Een verzameling van tips van bekende vissers waar je, je voordeel kunt mee doen.
Soms zijn ze tegenstrijdig, maar altijd geloofd er iemand in.
Is een tip de moeite waard, dan komt hij hier.
 

1. FLUOCARBON
   Dikke fluocarbonlijn 60/00 en meer, gebruikt voor onderlijnen op zee, wordt sterker en soepeler als je deze voor gebruik 10 minuutjes kook, uit het water neemt en laat afkoelen.
   Een tip van beroepvissers uit Noorwegen. (Soraya fishing)

2. Wintermaden:
   In de winter zit er door de koude meestal weinig beweging in onze maden. Een trucje om juist je haakmaden weer lustig te laten wriemelen is door deze in een klein madendoosje in de zak van je vest of broek te bewaren. Door de lichaamswarmte blijven de maden warm en kronkelende levendig.
   Zorg wel voor een goed sluitend doosje met luchtgaatjes.

3. Breekstaafje:
   Je kent ze wel die staafjes die je moet knikken en die daarna voor enkele uren, afhankelijk van de dikte licht geven. Op sommige roofvisdobbers kan je deze breekstaafjes op een speciaal voorziene plaats vastmaken. Ook bestaat er een clip waar een breekstaafje in past om deze op de hengeltop vast te clippen. Vaak zijn deze toebehoren moeilijk te vinden of past de clip niet op jouw hengel. Wat doorzichtige plakband bied dan de oplossing. Hiermee maak je het breekstaafje op iedere hengeltop vast en ook op de meeste grotere roofvispennen geeft het breekstaafje op deze manier licht.
   

4. Nood stalen onderlijn:
   Geen stalen onderlijn als je die plots nodig hebt  ? Een rijtje van een achttal warteltjes aan elkaar is een prima oplossing in noodgevallen.

5. Steenlood:
   Een steen gebruiken in plaats van lood als gewicht geeft zijn voordelen.
   Ze zijn te vinden in alle maten en gewichten en perfect gecamoufleerd.
   Ga je met het vliegtuig op visreis, dan is het gewicht aan lood vaak ook een probleem.
   Alles wat je nodig hebt zijn wartels en twee componentenkit uit de doe het zelf zaak. De twee componentenkit is eenvoudig te verwerken. Van de  stopverfachtige substantie maak je eerst een balletje waar je de ene zijde van de wartel indrukt en vervolgens druk je de kit tegen een steen/kei naar keuze. Na ongeveer 20 minuten is de kit uitgehard en je steenlood gebruiksklaar. 

6. Draad op molen spoelen:
   Je kent waarschijnlijk al de problemen als je (verse) draad op de molens moet spoelen. Een steeds wegspringende spoel of een niet beschikbare hulpzame hand  Leg je spoel vanaf nu in een emmer half gevuld met water en opspoelen maar. De lijn gaat perfect zoals het moet op je molenspoel. Wel nog steeds zorgen voor wat spanning tijdens het opspoelen.

7. Kijk voor je vertrekt of je alles mee hebt. Maak eventueel op voorhand een lijst. Bij het vissen met de vaste stok laat je het materiaal voor werphengels thuis.
   Dat scheelt in ballast. Ga je echter vissen met de werphengel, dan is extra materiaal vaak welkom om op een wisselende situatie te kunnen inspelen.
   Niets is zo frustrerend als er bv. steeds karper aanbijt en u niet over zwaardere draad of een passende hengel beschikt.

8. Meten is weten.
   Een meetlint is altijd bij de hand voor een visser als het op de steel van het schepnet aangebracht is. Een tip voor de schepnet fabrikanten.
   Zelf aanbrengen met een watervaste viltstift kan ook.
   

9. Bij een opsteker vis je te diep. Neemt de vis het aas tijdens het dalen, probeer dan eens hoger te vissen.

10. Oefen op een viswater voor de wedstrijd, dan heb je de tijd om iets uit te proberen.

11. Markeer de diepte van de visstek op jouw hengel, of nog beter op de weg. zo moet je bij lijnbreuk niet opnieuw peilen.

12. Vis je met een dobber, neem dan een watervaste viltstift mee, zwart en wit. Hiermee kleur je de antenne naar wens als de zichtbaarheid wijzigt door de lichtinval op het water.

