Muggenlarven/Vers de Vase
|
Dit is de larve van de dansmug en bij ons
algemeen voorkomend in niet te sterk stromend en stilstaand water. De grootste
exemplaren komen uit stilstaande poelen, terwijl de kleintjes die gebruikt
worden in het lokvoer te vinden zijn in stromend water. Het zoeken en verzamelen
is een hels karwei, maar als beloning heeft men dan wel een topaas. Gelukkig
voor velen kan men ze ook gewoon in de hengelsportzaak verkrijgen. Bestellen
vooraf is vaak noodzakelijk wil men 100% zeker zijn. Meestal koopt men vers de
vase voor op de haak in een verpakking, waar ze gemengd zitten met
bosaarde of bladeren. Is dit de dag voor de visdag, dan kun je ze ook zo naar
het water meenemen,
of je kunt ze ook extra gaan voorbereiden.
(spenen) Hierdoor krijg je
een iets steviger en actiever aas.
Spenen & bewaren:
Na aankoop de grootste uitzoeken.
Deze zet je in een voldoende grote plastic doos met
nooit meer dan 2-3 cm water, liefst regenwater, (geen chloorwater)
De eerste dagen ververs je het bewaarwater bij voorkeur iedere dag, later
volstaat het om het water
om de 2 tot 3 dagen te verversen. Ze zijn het best na een weekje. Na 3 weken
gaat de kwaliteit
sterk achteruit. In de zomer bewaar je de doos best in de koelkast op 6-7
graden. In de winter op
een beschut plekje buitenshuis.
Hoeveel op de haak:
Voor een snelle
voornvisserij is één exemplaar voldoende. Voor een visserij
op "kleine platte" is 2-3 stuks aan te raden. En voor de echt grote jongens kun
je gerust tot 10 stuks
op de haak prikken.
Zoeken van vers de vase:
Binnenkort hoop ik eens
een hoofdstuk te maken over het scheppen van
muggenlarven. Jaren terug was ik iedere week wel in een of andere beek te vinden
voor kleine vers, en in vijvers voor grote vers en bevoorrade ik verschillende
winkels met dit topproduct. Maar momenteel doe ik het niet meer bij gebrek aan tijd
en helaas heb ik mijn materiaal ook weggegeven zodat even gaan scheppen en
foto's maken moeilijk is, maar
dat hoop ik binnenkort weer
te veranderen. Tot dan moet je het doen met gekochte exemplaren, net als ik nu!
Weet wel dat scheppen van vers de vase vrij arbeidsintensief is. Als het alleen
voor eigen gebruik is, doe je het enkel om over kwaliteit aas te beschikken
anders is het in verhouding niet rendabel. |
|
Imitatie
vers de vase
Powerbait imitatie aasjes van Berkley of een
ander merk. De imaties geven permanent een lokstof
af en blijven langer aan de haak zitten waardoor er meerdere vissen mee te
vangen zijn. Een praktijktest door lezers van "Witvis totaal" gaf goede
resultaten. |
|
Maden
|
De vleesmade is ongetwijfeld één van de meest
gebruikte aassoorten bij het vissen op witvis. De made is zo populair omdat het
een gemakkelijk, goedkoop aas is dat altijd en overal verkrijgbaar is. Er zijn
verschillende soorten maden afhankelijk van de soort vlieg. Daarbij
bieden de hengelsportzaken
ze ook aan in verschillende kleuren. Opgepast, onlangs is het gebruik van
gekleurde maden in openbare
Belgische waters verboden. De kleine madensoort "pinkies" zijn uiterst levendig en worden meestal
aan het lokaas toegevoegd.
Niemand zegt echter dat je ze ook niet kunt gebruiken op de haak, waar ze met
enkele exemplaren een attractief wriemelend trosje vormen dat onweerstaanbaar is voor voorn en brasem.
Maar in hoofdzaak wordt de grootste soort gebruikt aan de haak. Er zijn
allerlei manieren om de maden
extra attractief te maken of ze van een extra geur of smaak te voorzien, zie
hiervoor aas- en lokaastips.
