Visvinders evolueren vlug en worden steeds beter en gesofisticeerde. Dit is dan
ook slechts een basis die je toelaat de werking en het nuttige eraan te
begrijpen.
Wat is een
visvinder ?
Een goede visvinder (dieptemeter) is in staat de diepte
van het water te meten, het bodemverloop en de aanwezigheid van
plantengroei, obstakels en vis te signaleren. Een visvinder geeft deze
informatie uitsluitend aan op die plaats waar de visser met z'n boot overheen
vaart. Puur technisch bekeken is een visvinder een afstandmeter: hij meet de
afstand tussen de transducer en de bodem waarbij ieder object dat zich
hiertussen bevind ook geregistreerd wordt. |
|
Waarom een
visvinder ?
Moest je vroeger een water echt kennen of op informatie van anderen voortgaan,
dan kun je dit nu zelf in kaart brengen, of nagaan of de info ook degelijk klopt. Zeker in grote waters, meren en rivieren bestaat
het grootste gedeelte uit leeg water. Hiermee bedoel ik dat die ruimte door de
vissen benut wordt om van de ene voedselplaats naar de andere te trekken en ze
er zelden langere tijd blijven. Het andere gedeelte bestaat uit kuilen, richels,
steile taluds, takkenresten en rotsen. Juist deze plaatsen zijn
een verzamelplaats van vuil en voedsel en ook de plaatsen waar de vis die wij
willen vangen op zoek gaat naar voedsel of er een schuilplaats heeft en vanaf
hier op jacht gaat.
Het mooie is dat juist op die plaatsen de vissen vrij honkvast zijn of deze
plaatsen regelmatig komen opzoeken.
Op groot water is het dan ook interessant als je visvinder tevens over een Gps
functie beschikt waardoor je een volgende maal exact dezelfde plaats kan terug
vinden, waarbij je telkens weer onmiddellijk kunt
zien of er vissen aanwezig zijn en waar ze zich op dit moment ophouden. .
Wat nog
altijd niet wil zeggen dat ze die dag ook bijten, maar het heeft je wel het
vertrouwen dat je niet op een visloze plaats in de weer bent.
Ik schrijf hier speciaal "de vis die wij willen vangen" omdat er natuurlijk nog
talrijke andere plaatsen en situaties zijn waar er wel vis zit, maar waarvoor
een visvinder niet het ideale middel is om deze te lokaliseren. Denken we
daarbij aan het vissen vanaf de kant of in kanalen en kleine vijvers. Maar ook
hier komt door de techniek verandering in mede door laatste snufjes, zoals
een visvinder met een
draadloze mini transducer die men onder bv de hengeltop kan neerlaten, of aan
een draadje in het water kan werpen en waarvan je de gegevens kan aflezen op je
smartfone of je polshorloge.
Maar deze snufjes staan momenteel nog in hun kinderschoenen en kunnen
nog niet tippen aan de grotere modellen, al komt daar met de jaren zeker nog
verandering in. Het principe blijft echter nagenoeg gelijk.
|
Enkele modellen van visvinders.
1- een van mijn eerste modellen met batterijhouder 2- draadloos model voor
smartfone 3 - voerboot model
4- een gesofisticeerd model |
Was een dieptemeter/visvinder/Gps vroeger een
luxeproduct, tegenwoordig zijn er zoveel modellen en merken op de markt in
iedere prijsklasse, dat ze voor iedereen binnen bereik vallen.
De prijs wordt bepaald door de mogelijkheden zoals: zend/ontvangst vermogen, het
aantal pixels, grote van het scherm, 2 of 3d, zijscan, enz...
Laat u bij aankoop dan ook goed informeren bij een bekende dealer om een miskoop
te vermijden.
Hieronder dan ook reeds wat technische uitleg om reeds een goed idee te krijgen
van de mogelijkheden en de werking.
|
De visvinder technisch bekeken
Elke visvinder bestaat uit twee delen: het beeldscherm,
tevens zend- en
ontvangstmodule met de knoppen voor de bediening en de transducer die als onderwater antenne fungeert.
De transducer
De transducer
zelf wordt bij een eigen boot, meestal aan de spiegel van de boot vastgemaakt
en is met de zend- en ontvangsteenheid verbonden via een kabel. Wil je deze echter verplaatsbaar houden, dan gebruik je het best
een transducerstang. Zelf gebruik ik een rechte uitvoering omdat deze
gemakkelijk opgeborgen kan worden in een reiskoker.