13. Koop een visteller en maak die aan je visplateau vast. Zo weet je steeds hoeveel je echt gevangen hebt.

14. Let op je buurman tijdens een wedstrijd. Als hij vangt en jij niet dan klopt er iets niet. Soms is het de diepte, het aas of de afstand. Kijken kost niets en is leerrijk.

15. Maak na iedere visdag je hengelspullen goed zuiver, en doe een beetje vaseline op de insteek gedeeltes van de hengel. (goede raad die ook ik eens moet opvolgen)

16. Meet de lengte van een hengel die je aankoopt. Vaak sta je verbaast  te kijken van het verschil met de aanduiding op de hengel.

17. Bij het feedervissen maak steeds een elastiekje tussen de onderlijn vast. Het vangt de schokken van de aanslag en de dril op. Gebruik topelastiek.

18. Een elastiek te kort om iets te sluiten ? Topelastiek is van de betere soort.

19. Spoel een leefnet steeds uit na de visdag met vers water. Rotten doen de huidige netten niet meer maar je vermijdt geurtjes.

20. Vis nooit bij onweer met carbonhengels, ze zijn een zeer goede geleider voor de bliksem.

21. Bij de minste beweging van het feedertopje aanslaan. Doe je dit niet en denk je de vis  zal wel feller bijten, die visser vergist zich... Beter te vroeg dan niet.

22. Laat nooit rommel of visdraad op de visstek achter. Onze kinderen moeten ook noch mogen vissen.

23. Vervoer je hengels in een PVC buis. Zo beschadig je ze niet. Deze hengelkokers zijn te koop, maar zelf maken kan ook met een afvoerbuis en de hulpstukken hiervoor.

24. Vis je op kleine voorntjes, dan zet je het leefnet vlak voor je, dus niet links of rechts. Onthaak de vis steeds boven het leefnet, het scheelt vaak een aantal gram door een verloren vis.

25. Als je een schepnet koopt, vraag er dan eentje van hard gevlochten nylon. De haak blijft er nooit in vasthangen.

26. Verander regelmatig de voorslag bij een feederhengel. Deze heeft het hard te verduren door het grote aantal worpen met zware feederpotjes.

27. Speld steeds een veiligheidsspeld op je viskledij, het is een van de handigste hulpmiddelen die er zijn.

28. Dobbers zijn uiterst kwetsbaar. Controleer ze regelmatig op barstjes en krasjes. Een flesje nagellak of sneldrogend vernis in de viskoffer biedt dan uitkomst.

29. Moet je tegen wil en dank de aan de bodem of een obstakel vastzittende  lijn van de werpmolen stuk trekken, doe dat dan niet met de handen. De huidige lijnen, en zeker de gevlochten lijnen snijden door je vlees als een scherp mes. Wikkel de lijn rond een stuk hout. Hiermee kun je de lijn stuktrekken zonder ernstige snijwonden. 
    

30. Transporthaakje voor op de hengel. De meeste nieuwe hengels waren er vroeger steeds mee uitgerust, maar nu blijkt dat het steeds meer vergeten wordt. De haak aan een hengeloog haken kan ook maar deze kunnen hierdoor beschadigd worden. Dus zelf maken, maar  eerst schuur je een vierkant stukje kurk plat waar het schilderijhaakje precies op past, iets dieper mag ook. Plak het vast om gemakkelijk te werken en wikkel nu strak af met hengelgaren. Lak het geheel af met blanke vernis.
    

31. Een hengel kan soms aan de waterkant vergeten worden, het is daarom handig en leuk je naam en adres op de hengel te zetten. Met een stukje fijn schuurpapier verwijder je een stukje lak boven het handvat. Met witte inkt schrijf je nu je naam en adres op de hengel. Als de inkt droog is breng je terug een beetje hengellak over de plek aan. En klaar is je identificatie.

32. Wegen bij wedstrijden.
    De meeste vissers trekken gewoon het net uit het water en rollen de vis daarna naar de opening toe. Het is absoluut veel beter voor het welzijn van de vis om dit naar voor rollen in het water te doen voor je het leefnet uit het water haalt.

33. Krimpkous
    Geen brandvlekken door aanstekers of lucifers als je de krimpkous in warme stoom houdt, of in warm water laat krimpen.

34. Geheugensteuntje
    Je lijndikte markeren op de binnenkant van de spoel.
    

35. Zet die goede voornemens nu ook eens om in de praktijk !!!!!!!!!!!!!!!!!

Onderwerp wordt steeds verder uitgebreid en aangepast.