mindere mate afgaand tij. 
De stekken waar ondiep water overgaat in diep water zijn vaak favoriet. Op en rond riviermondingen zijn vaak ook grotere concentraties te vinden.
Verder zwemt bot vaak in schooltjes. De vangst van één bot betekend dan vaak ook de vangst van meerdere botten.

Vangsttechnieken en materiaal
Bot vang je aan zowat elke hengeluitrusting. Meestal is dat een strandhengel, maar het kan evengoed met een karperhengel, spinhengel en zelf met de vliegenhengel. Dit omdat bot vaak op ondiep water zwemt.

Standaard platvis uitrusting
Voor de kantvisserij en vanaf het strand is een hengel van rond de 4 meter die een loodgewicht van 100 tot 200 gram kan werpen gebruikelijk. Hoe lichter je vist hoe leuker het wordt, maar een zwaar loodgewicht heb je vaak nodig vanwege de getijdenstroming. Het lood moet er immers voor zorgen dat je aas tegen de bodem blijft liggen.

Als lijn maximaal 30/00 nylon en een voorslag niet dikker dan 50/00.
Op plaatsen met minder stroming zoals de waddenkust is een lichtere hengel met een werpgewicht van 75 tot 100 gram meer gebruikelijk.
Vis je vanaf een kleine boot dan volstaat een lichtere hengel van 2.1 tot hooguit 3 meter uitstekend.
Hiermee kan je dan zowel verankerd als driftend vissen.
Zeker vanuit een boot bied een karperhengel of zware plughengel met een bollood van hooguit 50/90 gram soms topsport.

Aassoorten
Bot is een felle, actieve rover en is aan een grote diversiteit van aassoorten te vangen. Als aas is zager favoriet, gevolgd door zeepier. Kan je aan witte zagertjes komen dan zit je gebeiteld, er is werkelijk geen beter aas voor bot. Een steekzager van 15cm is voor een +30cm bot geen probleem. Wedstrijdvissers gebruiken dan weer meer 2/3 slikzagertjes. Maar ook spiering, mesheftschelpen, tappen, zeebliek, steurkrab en kunstaas als kleine lepeltjes, spinners en twisters kunnen goede vangsten opleveren
Nog altijd beroemd is de Iwan Garay botlepel, een soort kleine schoenlepel met daarachter een lijntje met  beaasde haak, die je over de bodem laat dwarrelen.

Montages
Ook hier is bot niet kieskeurig en met zowat iedere onderlijn te vangen. Het gebruikelijkst zijn echter wel de paternosters voorzien van twee of drie rode nylon bezemafhouders en daaraan een haakje 4 tot 2. Vang je enkel kleine bot dan kies je voor kleinere haken.
Ook onderlijnen met haaklijnen zonder afhouders doen het vaak goed in sterk stromend water.
In dat geval kies men bijna steeds voor ankerlood.
Heeft men de ruimte dan is een lood zonder ankers of een rollood dat over de bodem schuift vaak stukken beter. Het over de bodem schuivend aas is voor bot een extra prikkel.
Hierbij gebruikt men vaak een wapperlijn en iets grotere haken  (nr 2 tot 1/0). Maar ook hier weer, kleinere bot, kleinere haak.
Vis je driftend  met een wapperlijn dan wacht je bij beet een kleine 30 sec waarbij je draad toe geeft.
Dit om het aas stationair te houden en de bot de tijd te geven het aas naar binnen te werken. Na die 30sec de lijn gewoon op spanning laten komen en pas als je de vis voelt, met een korte tik de haak zetten.
Het loodgewicht  is steeds afhankelijk van de stroming en gaat van 80 tot 180gr 

De aanbeet
Platvissen zijn geen echte krachtpatsers en de aanbeet is dan ook meestal slechts enkele kleine rukjes aan de hengeltop, al dan niet met een kleine tussenpauze van enkele tientallen seconden.
Het loont vaak de moeite om even te wachten met aanslaan: zien eten doet eten, en een doublet of zelfs triplet is goed mogelijk.
Je kan ook actiever vissen door zo om de 3 minuten de lijn 1 tot twee meter in te draaien en dan terug even te wachten. Bot is meestal in groep aanwezig, en de vangst van één exemplaar betekend bijna steeds meerdere exemplaren op dezelfde plaats.
Vis je statisch controleer dan geregeld je haakaas en vergeet niet eerst aan te slaan voor je start met binnendraaien. Platvissen nemen immers vaak het aas en blijven liggen.

Montages
Goede lijnmontages kan je vinden bij
"basistechnieken/lijnmontages/zeevissen"
Voor een bot onderlijn worden de paternosters vaak versiert met allerlei bonte en glitterende kralen als extra stimulans. Hou er hierbij wel rekening mee dat al die extras de werpafstand verkleinen, al is dat bij bot geen zo'n groot probleem omdat grote afstanden werpen meestal niet nodig is.

Een andere minder gebruikelijke manier van platvissen is met de feederhengel.
Deze methode wordt uitgebreid behandelt in een apart artikel.
Klik op onderstaande link voor het artikel.

"Platvissen met de feederhengel"
  
 

Enkele voorbeelden van onderlijnmontages
Andere montages en meer uitleg te vinden bij basistechnieken/lijnmontages
      
Nylon afhouders/1 haak wapperlijn
  

Platvis allround dwarrellijn montage met 2 haken
Klik op de afbeelding voor een vergroting  
De botlepel
 

Botlepels zijn tegenwoordig nog moeilijk te vinden. De botlepelmontage is vrij simpel. Gewoon een enkele beaasde haak aan een 10cm lang lijntje dat achter de lepel aansleept.
Men laat de lepel tot op de bodem zakken en vist deze vervolgens met kleine rukjes binnen waarbij de lepel steeds opnieuw de bodem moet raken. Na enkele rukjes steeds enkele minuten wachten. Als aas meestal zeepier of een stukje zager, maar reepjes vis kunnen ook.
Je kan de botlepel ook gebruiken als werpgewicht onderaan een lijntje met een tweetal plastiekafhouders die beaast zijn. De lepel zorgt in dit geval voor de aantrekkingskracht waardoor de beaasde haken vlugger opgemerkt worden. Er mag wel niet te veel stroom zijn anders is deze montage te licht en gaat van de bodem weg
Ik probeerde de lepel uit tijdens het gewone kantvissen op de ooster en westerschelde tegen het bijna laagwater en opkomend water, een zager of pier eraan gedaan en op de ondiepe slik of zandplaten gaan gooien, één minuutje wachten dan een slag of twee inhalen. Zo komt de lepel even van de grond en dwarrelt terug neer op de bodem.
Dit herhaal je telkens om de ongeveer 30sec tot de lepel binnen gevist is. De platvis ziet iets blinken en komt er op af, hij ziet daarna het aas hangen en bijt toe. Nog een voordeel van dit actief vissen is dat je een groter gebied afvist doordat je eigenlijk al slepend vist met tussenstops en je zo meer kans maakt dat de beaasde lepel vlak voor een ondergegraven platvis komt te liggen en hij op deze manier een makkelijk pakbaar maaltje aangeboden krijgt. Een prachtige manier van vissen met een licht hengeltje waarbij je zelfs platvis in ondiep -10/-15 cm water vangt.

Momenteel couranter vindbaar is de butt-loffel spoon. Onderstaand een montage voorbeeld van de Allround platvis lepel.





 

 

 

Links naar Video's Youtube
De bot lepel: https://youtu.be/lflL1tI9NGM
Driehaaks dwarrel bot onderlijn: https://youtu.be/ubhgx2gwNMI
 
 
Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.