Laat ze na aankoop niet in de plastiekzak zitten, maar plaats ze in een speciale
ruime madendoos met kleine
luchtgaatjes. Bewaren kun je ze in de koelkast of in de kelder.
|
MADENREINIGER is een product dat bij uitstek
geschikt is om Uw maden te ontvetten en schoon te maken voor het gebruik aan de
waterkant. Nadat U Uw maden een tijdje heeft laten rondkruipen in een
hoeveelheid MADENREINIGER kunt U alle vellen en ander afval afzeven en ook de
reiniger weer verwijderen. Uw maden zijn nu volledig schoon en ontvet. Hierna
kunt U de maden vermengen met de een of andere flavour.
|
|
Een made zet je zo op de haak, of net door het kontje waar de twee zwarte
puntjes zitten
Twee maden op de haak. Zet er eentje op de steel, de andere prik je op
haakbocht door het kontje.
|
Casters
|
Casters zijn verpopte maden, en een aangewezen aas voor
grote brasem. Van maden naar casters is
eigenlijk maar een kleine stap. Hoewel je deze ook in de hengelsportwinkel kant
en klaar kunt kopen, maakt de
echte caster-visser ze meestal zelf. De gekochte maden gewoon in een bak met
zavel (goed afsluiten) en na
verloop van enkele dagen beginnen ze spontaan te verpoppen. Gooi de casters
daarna in een bak met water om de zinkende van de drijvende te scheiden. Ze zijn ook te gebruiken in het
lokaas, al dan niet geplet.
Hoewel het hier een niet bewegend aas betreft, is het een aas dat door de
vissen erg goed gekend is.
Larven, al dan niet verpopt zijn nu eenmaal dagelijkse kost voor onze
vissen.
|
Een caster zet je op een van deze manieren op de haak.
|
Wormen |
Er zijn verschillende soorten wormen, maar voor
ons vissers komen hiervan slechts enkele soorten in aanmerking |
Zelf
wormen kweken
Het onafhankelijk Nederlandse instituut voor aardwormenculturen www.aardwormen.nl
heeft nu voor de doe-het-zelver een zelfkweekset op de markt gebracht. Hiermee
kan iedereen op een eenvoudige en reukloze manier zelf kweken. Dit kan in een
hoekje op zolder in de kelder of op om het even waar. Bestellen kan via de site. |
|
Mestpiertjes/Eudrillus eugeniae |
Waarschijnlijk de belangrijkste onder de viswormen. Hengelsportzaken hebben ze
steeds op voorraad. De beste plaats om deze wormen thuis te kweken is de composthoop. Je hoeft er
niet echt veel moeite
voor te doen, en je bent steeds in het bezit van verse mestpieren. |
Twee kleine mestpiertjes los op de haak, een bewegende attractie.
|
Dauwwormen/Lumbricus Terrestris |
De grootste onder de Europese wormen. Het verzamelen of zoeken van deze wormen
doen we 's morgens vroeg als de dauw nog op het kort gemaaide gazon staat of bij
nacht. De dauwworm komt dan gedeeltelijk uit zijn gang te voorschijn,
waarbij het achtereind in zijn tunneltje blijft zitten. Bij het minste onraad of trilling trekt hij zich vliegensvlug terug onder de grond. Een rood transparant plaatje
voor de zaklamp en dan
voorzichtig als een kat over het gazon sluipen. Trek hem niet ruw uit zijn
tunnel, doe het geleidelijk en zacht anders breekt hij. De beste worm voor
het vissen met de peur of als karper of palingaas. |
|
Aardwormen/regenworm/Lumbricidae
|
In aantal zijn dit de grootste groep van alle in de tuingrond levende wormen.
We komen ze tegen tijdens
het spitten in de tuin, waarbij we ze kunnen verzamelen in een doosje.
Bewaren kunt u ze het best door
het doosje onder de aarde te steken. Er zijn trouwens verschillende
ondersoorten, en vaak zijn ze vrij
taai. Dat kan dan weer een voordeel zijn als ze langere tijd op de haak moeten
houden.
