Meerval en zeker de grotere exemplaren
zijn echte monsters. Ze vragen dan ook om een speciale uitrusting. Het
gezegde "Zo licht mogelijk vissen om de vis een kans te geven", daar
heeft vis nog visser iets aan. Dat resulteert alleen in een meerval die
wegzwemt met een flink stuk onderlijn uit de bek hangend met daaraan een
haak en daarbij een ontgoochelde visser achterlatend. Maar dat wil nu
ook weer niet zeggen dat ik met een hijskraan wil vissen. Zelf wil ik
nog wel kunnen genieten van een mooie dril en de hengel moet daarbij
voor het broodnodige gevoel zorgen. Overschat de kracht van een meerval
echter niet, het zijn geen bewoners van de grote oceaan waarvan de
spierbundels gehard zijn door de stromingen. De meerval moet het hebben
van zijn gewicht. Een meerval moet reeds behoorlijke afmetingen
hebben, zeg maar + 1.5 meter voor we van echt zware strijd kunnen
spreken. Of je moet er toevallig eentje haken op een lichte spinhengel
tijdens het snoekbaarzen. Meervalvissen doe je trouwens steeds samen met een partner.
In je eentje op meerval vissen is vragen voor problemen, en bijlange na
zo leuk niet. |
Vergunningen |
Het vissen op meerval is in het
buitenland vaak aan strikte
regels en vergunningen gebonden. Ieder land heeft zowat zijn eigen
regels maar deze veranderen geregeld. Het is dan ook noodzakelijk u
vooraf goed te informeren, en nogmaals kort voor vertrek en ter plaatse. Zo vermijd je onplezierige en kostelijke contacten bij controles
die zeker in Frankrijk, Italië en Spanje vrij geregeld gehouden worden. Courante informatie vind je ook bij de Nederlandse en Belgische
meervalgroeperingen. Het webadres vind je bij de Links. Ook de
ambassade van het land heeft vaak folders die op eenvoudige aanvraag
toegestuurd worden. |
Hengels |
Kun je met een karperhengel of een zware
spinhengel op meerval vissen, Ja, maar het is behelpen, niet ideaal
en ook niet aan te raden. Een hengel om op meerval te vissen moet voor
dat doel geschikt zijn. Daarbij zijn er verschillende vistechnieken die
elk een ander soort hengel vragen. Kortom, wie goed voorbereid op pad
wil, dient over meerdere soorten hengels te beschikken. Sommige
merken brengen speciale meervalhengels op de markt en andere
merken hebben dan weer uptide, boothengels of big fish hengels die deze
benaming gerust zouden mogen dragen.
De praktijk leert dat een 2.40 tot 2.70 meter lange carbonhengel met
een medium tapered actie en een werpgewicht van 200 tot 300 gram
het universeelst is.
Voor het vissen met het boeiensysteem waarbij de hengel iets langer mag, zijn veel uptide hengels geschikt.
Voor die manieren van vissen waarbij u de gehele tijd met een hengel in
de hand zit zoals bij het kwakhoutvissen zijn langere
hengels onhandig en te zwaar. Hiervoor hebt u een gevoelige hengel
nodig. Een hengel van circa 2 meter en 50-80 Lbs.
Voor het kunstaasvissen heeft u alle belang bij een lichtere hengel.
Sommige zwaardere jerkbaithengels kunnen hiervoor in aanmerking komen.
Ze moeten dan wel nog geschikt zijn voor een werpmolen en over
voldoende ruggengraat beschikken.
Mijn eigen hengels:
Met deze hengels kan zowat iedere situatie en viswijze op meerval
beoefend worden. Sommigen zijn waarschijnlijk niet meer te
krijgen, maar het geeft een richtlijn als u hengels wilt aankopen.