Er zijn verschillende modellen transducers die afhankelijk van de montage op de
boot of het gebruik gekozen worden. Koop daarom steeds bij iemand die
hiervan op de hoogte is en leg uw eigen situatie uit voor u beslist welk model u nodig heeft. Het getoonde model is een van de populairste en een van de
betrouwbaarste voor de meeste omstandigheden. Aangezien de transducer als
antenne voor de visvinder fungeert, dient deze perfect te worden gemonteerd.
Volg daarbij de handleiding van de leverancier nauwkeurig op. Enkele regels
zijn echter algemeen van toepassing. |
-
Luchtbellen
onder of in de omgeving van de transducer geven storing, hij moet daarom op een plaats met een vloeiende watergang worden
gemonteerd.
-
Plaats de transducer steeds zo dat de signalen recht naar beneden
zijn gericht bij de gebruikelijke vaarsnelheid.
-
Let er bij spiegelmontage op dat hij niet te dicht bij de
buitenboordmotor wordt gemonteerd om storing door de schroeven te
vermijden.
-
Voor transducers die op polyester gelijmd worden, volg hierbij de
lijminstructies van de fabrikant nauwkeurig op.
-
Plaats de transducer steeds zo diep mogelijk in het water, dat
minimaliseert de kans op storingen.
-
Gebruik bij aluminium en metalen boten alleen een transducer die
hiervoor geschikt is, meestal in plastic behuizing.
-
Vermijd dat de transducerkabel in
contact komt met andere bekabeling
in de boot.
-
Controleer de transducer regelmatig op vuil..
-
Ontvet de tranducer geregeld met een gewoon afwasmiddel sopje. Vuil
en vet hebben een negatieve invloed.
|
Enkele verschillende mogelijkheden |
Het beeldscherm
De weergave van het onderwaterbeeld gebeurt op het LCD scherm. Afhankelijk van de kwaliteit en
prijs is de detailweergave beter. Maar algemeen kan men stellen dat bij de
huidige generatie visvinders de meeste ruim voldoen. Door de grotere omzet
zijn de prijzen flink gedaald, terwijl de voortschrijdende techniek voor
steeds betere kwaliteit zorgt. De nieuwere modellen zijn met een kleurenscherm of
zijn een combinatie van visvinder en GPS en hebben zelfs 3D weergave, al vind
ikzelf dit laatste nu niet echt een noodzakelijk iets. |
voorbeeld 3D weergave |
De werking
De achter het scherm ingebouwde zend-
en ontvangsteenheid zendt signalen uit via de transducer die weerkaatst worden
door de bodem en de tussenliggende objecten. Deze teruggekaatste signalen
worden door de transducer terug opgevangen en op het scherm omgezet in beeld.
Volgens de fabrikanten zijn deze signalen niet waarneembaar voor de vissen,
al wijzen recente studies uit dat zeker bij vissen als dolfijnen, er toch een
reactie volgt op het gebruik van sonar signalen. Maar in ons geval is de
frequentie hiervoor waarschijnlijk te laag om enige invloed te hebben. De
signalen worden uitgezonden onder een bepaalde hoek, afhankelijk van het
model.
Bij de huidige modellen is dit circa 20 graden, bij mijn Eagle ultra 3D is
dit nog 14 graden. Door deze hoek worden de signalen uitgezonden in een
kegelvorm. Het sterkst zijn de signalen in het midden van de cirkel en worden
zwakker naar de randen toe. Je kunt je dit het best voorstellen als een
zaklamp die je gebruikt in een donkere omgeving. Alleen datgene dat binnen de
stralingsbundel komt, wordt op het beeldscherm weergegeven. Het oppervlak
dat de stralingsbundel bestrijkt is afhankelijk van de waterdiepte. Door met
je zaklantaarn meer afstand tot de muur te nemen, wordt het verlicht gebied
vergroot. Bij een visvinder is dit hetzelfde, hoe dieper het water, hoe
meer je van de bodem ziet. De oppervlakte die de stralingsbundel bestrijkt is
derhalve afhankelijk van de diepte. Globaal kun je zeggen dat de oppervlakte
die de stralingsbundel op de bodem bestrijkt, met een 20 graden transducer
circa 1/3 van de waterdiepte is in cirkelvorm. Daarbij verandert deze hoek
ook bij gebruik van meer decibels
(sensitivity), hoe meer sensitivity, hoe
kleiner het oppervlakte dat je van de bodem ziet. |
|
BASIS FUNCTIES
De microelektronica heeft er voor gezorgd dat er op de meeste visvinders veel
extra functies geplaatst zijn. Veel van die functies hebben met de essentie
van het vis vinden weinig te maken, en zijn hoofdzakelijk bedoeld om het
geheel aantrekkelijker te maken voor de koper. We nemen daarom alleen de
belangrijkste functies die noodzakelijk zijn, en die op iedere visvinder
aanwezig zijn uitgebreider onder de loep.