Zoals bv bij het palingvissen. Ook op de peur doen ze het uitstekend, al is
een combinatie met andere
wormen hier wel beter voor de extra reuk. |
|
Springer/Vissersworm/Dendrobaena veneta |
Deze worm is zeer geliefd bij de hengelsport
omdat het een levendige, stevige, zeer sterke en lang houdbare worm is (ongeveer
een half jaar zonder problemen)
Het succes van de worm: het kronkelen wekt bij
vissen eetlust op. De aan de haak geprikte worm verspreidt een sterke geur,
vooral als de worm doormidden geknipt is. De vis hapt waar de geur vandaan komt,
spies de worm met de snijkant aan de haak.
Te koop in hengelsportzaken.
|
|
Blauwkoppen |
Een blauwkop is een vrij grote worm die bijna niet
onderdoet voor de dauwworm. Je vindt ze meestal
in kippenmest, of in slikgrond. Hoewel een vrij actieve en taaie worm, zie je
hem zelden gebruiken. Als reden hiervoor is het vrij moeilijk lokaliseren en vinden van deze soort.
|
|
Manieren om wormen aan de haak te zetten
|
Onderstaand enkele voorbeelden hoe je wormen op
de haak kunt zetten.
Op Vb 2 zie je hoe een worm gefixeerd wordt met een made
of caster, zodat deze minder vlug van de haak verdwijnt tijdens het werpen en
het vissen.
|
|
Brood
|
Er zijn niet echt veel
vissers die met deeg of brood vissen, het lijkt zo passé. Toch is het nog
steeds een goede aassoort die men in talrijke variaties kan aanbieden.
En het mag dan ook op steeds meer interesse rekenen. |
De broodkorst |
We gebruiken hiervoor een stukje van de korst van een wit
of bruin brood, waar nog voldoende
zacht brood aan vastzit. Afhankelijk van de vissoort kan dit een korstje
zijn van 1 tot 6 cm.
Voor het vissen met de vlokhengel op rietvoorn is 1 cm ruim voldoende, terwijl
voor een karper
6 cm maar net genoeg kan zijn. Meestal vist men de korst drijvend, maar het
kan ook in alle
waterlagen tot op de bodem toe.
|
Deeg |
Je neemt wat oud
witbrood, verwijderd de korst, en laat het wat weken in water. Daarna wikkel
je het brood in een doek en perst er zoveel mogelijk het water uit. Is dat
gedaan, dan kneed je het tot een homogene zachte massa. Met wat toevoeging van
boter en zoetstof kneed je het nu verder tot het niet meer aan de vingers blijft
kleven. Klaar is je deeg.
Je kan er natuurlijk ook allerlei zoet, reuk of
smaakstoffen aan toevoegen wat het nog attractiever maakt.
|
Maïs deeg |
Van polenta kun je een zeer succesvol deeg bereiden.
Zeker voor karper het proberen waard.
Je roert 200 gr polenta, 50 gr maïsmeel, 10 gr maïs poeder en een theelepel
suiker met een beetje
water tot een dikke brei. Je laat dit zolang koken tot er zoveel mogelijk water
verdampt is zonder dat
het aanbakt. Voordurend roeren is noodzakelijk. Daarna laten afkoelen en
langdurig kneden.
|
Ander deeg |
Door toevoeging van reuk of smaakstoffen kan men zowat
honderden verschillende soorten
deeg bereiden. Enkele van deze ingrediënten zijn, kaas, fruit, visolie,
aardappelen enz...
Tip:
Toen ik met de club een wedstrijd moest vissen tegen een andere club op
een vijver waar in de week voordien een massa verse vis uitgezet was, gebruikten
onze clubleden een deeg gemaakt van vismeelkorrels. Dit was voeder dat de viskweker die deze vis uitgezet had,
gebruikte in zijn viskwekerij. de resultaten waren zo verbluffend dat er jaren
nadien nog steeds over geroddeld werd.
|
Broodkorsten
|
Kaas
|
Is een goed vangend aas, zeker voor barbelen, kopvoorns en karpers, maar ook
voor
andere vissen die in dit aas een lekkere hap zien. Dat getuigen de talrijke
bijvangsten. Mijn favoriete kaas is het Babybel-mini kaasje. De reden hiervoor is simpel,
het is een zacht maar
taai kaasje dat goed op de haak houdt. Verder blijft het vers zolang je het niet
aansnijdt.
