Zeebrasem (soort)
|
De familie van de zeebrasems ook wel schaapvissen
genoemd bestaat uit soorten
die wat betreft lengte uiteenlopen van 12 tot 200 centimeter en over de
gehele wereld in de tropische en subtropische delen van alle
oceanen worden
aangetroffen. De helft van alle bekende soorten leeft in de wateren
rondom Zuid-Afrika.
In de Middellandse
Zee leven
24 soorten. Enkele soorten worden ook in brak en zoet water
aangetroffen.
Ze komen slechts bij uitzondering door het kanaal tot voor onze kust.
De familie bestaat uit 36
geslachten
en
meer dan 120
soorten.
De drie belangrijkste soorten die buiten de Middellandse zee te vinden
zijn tussen het Atlantische kustgebied van Marokko en de Ierse kust zijn:
Rode zeebrasem, Gewone zeebrasem, Zwarte zeebrasem.
Sommige soorten leven boven zachte,
modderige bodem, andere geven dan weer de voorkeur aan zand, rotsbodem
of koraalriffen.
Een gemeenschappelijke eigenschap is de vorming van scholen en het leven
in de buurt van de bodem.
In hun voedingsgebied zijn ze praktisch altijd onderweg op zoek naar
eten. Toch zijn ze tamelijk honkvast en als men ze eenmaal ergens
gevangen heeft, zal men ze ook later daar meestal terugvinden.
Ze leven tussen het oevergebied en een diepte tot -500 m.
In het algemeen kan je stellen dat naarmate ze groter worden ze ook
dieper water opzoeken.
Hun belangrijkste voedsel bestaat uit wormen, slakken, kleine krabben
en kreeftjes en groter plankton.
Jonge vis of dode vis wordt ook verorberd.
De meeste zeebrasem zijn lekkere en duurdere vissoorten en zijn voor de
beroepsvisserij van commercieel belang.
Een opmerkelijke gave is dat zeebrasems hermafroditisch aangelegd zijn.
In de loop van hun leven kunnen ze veranderen van vrouwtjes naar
mannetjes of omgekeerd. Tweeslachtig zijn ze echter niet.
Opgepast bij het onthaken, de vinnen bevatten doorgaans scherpe
stekels.
Hier enkele courante en minder bekende eigen vangsten.
|
 |
Goudbrasem/Sparus aurata
Max. lengte/gewicht:
70cm. Nederlands record 2008: 39cm 956gr.
Leefgebied/gedrag: De goudbrasem komt
zowel in zoet, zout als brak water voor in gematigde wateren. De soort
is voornamelijk te vinden in kustwateren en komt ook voor in de
Nederlandse
Waddenzee.
De diepte waarop de soort voorkomt is -1 tot -150 meter.
Voeding: Mossels, oesters en kreeftachtigen.
|
 |
Rode zeebrasem/Blackspot seabream/Pagellus bogaraveo
De soort heeft zeer grote ogen. De rug is donker roodachtig en de rest
van het lichaam grijs roodachtig tot onderaan meer zilverkleurig. Nog
een belangrijk kenmerk is de duidelijke donkere vlek achter de kop aan
het begin van de zijlijn.
Buitenlandse
benamingen:
Duits: seekarpfen, graubarsch.
Engels: red bream. Frans: dorade commune.
Italiaans:
occhialone. Portugees: goraz, besugo. Spaans: besugo
Max. lengte/gewicht:
70cm/4kg. Gemiddelde circa 30cm/1kg.
leefgebied: Deze soort wordt
zeer veel in het westen van Ierland gevonden. Ook aan de zuid en
westkust van Engeland algemeen voorkomend in de zomermaanden, mei tot
september.
Bovendien komt hij ook nog
vrij noordelijk voor. Langs onze kust zeldzame dwaalgast.
Hoewel ze meestal te vinden zijn op iets diepere plaatsen, zo rond de
-20meter, gaan ze ook op zoek naar voedsel tot tegen het oppervlakte.
Gaat bij voorkeur achter de schemering fourageren op voedsel en soms
doet hij daarbij zelfs vrij ondiepe plaatsen aan. |
 |
Gewone zeebrasem/Pagellus erythrinus
De ganse vis is
roodachtig gekleurd, ook de buik en alle vinnen, met uitzondering van
de lichte buikvinnen. De flanken hebben soms een blauwachtige kleur.
Buitenlandse
benamingen:
Duits: rotbrassen Engels: pandora. Frans: Pagel, pageau. Italiaans:
pagello, fragolino. Portugees: bica Spaans: breca
Max. lengte/gewicht:
60cm/3.24 kg
Gemiddelde lengte 25cm.
Leefgebied:
Deze soort leeft op zandgrond, voornamelijk in de Middellandse zee en
de zwarte zee.
|
 |
Zwarte zeebrasem/Spondyliosoma cantharus
De basiskleur is grijs met vaak
blauwgroene reflexen. Opvallend zijn de donkere lengte strepen op de
zijden. Bij grotere volwassen dieren komen hier dikwijl nog brede vaag
donker gekleurde dwarse banden bij. De hommers zijn tijdens de
paaitijd bijna altijd zwart.
Buitenlandse benamingen:
Duits: streifenbrassen. Engels: black
bream. Frans: breme de mer, griset. Italiaans: cantarella, tunuta.
Portugees: choupa. Spaans: chopa
Max. lengte/gewicht: 60cm/2.6kg. Gemiddelde lengte 30cm
en 700gr.
Nederlands record 2010: 2525gr 2009: 53cm.
Leefgebied:
De vis komt veel voor in de golf van Biskaje, bij Bretagne, de Britse
zuidkust en van daar zuidelijk tot Angola en verder door de ganse
Middellandse zee.
In de zuidelijke Noordzee aan de kusten van de
Lage
Landen is de
zeekarper een 's zomers sporadisch voorkomende dwaalgast.
Goede stekken in Engeland zijn de zuidkust, Sussex, Littlehampton en het
eiland Wight.
Is in Engeland een specifieke zomergast, Mei tot september.
Prefereert iets dieper water, onder de -18 meter, maar komt ook zijn
voedsel zoeken naar het oppervlak bij opkomend of afgaand getij. |
 |
Gymnocranius euanus/Japanese large-eye
bream/
Paddletail Seabream
Max lengte/gewicht: 45cm, gemiddeld 35cm.
Leefgebied:
Tropisch, Western Pacific.
Eigen vangsten: Madagascar
|
|
Gymnocranius griseus/Grey large-eye bream
Max. lengte/gewicht:
35cm, gemiddeld 25cm.
Leefgebied:
Tropisch. Rifgeasosieerd. Indo west pacific.
Eigen vangsten: Madagascar
|
VISTECHNIEKEN
ZEEBRASEM
klik hier voor dit hoofdstuk
|
|
|