(Aangeduid met
*
zijn mijn favorieten)
* Zebco Rhino Df big fish - 2.40 meter - tweedelig - werpvermogen 300 gr
*
Shakespear k2 extreem boat rod - 2.7 m - tweedelig - 100-600 gr
*
Tecnochrome uptide 960 - 2.90 m - 200-300 gram
- Dam hypron xs bigfish - 3 m - 150/300 gr - 2delig
- Cormoran carb-o-star de luxe - 420cm - 100/250 gram
-
Shimano extage stc boat - 2.4 m - 4 delig -
werpvermogen 75-250gr
- Pezon special force - 2.7 m - werpvermogen 20-80 gr - high module
carbon - 2dl. |
VB van goede meervalhengel |
Molens/Reel |
Zelf probeerde ik reeds meermalen een of
andere reel uit en dat waren niet de goedkoopste merken. Toch keerde ik
steeds terug naar de molen. Ze hebben beiden hun voor en nadelen, maar
ik ben nu eenmaal meer vertrouwd met de molen en voor mij is dat het
belangrijkst. Het spreekt vanzelf dat ik dan wel over een
kwaliteitsmolen praat, en niet over een molen die 20 € kost. Mijn
molens zijn allen uit de Shimano Fa reeks, maar er zijn nog merken met
kwaliteitsmolens.
De voor en nadelen:
|
- De reels zouden robuuster zijn en de
as zou niet verbuigen onder extreme belasting. Dat is ook zo, men ziet
het verbuigen op lichtere molens, maar meestal merk je het, door het
niet meer correct werken van de slip die hierdoor in rukken afloopt.
Maar bij een kwaliteitswerpmolen gebeurd dat niet.
- Bij een reel zal de lijn minder kinken door regelmatig gebruik. Maar
met dyneema heb je daar ook op een molen weinig last van, wel met nylon.
- De inhaalsnelheid ligt bij een molen altijd wel iets hoger of bij een
reel. Wat zijn voordelen heeft als de vis bv. naar u toe zwemt en er
vlug lijn moet ingewonnen worden. Hierdoor zou de molen echter iets aan
kracht inboeten tegenover de reel.
- Bij het vissen met kunstaas, is het nog altijd gemakkelijker werpen
met een reel, of je moet een professional zijn die het werpen met een
reel 100% onder de knie heeft.
- Elke reel is een soort baitrunner. De vrijloop is instelbaar en
meestal voorzien van een ratel. Sommige van mijn werpmolens hebben geen
baitrunner, en soms is dat behelpen, maar meestal gebruik ik
geen baitrunner voor zware vissoorten.
|
Conclusie:
Moet je zelf kiezen, kies dan steeds waar je zelf het meest in geloofd
en op vertrouwd. Is dat de reel en kun je er perfect mee overweg, dan is
dat geen slechte keuze. De meeste Belgische vissers zijn echter meer
vertrouwd met de werpmolen, en zullen daar in de meeste gevallen ook
best mee overweg kunnen. |
De lijn |
Zeker bij het vissen op meerval is er geen
enkele twijfel over welke lijn. Gevlochten lijn is hiervoor het best geschikt.
De belangrijkste voordelen zijn gekend: praktisch, rekloos en dun in
verhouding tot de trekkracht. Bij het boeiensysteem zorgt de enorme
spanning die op deze lijn kan worden gezet, dat de vis zichzelf
gemakkelijk haakt. De lijn staat ook vrij strak en hangt niet door
zodat drijfvuil geen kans krijgt om tegen de hoofdlijn op te hopen. Bij
het vissen op gevoel is het contact veel directer en voelt men beter wat
men doet.
Gebruik wel steeds een goede molenspoelknoop bij het opzetten van de
lijn op de spoel, anders staat u aan het water met een op de molenspoel
doorslippende lijn. Minstens zo belangrijk is ook het zo strak mogelijk
opspoelen van de lijn. Als deze te los zit, kan een zware vis de lijn
tussen de wikkelingen op de spoel vasttrekken. Met nylon heeft u deze
problemen niet, maar als je deze twee regels in acht neemt, met
gevlochten lijn ook niet.
30 tot 40/00 is een goede keuze.
|
Haken |
Een haak moet steeds in verhouding staan
tot het aas en de vis. Met levend aas gebruikt men nog steeds de
typische meervalhaken.
