-
Voor additieven
als zoet, smaak en reukstoffen in poeder vorm of vloeibaar, is er maar een
juiste manier om deze in het lokvoer te verwerken. Namelijk vooraf oplossen
in het water waarmee men het lokaas bevochtigt.
-
Dode maden in het
lokaas. Vaak dodelijk voor brasem.
Neem de hoeveelheid gezuiverde maden die je hiervoor wil aanwenden en schud
deze in een grote madendoos. Giet dan lauw water over de maden (geen
kokend) en pas daarna al roerend wat kokend water tot alle maden
dood zijn.
Het water afgieten en de maden met een oude keukenhanddoek of keukenpapier
droog maken.
-
Voor het
bijvoederen met kleine ver-de-vase in mergel voeg je hieraan best wat
kleefstof toe en maak je er een klein balletje van dat je gemakkelijk op je
voerstek kan werpen of cuppen. Door de kleefstof valt het voer niet tijdens
het afzinken uiteen wat vaak niet gewenste kleine vis lokt.
-
Zorg steeds voor
een ruime lokaasketel, liefst twee stuks, voor de aanmaak van u lokaas.
Zorg daarbij voor een bijpassende voerzeef, fijn en grof.
-
Maden. Was verse
maden in een zeepsopje en spoel ze onmiddellijk af met zuiver water, en
droog ze met een handdoek.
-
Maden. Na het zuiveren van maden doe je ze in een madendoos met toevoeging van wat babycorn. Je kunt er dan ook eventueel
een smaak of reukstof aan toevoegen die de maden opnemen.
-
Bij een wedstrijd. Zorg er voor een zo ruim mogelijk assortiment
aas bij de hand te hebben. Maden in verschillende dikte
en kleur, ver-de-vase, gekookte maïs,
en kleine wormen is wel het
minimum.
-
Een paar dagen voor de wedstrijd voeg je per 5 liter
vochtige gezeefde leem twee afgestreken koffielepels additief toe. Daarna
wordt deze leemaarde nog eens extra gezift. Tenslotte bewaar je de
leemaarde in een voerbassin, afgedekt met een vochtige handdoek tot de
dag van de wedstrijd. Eventueel de handdoek tussendoor nog eens extra
nat maken als de leemaarde te vlug droogt. Kort voor de wedstrijd de
leemaarde mengen met het vers klaargemaakte voer.
-
Op stromend water. Maak steeds je voer de dag voor de
wedstrijd klaar en bewaar het in de koelkast. Zo nemen alle deeltjes
het water evenredig op en vermijd je dat de grove delen zich
stroomafwaarts laten "meedrijven" en de aanwezige vis doen
verspreiden.
-
Vis je "in de kant", voer dan ook enkele balletjes
ver voor het geval de vis op de kant niet wil.
-
Neem steeds wat extra droog voer mee als reserve.
Soms is het voer aan het water te nat of wil je een lichter voer. Dan kan je dit nog steeds aanpassen.
-
Koop je voer bij een "molen", of bij de boerenbond. Je bespaart er een hoop geld mee.
-
Gebruik je aroma's, doe dit met mate. In stilstaand water het minst
toevoegen.
-
Indien je met de vaste hengel vist, voer dan 1 tot 2
meter links of rechts, naargelang de stroming, van je dobber.
-
Licht voer bij
sterke stroming heeft weinig nut, tenzij voor de buurman. Maak je voer dan ook zwaarder door toevoeging
van mergel of leem.
-
Druk je voer steeds voor het vissen door een zeef, ook als je
denkt dat het fijn genoeg is. Zo bereik je een homogeen voer. Wil je
dan een directe werking, voeg daarna wat droogvoer toe.
-
Muggenlarven doe
je het best in het voer juist voor het begin van de wedstrijd als je
onmiddellijk vis op de stek wil. Wil je alleen brasem, dan kan het goed
zijn de muggenlarven de avond vooraf reeds in licht bevochtigde leem te
bewaren. Doe dit in laagjes. Een laagje mergel, bevochtigen, een laagje
larven, een laagje mergel, bevochtigen, enz.
De muggenlarven zullen nu op de bodem blijven liggen en niet wegdrijven
in het water.
