|
Aanslagtips |
Na de aanbeet moet aangeslagen worden. Bij ervaren snoekvissers
vaak een routine, maar niet voor iedereen. Succesvol aanslaan is
waarschijnlijk alleen in de praktijk met vallen en opstaan en door schade
en schande te leren. Veel hangt af van het gevoel en het gebruikte
materiaal. Enkele handelingen zijn echter zondermeer noodzakelijk wil men
succes boeken.
Met aanslaan bedoel ik gewoon de hengel in een, vloeiende beweging naar
achter brengen.
Hou steeds rekening met de bijzonderste regel: sla nooit aan voor je de
vis echt voelt, neem altijd lijn in tot je weerstand voelt.
Slepend met getakeld aas:
Hier haak de vis
altijd zichzelf, of dat is toch de bedoeling. Niettemin is een extra
aanslag gewenst om de haak goed te zetten.
Soms gaat de vis er met een flinke run vandoor. Tijdens
een run sla ik niet echt aan, ik breng de hengel dan alleen wat extra onder
spanning wat meestal voldoende is.
Gaat alles wat langzamer dan sla ik wel aan door de hengel in een
vloeiende beweging naar achter te brengen.
Vissend met de dobber:
Hier ziet men de beet
omdat de dobber ondergaat of er schuin vandoor gaat. Gevolgd door het
lijn nemen van de vrij staande molenspoel. Wil je de vis niet laten
slikken, hou die lijn dan goed in de gaten. Bijna steeds is er na de
eerste run een korte stop, waarna de snoek er voor een tweede maal
vandoor gaat. Tijdens die stop keert de snoek de aasvis. Het moment
waarop de tweede run start, is het moment waarop je aanslaat. Laat
hiervoor de lijn strak lopen, en pas op het moment dat je de snoek
voelt sla je aan.
In ondiep water kan het ook gebeuren dat bij de aanbeet de dobber
ondergaat, en zonder dat er echt noemenswaardig lijn genomen is de
dobber terug aan het oppervlak komt om enige tijd later terug naar de
diepte te vertrekken. Dit is dan het moment om de haak te zetten.
Vissend met bodemlood:
Hier uit de beet zich
door het nemen van lijn, maar verder doe je precies hetzelfde als bij het
dobbervissen. |
Landen van een Snoek |
Een gaf wordt nooit meer gebruikt en is
meestal ook verboden en terecht. We willen deze
prachtvis toch in zo goed mogelijke conditie terugzetten niet ? Je hebt
verschillende mogelijkheden om een gevangen snoek op humane wijze te landen en
te onthaken. Gaat het om een snoek tot ruim tachtig centimeter, dan is de
nekgreep
prima te gebruiken. In principe klem je
de vis tussen de wijsvinger en je duim, waarbij de overige vingers een stukje
extra steun bieden. Zorg ervoor de vis achter de kieuwdeksels te fixeren. Doe
dit niet te vast, maar zeker ook niet te onzeker. Een uit de hand glijdende en
op de grond neerploffende snoek willen we in alle geval vermijden. Na enige
oefening krijg je het wel voor elkaar dat de kieuwdeksels van de vis voor een
klein deel over duim en wijsvinger vallen, waardoor de vis zeer vast in de hand
ligt. |
|
Wanneer de snoek groter is dan 90 cm, wordt het door het gewicht vaak
onmogelijk een nekgreep toe te passen. Dan moet de
kieuwdekselgreep worden gebruikt. Deze greep vraagt echter om een stukje
handigheid. Ga er niet vanuit dat je dit direct kunt. Ga de eerste maal aan de
slag met een vis die je geschept hebt. Pak hem niet aan de kant waar de haak
zit, de tanden zijn vervelend, maar een haak is nog erger. Ga nu rustig met alle vier je vingers,
via het kieuwdeksel de bek van de vis binnen. Begin bij het verst gelegen punt
en laat de vingers doorlopen tot de hand toe. Dus nooit met de voorste
vingerkootjes alleen, dat werkt niet ! Schuif de vingers vervolgens naar de
punt van de bek toe. Je duim plaats je onder de kin, op de plaats waar de
kieuwdeksels samenkomen. Til nu de vis op en je hebt het voor elkaar.
