Home   Email  

 

Vissen op...
Snoekbaars
Snoek
Zeelt
Karper
Brasem
Baars
Barbeel
Paling/Aal
Roofblei
Meerval
Vijverforel
Voorn
Droomvissen

 

 

Vissen op Meerval
Materiaal 
 
Klik op de afbeelding voor een vergroting  

Algemeen  Algemeen2 Materiaal Montages en techniek Publicaties  

Meerval en zeker de grotere exemplaren zijn echte monsters. Ze vragen dan ook om een speciale uitrusting. Het gezegde "Zo licht mogelijk vissen om de vis een kans te geven", daar heeft vis nog visser iets aan. Dat resulteert alleen in een meerval die wegzwemt met een flink stuk onderlijn uit de bek hangend met daaraan een haak en daarbij een ontgoochelde visser achterlatend. Maar dat wil nu ook weer niet zeggen dat ik met een hijskraan wil vissen. Zelf wil ik nog wel kunnen genieten van een mooie dril en de hengel moet daarbij voor het broodnodige gevoel zorgen. Overschat de kracht van een meerval echter niet, het zijn geen bewoners van de grote oceaan waarvan de spierbundels gehard zijn door de stromingen. De meerval moet het hebben van zijn gewicht. Een meerval moet reeds behoorlijke afmetingen hebben, zeg maar + 1.5 meter voor we van echt zware strijd kunnen spreken. Of je moet er toevallig eentje haken op een lichte spinhengel tijdens het snoekbaarzen. Meervalvissen doe je trouwens steeds samen met een partner. In je eentje op meerval vissen is vragen voor problemen, en bijlange na zo leuk niet.
Vergunningen
Het vissen op meerval is in het buitenland vaak aan strikte regels en vergunningen gebonden. Ieder land heeft zowat zijn eigen regels maar deze veranderen geregeld. Het is dan ook noodzakelijk u vooraf goed te informeren, en nogmaals kort voor vertrek en ter plaatse.  Zo vermijd je onplezierige en kostelijke contacten bij controles die zeker in Frankrijk, Italië en Spanje vrij geregeld gehouden worden. Courante informatie vind je ook bij de Nederlandse en Belgische meervalgroeperingen. Het webadres vind je bij de Links. Ook de ambassade van het land heeft vaak folders die op eenvoudige aanvraag toegestuurd worden.
Hengels
Kun je met een karperhengel of een zware spinhengel op meerval vissen, Ja, maar het is behelpen, niet ideaal  en ook niet aan te raden. Een hengel om op meerval te vissen moet voor dat doel geschikt zijn. Daarbij zijn er verschillende vistechnieken die elk een ander soort hengel vragen. Kortom, wie goed voorbereid op pad wil, dient over meerdere soorten hengels te beschikken.  Sommige merken brengen  speciale meervalhengels op de markt en andere merken hebben dan weer uptide, boothengels of big fish hengels die deze benaming gerust zouden mogen dragen.
De praktijk leert dat een 2.40 tot 2.70 meter lange carbonhengel met een medium tapered actie en een werpgewicht van 200 tot 300 gram het universeelst is.
Voor het vissen met het boeiensysteem waarbij de hengel iets langer mag, zijn veel uptide hengels geschikt.
Voor die manieren van vissen waarbij u de gehele tijd met een hengel in de hand zit  zoals bij het kwakhoutvissen zijn langere hengels onhandig en te zwaar. Hiervoor hebt u een gevoelige hengel nodig. Een hengel van circa 2 meter en 50-80 Lbs.
Voor het kunstaasvissen heeft u alle belang bij een lichtere hengel. Sommige zwaardere jerkbaithengels kunnen hiervoor in aanmerking komen. Ze moeten dan wel nog geschikt zijn voor een werpmolen  en over voldoende ruggengraat beschikken. 
Mijn eigen hengels:
Met deze hengels kan zowat iedere situatie en viswijze op meerval beoefend worden. Sommigen zijn waarschijnlijk niet meer te krijgen, maar het geeft een richtlijn als u hengels wilt aankopen.  (Aangeduid met
* zijn mijn favorieten)
* Zebco Rhino Df big fish - 2.40 meter - tweedelig - werpvermogen 300 gr
* Shakespear k2 extreem boat rod - 2.7 m - tweedelig - 100-600 gr
* Tecnochrome uptide 960 - 2.90 m - 200-300 gram
- Dam hypron xs bigfish - 3 m - 150/300 gr - 2delig
- Cormoran carb-o-star de luxe - 420cm - 100/250 gram
-
Shimano extage stc boat - 2.4 m - 4 delig - werpvermogen 75-250gr
- Pezon special force - 2.7 m - werpvermogen 20-80 gr - high module carbon - 2dl.