-
Vis je op brasem, knip dan een kleine hoeveelheid wormen door het
lokaas. Niet te veel, wormen kunnen jouw stek ook
verpesten. Probeer het eens uit op een oefensessie.
-
Casters maken is heel eenvoudig. Doe zuiver zagemeel
in een plastiek kom, gooi er een handvol maden in, af en toe met een
plantenspuit het zagemeel vochtig maken, en na een tijdje zie je de
maden bruin worden. Raap ze eruit en zeef met een passende zeef. De
casters zijn iets kleiner maar wel vers. Zet ze daarna in water om de
drijvende van de zinkende te onderscheiden.
-
Mestpieren kan je uitstekend zelf vinden in een tuincomposthoop.
Zelf kweken gaat ook.
-
Een visvoer feederbakje met deksel is zeer handig. Bij felle zon of
regen is het voer in een mum van tijd onbruikbaar. Zeker
bij een volledige dag vissen komt het voer door de zon zuur. En door de
regen, te nat natuurlijk.
-
Wormen blijven in de koelkast tot maanden goed. Regelmatig wat
aarde verversen en de koelkast op 3/4 zetten.
-
Doe bij het feederen ook wat casters in het feederpotje, niet in
het visvoer. Casters worden immers vlug zuur.
-
Doe vishennep in een
thermos fles en giet er kokend water op.
Een nachtje laten trekken en je hebt s'morgens de mooiste
vishennep. Het water gebruik je voor de aanmaak van het voer. Zo
profiteer je van het aroma.
-
Vraag een topvisser eens zijn mening over
jouw voer, soms kom je dan meer te weten dan hem lief is.
-
Brasem op de stek,
maar niet of weinig vangen?
Verander dan eens van aas of heef het een geurtje mee. Ga eens voor een
decadent ongewoon aas, vaak blijft het resultaat niet uit. De vissen
op je voerplek hebben het door jou aangeboden aas waarschijnlijk
gerangschikt als bloedlink. Blijf niet aarzelen en probeer het eens
anders. Zeker op vijvers of kanalen waar regelmatig met dezelfde
systemen gevist wordt een aanrader.
-
Voeg je reuk of smaakstoffen toe aan het lokaas, doe er de helft in
terwijl u het de eerste maal bevochtigt, en de rest juist voor het
vissen.
-
kook eens water samen met een tweetal vanillestokjes, en gebruik
dit water om het voer aan te maken. Goed voor brasem en
karper.
-
Maden rechtreeks uit de hengelsportzaak zijn vaak niet in optimale
conditie. Giet ze daarom op een casterzeef. De fitte en actieve maden
kruipen er onmiddellijk door, en wat achter blijft op de zeef is goed
voor de afval. De goede maden kunt je het best in een ruime box met
polenta bewaren. 1 liter polenta voor 1 liter maden. Juist voor je
vertrek op de visdag de polenta afziften en eventueel smaak of
reukstoffen toevoegen.
-
Wanneer jouw maden door de regen nat geworden zijn kun je deze het best
drogen met polenta of maïsmeel.
-
Bewaar maden in een zo groot mogelijke doos, zeker bij warm weer,
om te voorkomen dat de maden beginnen te zweten.
-
Drijvende maden voor aan de haak. neem een handvol maden en leg die
in een apart madendoosje, doe er vervolgens een beetje water bij
zodanig dat ze juist met hun rug boven steken. Na ongeveer 10 minuten
hebben ze zoveel lucht opgenomen dat ze op de haak boven de bodem zweven.
-
Casters maken. Doe op 1/2 liter castermaden 1 koffielepel curcuma
poeder, hierdoor versnelt het proces en je casters worden mooi dik.
-
Voeren met Gemalen maïskorrels. We pureren de
maïskorrels met een mixer en voeren dit met het cupje op de visstek.
-
Wormen in het
lokaas kunnen een voer explosief maken voor brasem. Knip de wormen dan wel
zo fijn dat de vis de smaak van wormen aantreft, maar geen wormen. In dit
geval is een algemeen basis feedervoer voldoende, het dient in hoofdzaak om
de verknipte wormen op hun plaats te brengen.
-
Het kan erg handig
zijn om voor het verknippen van de wormen gebruik te maken van een
wormenschaar. Je knipt driemaal zo vlug.
-