Denk er om, je mag voor jezelf en de vis nooit met je
vingers in de kieuwbogen komen. De vis zal nog wel eens aan je hand willen gaan schoppen en slingeren.
Laat de vis onder geen beding los, maar hou hem stevig vast. Fixeer ten allen
tijde de duim op de onderkaak. Als de snoek rustig hangt, begin je met
onthaken.
Vissers die het met de hand landen niet zien zitten, kunnen gewoon een
schepnet gebruiken. Liefst een net met fijne,
knooploze mazen. Een groot nadeel van een schepnet is wel dat de buiten de snoek
hangende haken vaak in het net verwarren en waardoor het eigenlijk
onthaken van de snoek zelf een probleem wordt. Zeker bij het
vissen met kunstaas moet je je daarom toeleggen op het landen met de
hand.
Alleen bij hoge oevers kan je natuurlijk nooit zonder landingsnet.
Leg de vis ook nooit op een droge ondergrond, dat beschadigt
de slijmlaag van de vis in hoge mate. |
Kieuwdekselgreep |
Onthaken |
Hier is goed gereedschap reeds het halve werk. Hoe graag we het
ook zouden willen, de haak of het kunstaas zit niet steeds vooraan in de bek.
Je tang mag daarom nooit te kort zijn. Als basis heb je altijd twee tangen
nodig. Een lange puntbektang en een kortere knijptang. In de plaats van de puntbektang gebruik ik meestal een forse arterieklem. Hiermee kan ik indien
nodig de haak vastzetten tussen de bekken van deze tang. Gebruik je
dreggen, dan maak je de punten een voor een los. Zit de haak echter op een
moeilijk bereikbare plaats, dan ben je vaak beter af door de haak door te
knippen. Bedenk dat een dreg vlug vervangen is, maar een snoek vervangen is
wat moeilijker. Slaat de snoek teveel heen en weer, dan kun je met een natte doek
de ogen bedekken. De vis is dan onmiddellijk rustig.
Aanbevelingen OBV:
Onderzoek wees uit dat een schepnet met fijne mazen en de kieuwgreep de snoek het
minst beschadigt, liefst de combinatie van de twee. De kieuwgreep is een
goede methode mits de vis ondersteund wordt.
|
Algemene tips |
- Vis je met dood aas, gebruik dan ook eens zeevis. Beste soorten
zijn haring, sardienen of makreel. De sardien moet stijf
ingevroren ingeworpen worden vanwege zijn kwetsbaarheid en makreel heeft
een taaie huid, waardoor zetten van de haak iets lastiger is.
- Zwevende aasvis: Als de bodem uit zacht slib bestaat, of er is een
bodembegroeiing aanwezig waarin de aasvis wegzakt, dan kan het nuttig
zijn de aasvis juist daarboven aan te bieden. Dat effect kun je krijgen
met een aasvis waarvan de zwemblaas nog intact is. Beter en zekerder
vind ik het door gebruik te maken van een stukje piepschuim dat ik het
binnenste van de vis aanbreng. Nog een andere manier is om met een
injectiespuit lucht via de anusopening in de buikholte te spuiten.
Onder lijnmontages staan trouwens talrijke voorbeelden van montages om
de aasvis juist boven de bodem of planten te presenteren.
- Met een smaakje: Met dezelfde injectienaald, en op dezelfde manier
kunnen we allerlei geurtjes in de vis spuiten. Dat kan levertraan,
visolie, of meer gespecialiseerde geurtjes zijn. In de hengelsportzaak
is er keuze te over. We kunnen de aasvis ook gewoon in de geur
onderdompelen, maar het effect is niet zo langdurig, en in het begin
vaak te overweldigend.
- Het gemiddeld aantal uren dat je in België moet rekenen voor de
vangst van 1 snoek is 5 uur. (onderzoek naar snoekvangst 2014)
|
|
|
|
|