Maar bijna iedere andere kaassoort is bruikbaar, al hebben zachtere kazen toch
de voorkeur.
Zachte kaas kan men gewoon op de haak prikken, hardere kazen vissen dan weer
beter aan een hair. Zelf naai ik mijn kaasblokje steeds op de onderlijn met een aasnaald.
Harde kazen kan men zachter maken door ze een nachtje in melk te weken.
Van smeerkaas en brood kun je een kaasdeegje maken.
Men kan geraspte of gemixte kaas toevoegen aan een standaardlokaas. |
|
Aardappelen
|
De aardappel blijft voor mij het aas bij uitstek
voor karper maar kan ook voor andere witvissen.
Vooral in de warmere jaargetijden en als alternatief voor dressuur op boilies.
Aardappelen moeten gekookt worden. Liefst niet te gaar, dan vallen ze te vlug
van de haak.
Voor mij is het ideaal punt bereikt als men tijdens het koken er gemakkelijk in
kan prikken met een
breinaald. Dus te hard voor een vork. In het kookvocht kun je door toevoeging
van een aroma of flavour de aardappel extra attractief maken. Zelf beperk
ik me tot twee vanillestokjes of wat zoetstof. Zoals ik al zei, aardappelen
gebruik ik het meest bij het karpervissen, en de grootte van de aardappels of de
aardappel dobbelstenen is afhankelijk van de vissen die ik verwacht. Normaal
vis ik met blokjes van 1.5 tot 2 cm en meestal voldoen deze uitstekend voor
karpers van 2 tot 10 kg. Verwacht ik grotere vis, of ben ik op recordjacht,
dan schrik ik er niet voor terug een volledige kleine aardappel tot 5-7 cm te
gebruiken. Om het aas op de haak te plaatsen werk ik meestal met een
onderlijn die ik met een aasnaald door de aardappel trek. Vis ik zonder
onderlijn, dan zet ik de haak na het opnaaien van het aas aan de lijn. Een wat
omslachtige manier, maar zeker de minst opvallende omdat er nergens een
wartel of knoop zichtbaar is. Nog een ding wil ik je meegeven: toen wij op een
avond wilden karperen, merkten we pas aan het water dat we ons aas vergeten
waren. De afstand was te groot om terug te keren. In een frituur kochten wij
enkele zakjes frieten en gebruikten deze als aas. Het resultaat, 6 karpers van
boven de 5 kg mochten er best zijn voor een viertal uren vissen. |
|
Larven divers
|
Zo nu en dan komt er wel een soort op de hengelmarkt, maar meestal is dit
slechts van korte duur.
De reden waarom ik ze hier aanhaal, is dat het vaak een goede alternatieve
aassoort is.
In sommige gevallen kun je ze in de vrije natuur vinden, en dan heb je vaak een
super aas,
in het andere geval hebben ze soms speciale eigenschappen die ervoor zorgen dat
we ze zo nu
en dan aan de haak bevestigen. |
Tebo/Chilecomadia
moorei |
Het gaat hier om de larve van de Chileense
motvlinder. Tebo’s hebben een zeer hoog calciumgehalte en vormen daardoor een
heerlijke “snack” voor vissen, vogels en reptielen. Ook door hun kleur en
geur. Ze kunnen 2 tot 3 maanden in de koelkast worden bewaard met stukjes banaan
als voedsel en vocht. |
|
Wasmotlarven |
Dit aas is een aantal jaren geleden foutief als "bijenmade" in de handel
gebracht. De larven zijn circa 2.5 cm lang, en daardoor een vrij
groot haakaas.