VB van goede meervalhengel
Molens/Reel
Zelf probeerde ik reeds meermalen een of andere reel uit en dat waren niet de goedkoopste merken. Toch keerde ik steeds terug naar de molen. Ze hebben beiden hun voor en nadelen, maar ik ben nu eenmaal meer vertrouwd met de molen en voor mij is dat het belangrijkst. Het spreekt vanzelf dat ik dan wel over een kwaliteitsmolen praat, en niet over een molen die 20 € kost. Mijn molens zijn allen uit de Shimano Fa reeks, maar er zijn nog merken met kwaliteitsmolens.
De voor en nadelen:
  • De reels zouden robuuster zijn en de as zou niet verbuigen onder extreme belasting. Dat is ook zo, men ziet het verbuigen op lichtere molens, maar meestal merk je het, door het niet meer correct werken van de slip die hierdoor in rukken afloopt. Maar  bij een kwaliteitswerpmolen gebeurd dat niet.
  • Bij een reel zal de lijn minder kinken door regelmatig gebruik. Maar met dyneema heb je daar ook op een molen weinig last van, wel met nylon.
  • De inhaalsnelheid ligt bij een molen altijd wel iets hoger of bij een reel. Wat zijn voordelen heeft als de vis bv. naar u toe zwemt en er vlug lijn moet ingewonnen worden. Hierdoor zou de molen echter iets aan kracht inboeten tegenover de reel.
  • Bij het vissen met kunstaas, is het nog altijd gemakkelijker werpen met een reel, of je moet een professional zijn die het werpen met een reel 100% onder de knie heeft.
  • Elke reel is een soort baitrunner. De vrijloop is instelbaar en meestal voorzien van een ratel. Sommige van mijn werpmolens hebben geen baitrunner, en soms is dat behelpen,  maar meestal gebruik ik geen baitrunner voor zware vissoorten.
Conclusie:
Moet je zelf kiezen, kies dan steeds waar je zelf het meest in geloofd en op vertrouwd. Is dat de reel en kun je er perfect mee overweg, dan is dat geen slechte keuze. De meeste Belgische vissers zijn echter meer vertrouwd met de werpmolen, en zullen daar in de meeste gevallen ook best mee overweg kunnen.
De lijn
Zeker bij het vissen op meerval is er geen enkele twijfel over welke lijn. Gevlochten lijn is hiervoor het best geschikt. De belangrijkste voordelen zijn gekend: praktisch, rekloos en dun in verhouding tot de trekkracht. Bij het boeiensysteem zorgt de enorme spanning die op deze lijn kan worden gezet, dat de vis zichzelf gemakkelijk haakt. De lijn staat ook vrij strak en hangt niet door zodat drijfvuil geen kans krijgt om tegen de hoofdlijn op te hopen. Bij het vissen op gevoel is het contact veel directer en voelt men beter wat men doet.
Gebruik wel steeds een goede molenspoelknoop bij het opzetten van de lijn op de spoel, anders staat u aan het water met een op de molenspoel doorslippende lijn. Minstens zo belangrijk is ook het zo strak mogelijk opspoelen van de lijn. Als deze te los zit, kan een zware vis de lijn tussen de wikkelingen op de spoel vasttrekken. Met nylon heeft u deze problemen niet, maar als je deze twee regels in acht neemt, met gevlochten lijn ook niet.  
30 tot 40/00 is een goede keuze.
Haken
Een haak moet steeds in verhouding staan tot het aas en de vis. Met levend aas gebruikt men nog steeds de typische meervalhaken.
Toch worden er steeds kleinere haken gebruikt Nr 3 tot 6, zeker met pellets als aas. En zoals ik zelf mocht ondervinden krijgt men hierdoor beduidend meer aanbeten zonder dat dit problemen heeft om de vis ook effectief te haken.
Hoewel volledigheidshalve vermeld bij de montages voor roofvis vissen we indien mogelijk steeds met enkele haken. Een takel met meerdere dreggen is vaak een onding waarbij vaak een van de dreggen uit de bek hangt tijdens het drillen en ook het onthaken van de vis. Er is steeds een reële kans dat de uit de bek hangende dreg tijdens de dril ergens vast komt te zitten. Het gevaar bestaat ook dat onder en bovenkaak aan elkaar gedregd worden. Verspeel je zo'n vis dan verhongerd hij gegarandeerd. Ook bij het toepassen van de meervalgreep of bij het onthaken is de kans groot dat je een dreg in de hand krijgt. Vist u met paling dan krijgt u met een dreg problemen, de paling wringt zich er gegarandeerd rond.