Toch worden er steeds kleinere haken gebruikt Nr 3 tot 6, zeker met pellets
als aas. En zoals ik zelf mocht ondervinden krijgt men hierdoor
beduidend meer aanbeten zonder dat dit problemen heeft om de vis ook
effectief te haken.
Hoewel volledigheidshalve vermeld bij de montages voor roofvis vissen we
indien mogelijk steeds met enkele haken. Een takel met meerdere
dreggen is vaak een onding waarbij vaak een van de dreggen uit de bek
hangt tijdens het drillen en ook het onthaken van de vis. Er is steeds
een reële kans dat de uit de bek hangende dreg tijdens de dril ergens
vast komt te zitten. Het gevaar bestaat ook dat onder en bovenkaak aan
elkaar gedregd worden. Verspeel je zo'n vis dan verhongerd hij
gegarandeerd. Ook bij het toepassen van de meervalgreep of bij het
onthaken is de kans groot dat je een dreg in de hand krijgt. Vist u met
paling dan krijgt u met een dreg problemen, de paling
wringt zich er gegarandeerd rond. |
Typische meervalhaak voor levend aas. Nu echter steeds minder gebruikt
en vervangen door
bv Nr 5/6 van hamakatsu.
|
Dobbers |
Vroeger was het moeilijk om in ons land
dobbers met een drijfvermogen van 80 tot zelfs 300 gram te vinden. Nu zijn er reeds enkele speciaalzaken waar ze te verkrijgen zijn.
Daarbij bied het internet vaak uitkomst, want hier kun je zowat alles
vinden dat er te koop is. Ik heb het niet zo op de grootste formaten
die ook een karper van 1.5 kg niet onderkrijgt. Zelfs een meerval moet
de weerstand voelen die zo'n dobber oproept. Het meest gebruikt is
80gram. In mijn viskist zitten dobbers van 50 tot 110 gram en voor
extreme gevallen (nog nooit gebruikt) heb ik nog een dobber van 200
gram.
Een goede dobber is de MSG meervaldobber. Gemaakt van hard kunststof, dus bijna onverwoestbaar. Duidelijk
zichtbaar, ook op grote afstand. De antenne biedt ruimte aan een (4,5
mm) breekstaafje. Draagt met gemak een duimdikke paling of een zeeltje
of karpertje van 20 centimeter. |
|
Onderlijnmateriaal |
Als onderlijn nemen we meestal Kevlar met
een diameter van ongeveer 0.75 millimeter. Deze dikte overtreft ruim de
trekkracht van de hoofdlijn en dat heeft als reden: De bek van de
meerval. Deze staat vol tandjes, weliswaar niet zo scherp , maar
toch scherp genoeg om tijdens een dril van 10 tot 20 minuten de lijn
door te schuren. Vis ik in de
Amazone op meerval dan gebruik ik steevast een stalen onderlijn. Maar
dat heeft dan weer te maken met de andere vissoorten die mijn aasvis
bedoelt voor een meerval als hun eigen hapje zien. En hun tanden maken
gehakt van een kevlar onderlijn. De dikte die ik daar gebruik is zelden
minder dan 80 LBS staaldraad.
Test je onderlijnen ook steeds thuis uit. Een slechte verbinding kost je zo geen recordvis aan het water.
|
Ander materiaal en toebehoren |
Sommige artikels zijn vaak moeilijk te
vinden, alhoewel
ook hier het internet vaak uitkomst bied. Het meeste
kleinere materiaal staat beschreven bij de viswijzen waarbij het
gebruikt wordt. Als je iets koopt bezuinig dan niet op wartels,
stoppers en schuifsystemen. Koop steeds topkwaliteit. Een vistrip
waarop je misschien die ene recordvis verspeeld omdat je een
goedkopere wartel gebruikte is wel een grote contradictie. |
Zelfs stoppers zijn van een reuze formaat |
Hengelsteunen:
Ik vond op het internet zelfs geen steun die aan de eisen voldoet er zit
dus slechts een ding op, zelf fabriceren. Het moet in de eerste plaats
een steun zijn die stevig genoeg is om keer op keer in de rotsachtige
bodem te slaan. De steun moet zo stevig kunnen staan dat de eerste de
beste 30kg meerval er niet met de hengel vandoor gaat. Driepootsteunen
zie je vaak gebruiken bij het boeivissen maar daarbij staan de
lijnen zo strak gespannen dat een gehaakte meerval die een run
inzet, de opstelling zonder pardon omver trekt. De enige goede
hengelsteun is dan ook gemaakt van 4 millimeter dik RVS hoekprofiel.
