Carangues/Jacks/Trevallies
Atlantisch soorten
|
|
Crevalle jack/Caranx hippos/Paardmakreel/Gewone jack
Max. lengte/gewicht: 124cm/32kg.
Gemiddelde lengte 75cm. Meest voorkomend gewicht tot 2.5kg.
Leefgebied/gedrag:
Voorkomend op dieptes tussen de 0 en -200 meter maar ook tot -350m.
Subtropisch. Rif geassocieerd. Vaakst voorkomend in de drop-off zone,
maar zowel vanaf de surfzone tot rond diepwaterobstakels en rond
stromingen en rotsformaties. Gaat ook brakwaterzones binnen zoals
riviermondingen. Ook nabij zandige stranden en zeegras.
Voedsel: Kleine vis, krabben, garnalen.
Veel voorkomende krachtige roofvis
|
|
Horse eye jack/Caranx latus/Paard oog makreel/Big eye jack
Max. lengte/gewicht: 101cm/32kg.
Gemiddelde lengte 60cm
Leefgebied/gedrag:
Subtropisch. Zee en brakwater.
Dieptebereik 0 tot -140 m. Gemiddeld op 0 tot -20m.
Rif geassocieerd. Vaakst voorkomend in de drop-off zone,
maar zowel vanaf de surfzone tot rond diepwater obstakels. Rond
stromingen en rotsformaties. Gaat ook brakwaterzones binnen zoals
riviermondingen. Voedsel:
Kleine vis en ongewervelden.
|
 |
Senegal
jack/Caranx senegallus/tavett/safar/Carangue
Max. lengte/gewicht: 100cm/14kg.
gemiddelde lengte 50cm
Leefgebied/gedrag:
Tropisch. Kustwater. Zout en brakwater.
In de oppervlakte en middelste waterlagen tot op dieptes van -80 meter.
Oudere exemplaren leven iets verder uit de kust terwijl jonge
exemplaren vaak in estuaria, lagunen en mangroven te vinden zijn.
Voedsel: vis, krabben, garnalen.
Eigen vangsten: Senegal |
 |
African Threadfish/Alectis alexandrinus/Scyris
alexandrinus/Yawal
Max. lengte / gewicht:
100cm/14kg
Leefgebied/gedrag:
Tropisch. Kustwaters en tot -70 meter
diepte. Volwassen vissen meestal solitair. Kleinere vis occasioneel in
brak water. Voedsel:
vis, krabben, garnalen en inktvis.
Eigen vangsten: Senegal - Sine Saloum delta - 1992 -max
+/- 4kg
|
 |
White trevally/Pseudocaranx dentex/Gestreepte jack
Max. lengte/gewicht: 122cm/max
gepubliceerd gewicht 18kg. Gemiddelde lengte 40cm
Leefgebied/gedrag:
Tropisch,
Atlantische Oceaan, Middellandse Zee,
Indische en Stille Oceaan.
Meest voorkomend op
dieptes tussen de -10 en -25 meter, maar tot -238 meter.
Zout en brakwater. In kust gebieden, baaien en mangroven. Jonge vissen
in mangroven.
Vormt scholen nabij het oppervlak. In diep water vaak nabij riffen.
Voedsel:
vis, krabben, garnalen.
|
 |
Leerfish/Lichia amia
Max. lengte/gewicht: 200cm/max
gepubliceerd gewicht 50kg. Gemiddelde lengte 100cm
Leefgebied/gedrag:
Subtropisch.
Meest voorkomend
op dieptes tussen de 0 en -50 meter.
In kustwateren en estuaria. Occasioneel gaan ze ook lagere delen
van rivieren op.
Voed zich hoofdzakelijk met vis. Jonge exemplaren prefereren schelpdieren
en ongewervelden. |
 |
Amberjack/Greater amberjack/Seriola dumerili
Max. lengte/gewicht: 190cm/80kg.
Leefgebied/gedrag: temperatuurgebied 21 tot 30°c. Rift geassocieerd.
Op dieptes van 0 tot -360 m. Subtropisch. Bewoont
diepe zee riffen. Komt occasioneel soms kust baaien binnen. Kleinere exemplaren vaak te vinden rond
drijvende wieren of objecten in open zee en kustgebieden. Jonge dieren
zowel in school vorm als individueel. Voed zich in de eerste plaats met
vis.
|
 |
Guinese Amberjack / Seriola carpenteri
Max. lengte/gewicht:
max 72cm. Gemiddelt 40cm
Leefgebied/gedrag:
Volwassenen komen over het algemeen voor in kustwateren boven het
continentaal plat, vanaf het oppervlak tot ten minste 200 m. Ze voeden
zich met inktvissen en vissen. Zijn beperkt tot gebieden waar de
oppervlaktetemperatuur hoger is dan 25°C, hun verspreiding wordt
mogelijk beïnvloed door seizoensbewegingen van de watermassa van 18-27°C
langs de Afrikaanse kust.
Oostelijke Atlantische Oceaan: Golf van
Biskaje en Agadir, Marokko tot Angola, inclusief Kaapverdië
|
VISTECHNIEKEN
klik hier voor dit hoofdstuk
|
|