De beeld/vaar snelheid
Om een bodemprofiel op te tekenen, moet de boot in beweging zijn. Het
beeld wordt hierbij sterk beïnvloed door de vaarsnelheid. Als twee boten met
identieke visvinders hetzelfde traject afleggen, maar met een verschillende
vaarsnelheid, dan krijgen ze een totaal verschillende indruk van het
bodemprofiel. Zo zie je bij een langzame snelheid een zacht aflopende helling, terwijl met hoge snelheid dit een steil aflopende helling wordt. Om te zien
of de vaarsnelheid juist staat afgesteld kijkt men naar de visecho's, deze
mogen niet te langgerekt zijn, en moeten een mooi banaanachtig figuurtje
vormen.
(zie VB.). Gewoonlijk werkt een
instelling op 3/4 chart speed het best. Ook als je langzaam vaart. Het is vaak ook mogelijk gewoon vissymbolen
(zie VB.)
op het scherm te krijgen in de plaats van de gebruikelijke banaantjes, deze
zijn in verschillende grote, en vaak met vermelding van de diepte waarop de
vissen zwemmen. Hoe je dit instelt hangt van je persoonlijke voorkeur af.
|
werking bij varen
|
Verder kan men verschillende diepteschalen instellen
(zoom functie). Bijvoorbeeld: van 0 tot 10 meter of 0 tot 30 meter, enz.. Op
geavanceerde toestellen kun je dit zelfs per meter. Het voordeel
hiervan is dat je een duidelijker beeld krijgt van de bodem over het volledig
scherm. Een andere functie die hiermee samengaat is de beeldscherm splitsing. Hierbij krijgt men op de ene helft een beeld over de volledige diepte,
terwijl de andere helft de eerste meters vanaf de bodem weergeeft.
(zie VB.) |
|
De sensitivity (decibels)
Een van de allerbelangrijkste functies.
Deze functie kan men regelen van hoog naar laag. Hoe meer sensitivity, hoe
kleiner het oppervlakte dat je van de bodem ziet. Staat deze functie te laag,
en is het diep water, dan mag je blij zijn dat de visvinder de waterdiepte
aangeeft en je de bodem ziet. Je moet de sensitivity dan ook zodanig
instellen dat je een duidelijk beeld krijgt. Normaal doe je dat door deze op
het maximum te zetten, en dan te verminderen tot je een duidelijk beeld
krijgt zonder storingen. Hoe ondieper het water, hoe lager je deze normaal
moet instellen voor een duidelijk beeld. Is het water veel dieper, dan moet
je deze hoger instellen wil je nog vissen zien. Bij veel visvinders is er een
automatische mode, waarbij het apparaat dit zelf regelt. In de meeste gevallen
werkt dit naar behoren. Storingen/ruis komen meer voor in zeewater dan
in zoetwater,
(hoofdreden hiervoor is de
watersamenstelling, turbulentie en micro-organismen).
Nemen we aan dat de instelling
juist staat, dan zie je in de eerste plaats de diepte, die je gewoon kunt af
lezen (instellen in meter of voet), de bodem en de vissymbolen.
Maar met
een gevoelige visvinder is het zelfs mogelijk de Thermoclines waar te nemen.