Hij kan identiek gemaakt worden als de aluminiumsteun in het vb. De
lengte moet minimum 1 meter zijn, maar liefst nog 1.5 meter. Het
bovendeel waar de hengel in steunt is ongeveer 35/45cm. |
voorbeeld van hoe je een eigen steun maakt.
3-Beetverklikker systeem |
Beetverklikkers:
Een van de voordelen van het boeiensysteem is dat het een
zelfhaaksysteem is. U kunt dus 's nachts doorvissen mits je
beschikt over een betrouwbare beetmelder. Meestal zijn topbelletjes
niet genoeg als je een vaste slaper bent. Zelf heb ik genoeg aan een
viertal reuze bellen die ik met een klem aan de top bevestig samen met
een mini lichtje (zoals ze in de disco gebruiken als oorbel of
hangertje) maar een breekstaafje kan ook. Neem deze
in verschillende kleuren, zodat als je met meerdere vissers bent, het
onmiddellijk zichtbaar is aan welke hengel de actie plaats vind.
Anderen gebruiken vaak zelfgemaakte systemen waarbij beweging van de
hengel omgezet wordt in een elektronisch signaal. Dan kan door een
pieper aan te sluiten op een bewegingssensor, bv. een kwikschakelaar.
De kwikschakelaar maakt bij elke ruk op de hengel kortstondig contact
waardoor de pieper geluid maakt. Oplopers kan men op dezelfde manier
detecteren, maar dan wel met een breekcontact, waarbij als de hengel
terugvalt het breekcontact ontspant, en hierdoor het geluidsignaal in
werking treed. Een totaal andere mogelijkheid is een infrarood
bewegingsdetector waartussen de hengel geplaatst wordt. Nog een ander
systeem zijn de elektronische beetverklikkers voor de karpervisserij.
Hiervoor plaats men de beetverklikker op een stik achter de hengel. Een
klemmetje met daaraan een nylonlijntje wordt aan de hengeltop geknepen.
De nylonlijn komt nu in de beetverklikker gelegd en aan het uiteinde
wordt een wartellood geknoopt om de lijn op spanning te brengen. (vb3)
|
Wegen
en meten:
Als je een kapitale vis vangt wil je soms ook weten welk gewicht en lengte
hij nu precies heeft. Daarvoor heb je een weegschaal en een deftige
weegzak nodig. Voor meervallen moet de weegschaal dan ook minimum een
gewicht van 100 kg aankunnen. Om deftig te kunnen wegen moet ze
opgehangen worden met een ruime driepoot die voldoende hoog kan
opgesteld worden. (vb) Een fatsoenlijke weegzak waarin de meerval kan
getransporteerd en gewogen worden maak je meestal zelf. Bijvoorbeeld
van een vrachtwagenzeil. De beste vorm is deze van een brancard (vb)
Minimaal 2 meter, met grote afwateringsgaten en dichte uiteinden. Zijn
de uiteinden open dan glijdt een spekgladde meerval er gegarandeerd uit
tijdens het transport. Aan de zijkant voorzien we gleuven waar er langs
beide zijden een voldoende lange stok, genre bezemsteel in kan gestoken
worden. De uiteinden hiervan doen dan dienst als handvaten. Let er op
dat u de zak niet te diep maakt, 50cm is ruim voldoende. Voor het meten is een rolmeter
van 3m het praktisch.
|
|
Kwakhout:
Een van de vreemdste manieren van vissen op
meerval is wel het vissen met het kwakhout. Leerde je steeds stil te
zijn aan het water, met het kwakhout maak je nu juist wel geluid, al
moet je zelf nog wel stil zijn natuurlijk.