Typische meervalhaak voor levend aas. Nu echter steeds minder gebruikt en vervangen door
bv Nr 5/6 van hamakatsu.
Dobbers
Vroeger was het moeilijk om in ons land  dobbers met een drijfvermogen van 80 tot zelfs 300 gram te vinden. Nu zijn er reeds enkele speciaalzaken waar ze te verkrijgen zijn. Daarbij bied het internet vaak uitkomst, want hier kun je zowat alles vinden dat er te koop is. Ik heb het niet zo op de grootste formaten die ook een karper van 1.5 kg niet onderkrijgt. Zelfs een meerval moet de weerstand voelen die zo'n dobber oproept. Het meest gebruikt is 80gram. In mijn viskist zitten dobbers van 50 tot 110 gram en voor extreme gevallen (nog nooit gebruikt) heb ik nog een dobber van 200 gram. Een goede dobber is de MSG meervaldobber. Gemaakt van hard kunststof, dus bijna onverwoestbaar.  Duidelijk zichtbaar, ook op grote afstand. De antenne biedt ruimte aan een (4,5 mm) breekstaafje. Draagt met gemak een duimdikke paling of een zeeltje of karpertje van 20 centimeter.
 
Onderlijnmateriaal
Als onderlijn nemen we meestal Kevlar met een diameter van ongeveer 0.75 millimeter. Deze dikte overtreft ruim de trekkracht van de hoofdlijn en dat heeft als reden: De bek van de meerval. Deze staat vol tandjes, weliswaar niet zo scherp , maar toch scherp genoeg om tijdens een dril van 10 tot 20 minuten de lijn door te schuren. Vis ik in de Amazone op meerval dan gebruik ik steevast een stalen onderlijn. Maar dat heeft dan weer te maken met de andere vissoorten die mijn aasvis bedoelt voor een meerval als hun eigen hapje zien. En hun tanden maken gehakt van een kevlar onderlijn. De dikte die ik daar gebruik is zelden minder dan 80 LBS staaldraad.  Test je onderlijnen ook steeds thuis uit. Een slechte verbinding kost je zo geen recordvis aan het water.
Ander materiaal en toebehoren
Sommige artikels zijn vaak moeilijk te vinden, alhoewel ook hier het internet vaak uitkomst bied. Het meeste kleinere materiaal staat beschreven bij de viswijzen waarbij het gebruikt wordt. Als je iets koopt bezuinig dan niet op wartels, stoppers en schuifsystemen. Koop steeds topkwaliteit. Een vistrip waarop je misschien die ene recordvis verspeeld omdat je een goedkopere wartel gebruikte is wel een grote contradictie.