Dat betekent: in dieper water is er vaak een verschil van temperatuur in de
verschillende waterlagen, waar deze lagen elkaar raken noemen we dit de thermocline. De diepte en dikte hiervan wisselt met het weer, de seizoenen
en zelfs de tijd van de dag. Op diepere meren kunnen er meerdere thermoclines zijn. Deze thermoclines zijn vaak belangrijk voor game vissen,
omdat deze graag juist onder of boven deze thermoclines zwemmen. Vaak zit de
aasvis juist boven deze waterlaag, terwijl de grotere predators er juist
onder zwemmen. Hoe groter het verschil in temperatuur, hoe duidelijker men
deze lijn kan zien met de visvinder. (zie VB). Op ondieper water is dit fenomeen
echter niet aanwezig, of is het verschil in temperatuur zo gering dat het
niet zichtbaar is.
|
instelling sensitivity thermoline
|
De grayline
Technisch kies je hiermee tussen zachte of harde echo's. Met deze
instelling moet je echter zuinig omspringen: te veel ingevoerde grayline doet
de echo's vergrijzen, waardoor het contrast verslechterd. Stel deze zo in dat
je het verschil ziet tussen een zachte of een harde bodem.
Een zachte bodem is meestal een dikkere lijn terwijl een harde bodem een dunne
lijn geeft.
|
|
Enkele gesofisticeerde toepassingen en
begrippen
DualBeam PLUS
sonarsysteem:
Een samenstelling van 2 sonarbundels, die
gelijktijdig functioneren. De info van de 2 bundels wordt gecombineerd en
(overlappend) weergegeven op uw scherm. Het is ook mogelijk de info van de 2
bundels naast elkaar of 1 bundel over het gehele beeldscherm te bekijken.
(kaartsnelheid afstelbaar) Resultaat: een zeer duidelijk bodembeeld van
beplanting, structuur en/of vis tot een diepte van 186 mtr. |
|
de scanhoek :
Het begint allemaal met uit te leggen dat een sonde (of transducer) zijn meting
uitvoert onder een bepaalde hoek. De scanhoek bepaalt de breedte van de kegel
waarmee de sonde de bodem zal aftasten. De grondoppervlakte van die kegel wordt
groter naarmate het water dieper wordt. De scanhoek bepaalt de breedte van de
kegel en daarmee de oppervlakte die op een bepaalde diepte wordt gescand.
Hoeveel bodem er daadwerkelijk gescand wordt is uiteraard afhankelijk van de
diepte van het water; hoe dieper hoe breder de kegel. Over het algemeen geldt
ook: hoe kleiner of smaller de kegel waarmee gescand wordt hoe zuiverder de
diepte-gegevens zijn. Maar gebruik je de scan vooral als fishfinder dan geldt
hoe breder de kegel hoe makkelijker er naar vis gezocht kan worden, je bekijkt
immers een groter gebied. |
|
Let wel op: de transducer middelt de
teruggekaatste signalen, wat wil zeggen dat bij een sterk talud de meest diepe
plek in het gescande oppervlakte niet op het scherm gepresenteerd zal worden.
Dat is bij een nagenoeg vlakke bodem niet zo'n probleem maar in specifieke
gevallen zoals het onderstaande plaatje toont kunt u ook zien dat er dus een
'dode' zone is, waar de vis niet zal worden waargenomen. Het zal je niet
verbazen dat juist in de blinde vlek de mooiste vis ligt te wachten op jouw
stukje kunstaas |
|
|
|
Split-screen views
: Down Imaging™ / 2D Sonar
Deze View toont u een totaal beeld van wat er zich direct onder uw boot bevindt.
Snel structuren herkennen m.b.v. Down Imaging, terwijl u 2D beelden gebruikt om
de vis te localiseren en vangen. Samen zijn ze de ideale combinatie en het
giswerk is voorbij! |
Split-screen view : Down scan/Side scan en 2D
sonar |
|
Split-screen view : Down Imaging™ / Side
Imaging® Sonar
|
|
|
|
In de Heldere/Wis (Clear)modus worden de
weerkaatsingen softwarematig gefilterd en alleen vis en structuren worden
gedetailleerd weergegeven, resulterend in een schoon, rustig, scherp en helder
beeld zonder (oppervlakte)ruis. Een grote visboog op het scherm is dus ook een
grote vis. |
|
Besluit:
Als alles goed gaat, en je ziet een plaats als onderstaand voorbeeld, dan
ben je reeds 100 % zeker dat er vis zit. Meestal moet je het echter met minder
duidelijke bodemprofielen, als hellingen of diepteverschillen doen, maar het
brengt je hoe dan ook steeds voordeel op. Een ding weet je echter zelfs met de
beste visvinder nooit: of ze vandaag ook bijten. |
|