Een goed kwakhout is uit één stuk gemaakt, liefst van een harde
houtsoort. Het moet mooi glad geschuurd zijn en goed afgelakt. Er zijn
verschillende vormen afhankelijk van het land of de streek waaruit ze
komen, maar het principe blijft hetzelfde. Door op de juiste manier
geluid te maken met het kwakhout, maak je de meerval nieuwsgierig en
lok je ze naar het aas. Er kleeft ook een nadeel aan het kwakhout.
Wordt er in sommige streken te veel gebruik van gemaakt dan verliest het
razendsnel zijn aantrekkingskracht. De vis leert dan het geluid
kennen en reageert er niet meer op. Soms doet het dan meer slecht dan
goed. Zo zijn in bepaalde plaatsen alleen nog kleine meervallen te
vangen bij het gebruik van een kwakhout. Het kwakhout vissen gebeurd
altijd vanaf een boot al dan niet driftend met het aas op geringe
afstand van de boot. We vissen voor het gemak steeds met een kortere
hengel en met het dobbersysteem. Alle aas is bruikbaar.
Het vraagt enige oefening om het juiste geluid te produceren. Doe je
het goed, dan is de knal als van een ontkurkte champagnefles, zo
luid dat er geen twijfel over bestaat dat je het goed doet. Er zijn
verschillende modellen, maar de werkwijze is dezelfde. De
beweging met de arm is versnellend naar achter toe. Een ander nadeel
van het driftend vissen met gebruik van het kwakhout is dat de meerval
het geluid niet meer kan lokaliseren als de boot geregeld van koers
wijzigt door de wind en hierdoor afhaakt. |
|
Boten:
Hoewel het vissen op meerval best kan lukken vanaf de oever, is een
boot bijna onontbeerlijk, zowel voor het uitleggen van de lijnen, het
vinden van een goede stek, het transport over het water, het drillen
vanuit de boot, het slepend vissen, het vissen met het kwakhout, en
nog vele andere toepassingen. De beste boten zijn polyester en houten
boten. Liefst met geen al te hoge boord, wat gemakkelijker is om
zittend te vissen en om de meerval binnenboord te halen. Toch zie je
ook veel vissers met rubberboten. Vaak omdat deze goedkoper zijn,
gemakkelijker in transport, en je niet afhankelijk bent van een
verhuurbedrijf. Ze zijn iets ongemakkelijker, maar verder lukt het ook
met deze boten best.
(In veel plaatsen is nu een
vaarvergunning verplicht) |
Visvinder:
Een goede visvinder behoort tot de standaarduitrusting van de
meervalvisser. Het bodemprofiel is bij het meervalvissen van het
grootste belang en de visvinder/dieptemeter is daar nu eenmaal het
instrument voor. Met een goede visvinder is het bij kwakhoutvissen
zelfs mogelijk te zien hoe de meerval naar het aas stijgt, de aanbeet
zie je dus letterlijk aankomen.
(zie ook: " basistechnieken/visvinder)
Ander materiaal:
Trolling Bucket:
Dit is een soort aasketeltje met bovenin
gaatjes, dat u aan een touwtje in het water hangt. De trolling bucket
is speciaal ontworpen voor gebruik achter een langzaam varende boot. De
vissen worden nu niet verpletterd door de waterdruk. Wil je je vlug
verplaatsen, dan zet je hem gewoon die tijd rechtop in de boot.
Werkhandschoenen:
Onontbeerlijk bij het landen van een meerval en het toepassen van de
meervalgreep.
Stringerkoord:
1cm dik zacht koord van ongeveer 10 meter lang. Of een speciaal gemaakt stringerkoord. Neem verschillende
exemplaren mee.
Quick release sluitingen:
Voor het vastleggen van de hengels bij nacht, ze kunnen bij een aanbeet gemakkelijk los gemaakt worden en voorkomen
dat je hengel spoorloos verdwijnt. Je maakt ze vast met een stuk touw
en een tenthaak in de grond. |
1
Trolling bucket 2 quick release sluiting |
Nog ander materiaal komt aan bod bij de
techniek zelf. |
(Klik op de banner voor meer info)
|