Zelfs stoppers zijn van een reuze formaat
Hengelsteunen:
Ik vond op het internet zelfs geen steun die aan de eisen voldoet er zit dus slechts een ding op, zelf fabriceren. Het moet in de eerste plaats een steun zijn die stevig genoeg is om keer op keer in de rotsachtige bodem te slaan. De steun moet zo stevig kunnen staan dat de eerste de beste 30kg meerval er niet met de hengel vandoor gaat. Driepootsteunen zie je vaak gebruiken bij het boeivissen maar daarbij staan de lijnen  zo strak gespannen dat een gehaakte meerval die een run inzet, de opstelling zonder pardon omver trekt. De enige goede hengelsteun is dan ook gemaakt van 4 millimeter dik RVS hoekprofiel. Hij kan identiek gemaakt worden als de aluminiumsteun in het vb. De lengte moet minimum 1 meter zijn, maar liefst nog 1.5 meter. Het bovendeel waar de hengel in steunt is ongeveer 35/45cm.
   
voorbeeld van hoe je een eigen steun maakt. 3-Beetverklikker systeem
Beetverklikkers:
Een van de voordelen van het boeiensysteem is dat het een zelfhaaksysteem is. U kunt dus 's nachts doorvissen mits  je beschikt over een betrouwbare beetmelder. Meestal zijn topbelletjes niet genoeg als je een vaste slaper bent. Zelf heb ik genoeg aan een viertal reuze bellen die ik met een klem aan de top bevestig samen met een mini lichtje (zoals ze in de disco gebruiken als oorbel of hangertje)  maar een breekstaafje kan ook. Neem deze in verschillende kleuren, zodat als je met meerdere vissers bent, het onmiddellijk zichtbaar is aan welke hengel de actie plaats vind. Anderen gebruiken vaak zelfgemaakte systemen waarbij beweging van de hengel omgezet wordt in een elektronisch signaal. Dan kan door een pieper aan te sluiten op een bewegingssensor, bv. een kwikschakelaar. De kwikschakelaar maakt bij elke ruk op de hengel kortstondig contact waardoor de pieper geluid maakt. Oplopers kan men op dezelfde manier detecteren, maar dan wel met een breekcontact, waarbij als de hengel terugvalt het breekcontact ontspant, en hierdoor het geluidsignaal in werking treed. Een totaal andere mogelijkheid is een infrarood bewegingsdetector waartussen de hengel geplaatst wordt. Nog een ander systeem zijn de elektronische beetverklikkers voor de karpervisserij. Hiervoor plaats men de beetverklikker op een stik achter de hengel. Een klemmetje met daaraan een nylonlijntje wordt aan de hengeltop geknepen. De nylonlijn komt nu in de beetverklikker gelegd en aan het uiteinde wordt een wartellood geknoopt om de lijn op spanning te brengen. (vb3) 
Wegen en meten:
Als je een kapitale vis vangt wil je soms ook weten welk gewicht en lengte hij nu precies heeft. Daarvoor heb je een weegschaal en een deftige weegzak nodig. Voor meervallen moet de weegschaal dan ook minimum een gewicht van 100 kg aankunnen. Om deftig te kunnen wegen moet ze opgehangen worden met een ruime driepoot die voldoende hoog kan opgesteld worden. (vb) Een fatsoenlijke weegzak waarin de meerval kan getransporteerd en gewogen worden maak je meestal zelf. Bijvoorbeeld van een vrachtwagenzeil. De beste vorm is deze van een brancard (vb) Minimaal 2 meter, met grote afwateringsgaten en dichte uiteinden. Zijn de uiteinden open dan glijdt een spekgladde meerval er gegarandeerd uit tijdens het transport. Aan de zijkant voorzien we gleuven waar er langs beide zijden een voldoende lange stok, genre bezemsteel in kan gestoken worden. De uiteinden hiervan doen dan dienst als handvaten. Let er op dat u de zak niet te diep maakt, 50cm is ruim voldoende. Voor het meten is een rolmeter van 3m het praktisch.
 