Het voordeel van deze larven is dat ze, mits koel bewaard, maandenlang
houdbaar zijn en daardoor ook in
de winter steeds beschikbaar. Zeker voor het vissen in barbeel en forellen
zones is dit aas bij uitstek geschikt.
Hier azen de vissen in hoofdzaak op allerlei larven die zich tussen de rotsen op
de bodem schuilhouden.
Het is dan ook in de Belgische Ardennen dat ik met deze larve het meest succes
had.
Ook vijverforelvissers gebruiken deze geregeld als haakaas.
|
|
Experts zetten de larven op een speciale manier
op de haak. Hier onder twee manieren gebruikt door een Italiaanse expert.
|
Een enkele wasmot wordt gezekerd met de lus zo kan de vis het aas bijna niet
meer van de haak trekken
zonder zelf gehaakt te worden.
Twee larven in L vorm op de haak laten het aas roteren bij het binnenvissen wat
extra attractief is voor
voor de forellen. |
Meelwormen |
Eigenlijk zijn dit geen wormen zoals de naam laat vermoeden, maar larven van de
meeltor. Ze zijn circa 3cm lang en 3 mm dik. Ze zijn in bijna iedere
hengelsportzaak en dierenwinkel te koop. In een doos met droge zemelen en wat
stukjes appel als voeding en vocht zijn de meelwormen langer dan een maand te
bewaren. Het is een erg beweeglijk en stevig aas dat vaak door vijver
forelvissers wordt gebruikt, maar niet zo gebruikelijk bij het dagelijks
vissen. Uitproberen is dan vaak de boodschap, en ze kunnen in een wedstrijd
het verschil maken als de vissen argwanend reageren op de gebruikelijke
aassoorten. |
|
Kokerjufferlarven |
Een van de
succesvolste alternatieve aassoorten die ik vaak gebruikte in onze Ardennen.
Kopvoorn, forel, en snepen zijn er dol op. De larven leven in "huisjes"
gemaakt van takjes en stenen met een lengte van 2 tot 4 cm. Je vindt ze
vanaf het voorjaar tot in de herfst in zuurstofrijke rivieren en beken. Meestal
vindt je ze gemakkelijkst aan de onderkant van hout of stenen die op de
bodem liggen. De kokertjes verzamel en bewaar je in een doos vochtig mos. Je
kunt ze zo als aas gebruiken, maar meestal breek je het kokertje open en trek
je er de larve voorzichtig uit. Prik de haak in het zwarte kopdeel. |
|
Vis
|
Dood of levend, voor
roofvis is en blijft het hun natuurlijke prooi, en roofvisaas nr 1. De een vis
graag met een voorn, de ander verkiest een grondeling, en weer een ander een
klein karpertje. Zelf verkies ik meestal nog steeds een voorn bij het
zoetwatervissen, omdat die nu eenmaal de natuurlijke prooivis is van het water
waarin ik vis. Daarbij nog liefst een die ik zelf uit dit water wist te vangen.
waarom, noem het vooroordeel, feit is dat ik meestal met die vissen het best
vang. In rivieren, zeker waar de soort voorkomt, gebruik ik wel eens grondeling, en op forel verrons of elritsen. Ook zeevis is vaak een goed aas, zeker bij
het bodemvissen met dood aas.
Vette soorten als makreel scoren hierbij goed. Waar ik ook regelmatig mee vis
is met een reepje vis. |
Visreepje |
Een visreepje of visfladdertje, zo genoemd omdat het bij het binnenvissen
fladdert, gebruik ik bij het vissen op snoekbaars. Het reepje snij je uit de
rug van een voorn (andere vis kan ook). We maken dat er een dik gedeelte is
waar de kaak in komt te zitten, en schuinen de rest af tot op het vel. Het
reepje vis ik actief, met een loodje om het nabij de bodem te houden, net
over de bodem binnen. |
|
Visreepjes bieden we een nog betere houvast op de haak door deze te
bevestigen op een onderlijntje dat we met een aasnaald een of tweemaal door de
strip halen. |
Granen
|
Hennep/Kempzaad |
Hoewel steeds minder vissers het vissen met kemp
onder de knie hebben, is en blijft het een selectieve en vaak succesvolle
manier van vissen op grote voorn.
Een selectief clubje van vissers blijft zweren bij hennep, en voor hen is een
platte een slijmerige vis. Vissen met hennep wordt meestal gedaan in de winter
als de voorns samen hokken, maar ook in de zomer is er goed mee te vangen. In
die tijd heb je echter meer kans op een gebroken lijn, want ook karper is er
niet vies van.
Zie ook: Vistechnieken/vaste stok/artikel/vissen met hennepzaad |
Verse hennepkorrels en hennep in zak van Sensas (klik hier
voor deze site)
|
Maïs |
Mais is waarschijnlijk een van de meest gebruikte
aassoorten in de moderne visserij. Vrijwel iedere vissoort is ermee te vangen.
Het is een ideaal aas en lokaas voor zowel brasem als karper, maar ook andere
witvis laat die lekkernij niet links liggen. Een of meerdere korrels op de haak
afhankelijk van de haakgrote. Karpervisser plaatsen maïs vaak ook op een rig.
Meestal gebruiken we maïs rechtstreeks uit een blik.
Er wordt tegenwoordig ook enorm vaak gevoerd en gevist met maïskorrels waaraan
een bepaalde smaak is toegevoegd en die speciaal zijn gekleurd. |
Enkele soorten van Sensas (klik hier voor het assortiment)
|
Boilies
|
De boilie is
eigenlijk een gekookte aasbal die reeds bestaat sedert 1973. In de
karpervisserij hebben ze een revolutionaire wending gegeven aan de
aaspresentatie en het gericht vissen op karper. Bijna iedere karpervisser heeft zijn eigen boilierecept, zonder de
talrijke smaken en geuren die in de
hengelsportzaak kant en klaar te koop zijn. In het hoofdstuk karpervissen komt
dit aas uitgebreider aan bod. |
|
Pellets
|
Pellets zijn een goed aas voor barbeel en karper,
maar kunnen ook gebruikt worden bij het vissen op witvis. Ze zijn er in alle soorten en maten, hard en zacht. De vis moet wel vertrouwd gemaakt worden
met deze aassoort door vooraf voeren.
Pellets zijn zeker de laatste jaren fel in opmars, ook bij de vaste stok
vissers.
Het massaal gebruik door karpervissers is daar niet vreemd aan.
Zie daarom ook de recentste verslagen bij
Artikels |
Een voorbeeld van de talrijke pellets van Sensas
(klik hier voor deze site)
|
Ongebruikelijke
Aassoorten
|
Alles wat eetbaar is of er eetbaar uitziet, en
ook de meeste kruipende en vliegende insecten, kunnen als aas in aanmerking komen.
|
Lunchworst uit blik
|
Een aassoort die je zelden in de steek laat en ook nog steeds
dressuur doorbrekend werkt. Het heeft echter een groot nadeel, het is enorm
zacht van structuur waardoor het een van de aassoorten is die het vlugst van de
haak of de hair afgaat. Een blokje lunchworst blijft in het beste geval circa 1 uur aan een hair zitten.
Een trucje om de buitenkant
wat steviger te maken is de blokjes licht aan te bakken in een pan met wat olie
of boter.
Stukjes van 1 tot 3 cm kan men gerust zo aan de vissen aanbieden.
Je kan het rechtstreeks aan de haak bevestigen of aan een dregje rijgen met een
fleurnaald.
Een veel gebruikte karpermethode is met een hair en een aasstoppertje.
Een stevige aas-stopper met een groot draagvlak is niettemin bijna
altijd een noodzaak. Zo heeft fox een speciale maar wel erg grote meat stopper.
Beter vind ik de meat schroef van Korum. Deze schroef monteer je aan de hair en
je draait er het luchmeat blokje op.
Blokjes lunchworst kunnen behoorlijk plakkerig
worden. Om dit te vermijden kan je ze bestrooien met wat neutraal poeder of je
kan een extra flavour toevoegen door ze te bestrooien met een of ander flavour
poeder. Je vermindert hierdoor wel de typische geur van de lunchworst maar voegt
er iets extra aan toe.