Kwakhout:
Een van de vreemdste manieren van vissen op meerval is wel het vissen met het kwakhout. Leerde je steeds stil te zijn aan het water, met het kwakhout maak je nu juist wel geluid, al moet je zelf nog wel stil zijn natuurlijk. Een goed kwakhout is uit één stuk gemaakt, liefst van een harde houtsoort. Het moet mooi glad geschuurd zijn en goed afgelakt. Er zijn verschillende vormen afhankelijk van het land of de streek waaruit ze komen, maar het principe blijft hetzelfde. Door op de juiste manier geluid te maken met het kwakhout, maak je de meerval nieuwsgierig en lok je ze naar het aas. Er kleeft ook een nadeel aan het kwakhout. Wordt er in sommige streken te veel gebruik van gemaakt dan verliest het razendsnel zijn  aantrekkingskracht. De vis leert dan het geluid kennen en reageert er niet meer op. Soms doet het dan meer slecht dan goed. Zo zijn in bepaalde plaatsen alleen nog kleine meervallen te vangen bij het gebruik van een kwakhout. Het kwakhout vissen gebeurd altijd vanaf een boot al dan niet driftend  met het aas op geringe afstand van de boot. We vissen voor het gemak steeds met een kortere hengel en met het dobbersysteem.  Alle aas is bruikbaar.
Het vraagt enige oefening om het juiste geluid te produceren. Doe je het goed, dan is de knal  als van een ontkurkte champagnefles, zo luid dat er geen twijfel over bestaat dat je het goed doet. Er zijn verschillende modellen, maar de werkwijze  is dezelfde. De beweging met de arm is versnellend naar achter toe. Een ander nadeel van het driftend vissen met gebruik van het kwakhout is dat de meerval het geluid niet meer kan lokaliseren als de boot geregeld van koers wijzigt door de wind en hierdoor afhaakt.
 
Boten:
Hoewel het vissen op meerval best kan lukken vanaf de oever, is een boot bijna onontbeerlijk, zowel voor het uitleggen van de lijnen, het vinden van een goede stek, het transport over het water, het drillen vanuit de boot, het slepend vissen, het vissen met het kwakhout, en nog vele andere toepassingen. De beste boten zijn polyester en houten boten. Liefst met geen al te hoge boord, wat gemakkelijker is om zittend te vissen en om de meerval binnenboord te halen. Toch zie je ook veel vissers met rubberboten. Vaak omdat deze goedkoper zijn, gemakkelijker in transport, en je niet afhankelijk bent van een verhuurbedrijf. Ze zijn iets ongemakkelijker, maar verder lukt het ook met deze boten best.
(In veel plaatsen is nu een vaarvergunning verplicht) 
Visvinder:
Een goede visvinder behoort tot de standaarduitrusting van de meervalvisser. Het bodemprofiel is bij het meervalvissen van het grootste belang en de visvinder/dieptemeter is daar nu eenmaal het instrument voor. Met een goede visvinder is het bij kwakhoutvissen zelfs mogelijk te zien hoe de meerval naar het aas stijgt, de aanbeet zie je dus letterlijk aankomen.
(zie ook: " basistechnieken/visvinder)
Ander materiaal:
Trolling Bucket: Dit is een soort aasketeltje met bovenin gaatjes, dat u aan een touwtje in het water hangt. De trolling bucket is speciaal ontworpen voor gebruik achter een langzaam varende boot. De vissen worden nu niet verpletterd door de waterdruk. Wil je je vlug verplaatsen, dan zet je hem gewoon die tijd rechtop in de boot.
Werkhandschoenen: Onontbeerlijk bij het landen van een meerval en het toepassen van de meervalgreep. 
Stringerkoord: 1cm dik zacht koord van ongeveer 10 meter lang. Of een speciaal gemaakt stringerkoord.  Neem verschillende exemplaren mee.
Quick release sluitingen: Voor het vastleggen van de hengels bij nacht, ze kunnen bij een aanbeet gemakkelijk los gemaakt worden en voorkomen dat je hengel spoorloos verdwijnt. Je maakt ze vast met een stuk touw en een tenthaak in de grond.

1 Trolling bucket  2 quick release sluiting  
Nog ander materiaal komt aan bod bij de techniek zelf.

(Klik op de banner voor meer info)

Algemeen  Algemeen2 Materiaal Montages en techniek Publicaties  

Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.