Wil men echter met kleinere
haken of gewoon met kleiner aas vissen, dan biedt een deegje van lunchworst
uitkomst.
Men wrijft de lunchworst door een zeef en met wat paneermeel en bindmiddel maakt men een
deegje waar uit grote en kleine deegballen gemaakt kunnen worden. Zelfs geschikt voor haken tot
maat 16.
Als lokaas snij ik kleine blokjes van ongeveer 0.5cm. Deze vermeng ik met
partikels en schiet ik met een katapult op de visplek.
Vissen doe ik dan meestal zonder korf.
|
|
Insecten
|
Vliegen, mieren, miereieren, kevers, slakken, larven, kortom bijna alles wat beweegt in en om het
water kan als aas dienst doen. Zo behaalde ik prachtige resultaten met
miereieren op voorn.
Een andere keer wist ik zelfs aan het oppervlak zonnende karpers met
sprinkhanen te verleiden als
al mijn ander aas het liet afweten. Het is niet zo gebruikelijk, maar ook weer
niet ongebruikelijk.
Forelvissers gebruiken regelmatig sprinkhanen of meivliegen. En zeker in
de hooiperiode is een
sprinkhaan kort op de kant aangeboden een verrassend goed vangend aas.
Denk er eens aan als je vis ziet azen langs de oever of als ander aas het laat
afweten. |
Sprinkhanen:
Sprinkhanen zijn in de zomer een van de beste aassoorten als oppervlakte aas
maar ook op diepte. Je vangt er zowel forel, kopvoorn, ruisvoorn en alle
witvis mee tot zelfs roofblei. Je moet de diertjes natuurlijk eerst vangen.
Een wollen deken uitgespreid over het gras werkt prima. De vluchtende
sprinkhanen blijven met hun poten aan de vezels van de deken hangen. Bewaren
doen we ze in een glazenpot afgedekt met een been van een nylonkous. Van
de nylonkous snijden we de voet af en via hier kunnen we de sprinkhanen er in
stoppen en uithalen. Met een knoop in de kous sluiten we het boeltje af.
Bewaren kan zelden langer dan 2-3 dagen.
Voor het vissen gebruiken we een dundradige haak in de maat 10 die we door het
achterlijfje halen. Voor grote vis gebruik je meerdere sprinkhanen op de haak,
anders één. Voor het vissen aan het oppervlak gebruik je een onverzwaarde lijn. Het werpgewicht kan eventueel komen van een buldo of verzwaarde dobber.
Hou een ruime afstand tussen dobber en aas, minimum 1 meter.
Op diepte vis je zoals met alle ander gewoon levend aas. Hou er wel rekening
mee dat aan de haak gezette sprinkhanen drijven. Dus een loodhageltje
kort bij het aas. |
|
Pissebedden
|
Er zijn zowel land-
als waterpissebedden. Waterpissebedden zitten in ieder niet verontreinigd water
met enige plantengroei. Ze zijn te vangen met een netje of met een hark,
waarmee je wat waterplanten opdiept. Gewone pissebedden zitten onder bijna elk
stuk rottend hout of onder bijna iedere steen. Het is zeker in de zomer met een
lichte lijn en op warme dagen een niet overtroffen aas voor voorn. De viswijze
bestaat er in ze aan een licht lijntje tot net boven de bodem te laten
neerdwarrelen. |
|
Viseieren
|
Kuit van zalm of andere vis is zeker op forelwater en
forellenvijvers een gebruikelijk aas.
Je vindt ze in iedere hengelsportzaak in bokaaltjes. Je moet ze met een
fijn tuigje vissen om ze zo
natuurlijk mogelijk aan te bieden. Een extra fijne haak is daarbij geen
overbodige luxe om het fragiele aas zo min mogelijk te schenden. Het aas moet vaak gecontroleerd worden om
te zien of het nog op
de haak zit. Bij de minste beet moet men aanslaan. |
|
|