|
Vissen op
Snoekbaars
Diversen
Klik op de afbeelding voor
een vergroting
|
Aanslagtips |
In de eerste plaats moet de vis bijten, maar dan moet er aangeslagen
worden. Het zetten van de haak en daarna, is het moment waarop je meeste
snoekbaars verspeeld. Je kan misslaan of hem even voelen en dan
losschieten. Soms ben je reeds aan het drillen, waarbij de vis alsnog
losschiet door een slecht gezette haak. En zelfs met de beste
aanslagtechniek is het nog niet zo dat iedere aanbeet ook een vis oplevert.
Met natuurlijk aas:
Eerst de aanbeet. De pen loopt weg, of je krijgt een stoot op de hengel. In de eerste plaats geef je altijd lijn. Zo krijgt de vis de kans met
het aas weg te zwemmen en het verder naar binnen te werken. Als de vis
vloeiend lijn neemt (meestal binnen de eerste 30 seconden) en je
het idee hebt dat het nu wel kan , klap je de molen toe, je draait
vervolgens de lijn onder spanning, of wacht tot deze strak loopt en je de
vis voelt. Het moment van aanslaan is en blijft altijd een gok, er
is nooit 100% zekerheid omdat je gewoon niet weet wat er zich onderwater
afspeelt. Je kunt het alleen veronderstellen.
De richting van de aanslag is altijd tegenovergesteld aan de zwemrichting. De kracht van de aanslag wordt bepaald door de afstand van de hengel tot
de vis. Hoe verder, hoe krachtiger je moet aanslaan. Wat nu ook niet
wil zeggen dat je met alle kracht de hengel naar achteren moet zwiepen.
Het aanslaan is eigenlijk meer een versneld naar achter brengen van de
hengel, waarbij je de vis duidelijk voelt. Daarna breng je de hengel in
dril positie, schuin naar voor, terwijl je de lijn opneemt. Hou al die
tijd wel voldoende spanning op de lijn.
Enkele punten waarop je bij de aanslag moet letten. |
- Het inzetten van de aanslag terwijl de lijn nog niet is strak
gelopen is uit den boze.
- Bij gebruik van nylon moet veel krachtiger aangeslagen dan wanneer
je met gevlochten lijn vist. Reden hiervoor is de rek van de nylondraad.
- Vis je met bodemlood, en gaat de vis er onder een hoek vandoor,
dan sla je in principe eerst aan op het lood, en pas daarna op de vis.
Dus hoe verder je de vis liet weglopen, hoe meer lijn je moet wegwerken
bij het aanslaan.
- Je wacht meestal steeds te lang met aanslaan dan dat je te vlug
aanslaat. Te lang wachten maakt de kans groter dat de vis weerstand
voelt en het aas uitspuwt.
|
Met Kunstaas of met getakelde aasvis:
Hier is de aanslag vrij simpel. De vis pakt het altijd in beweging zijnde
aas en dat merk je meteen door een tik op de hengeltop. Daar reageer je
op door meteen een flinke tik terug te geven. Eventueel sla je na de
eerste reactie nog een tweede keer aan om de haak beter te zetten. |
Aas lekkerder maken |
Meestal is men afhankelijk van de aasvissen waar we op dat moment over
beschikken. Voor dode aasvisjes zijn er echter veel trucjes om ze
smakelijker te maken.
Gewond
aasvisje:
Zo vertelde mij iemand dat hij ondervonden had
dat hij meer beet kreeg met een visje dat gewond was. Dit imiteerde hij
door de vis kunstmatig te verwonden met twee dwarse insneden in de flanken
van de dode aasvis.
Gekneusde aasvis:
Als een gewoon aasvisje het niet doet, probeer het dan
eens met een
gekneusde aasvis.
Dat kneuzen doe je gewoon door zo op de dode aasvis te drukken tot de
ingewanden er uitpuilen. Het is vaak dat extraatje die het hem doet.
Zwevende
aasvis:
Als de bodem uit zacht slib bestaat, of er is een
bodembegroeiing aanwezig, waarin de aasvis wegzakt, dan kan het nuttig
zijn de aasvis juist daarboven aan te bieden. Dat effect kun je krijgen
met een aasvis waarvan de zwemblaas nog intact is. Beter en zekerder vind
ik het door gebruik te maken van een stukje piepschuim dat ik het
binnenste van de vis aanbreng. Nog een andere manier is om met een
injectiespuit lucht via de anusopening in de buikholte te spuiten.
Met een
smaakje:
Met dezelfde injectienaald, en op dezelfde manier
kunnen we allerlei geurtjes in de vis spuiten. Dat kan levertraan,
visolie, of meer gespecialiseerde geurtjes zijn. In de hengelsportzaak
is er keuze te over. We kunnen de aasvis ook gewoon in de geur
onderdompelen, maar het effect is niet zo langdurig, en in het begin
vaak te overweldigend.
Andere
vissoorten:
Vis je met een stukje vis of visfladdertje,
dan is het vaak het proberen waart met een stukje zeevis. De Geur en
smaak is feller en indringender dan die van een voorn. Je moet dan wel
kiezen voor een vette vissoort. Veel gebruikt hiervoor is makreel
Een lezer gaf ons nog volgende tip: hij gebruikt met goede resultaten
kleine zeelt op snoekbaars. Deze zijn te koop bij een
vijverspeciaalzaak. Het loont zeker de moeite dit eens te proberen.
|
Manieren om de aasvis aan de haak te
bevestigen |
Veel is afhankelijk van persoonlijke
voorkeur en de manier waarop de snoekbaars de aasvis die dag pakt.
Slepend vis ik meestal met haak door de neusgaatjes gestoken of door de
onder en bovenlip. Krijg ik aanbeten waarbij ik de vis bij de aanslag mis
en achteraf blijkt dat er twee mooie inkepingen op de flanken zitten, dan
verander ik. De haak breng ik dan door de rug aan juist voor de rugvin.
Met de haak aan de rugzijde kan men meestal sneller aanslaan. Nadeel is
de onnatuurlijke houding van het aas. Vis ik met dood aas, dan kies ik
in dit geval voor het opnaaien van de aasvis, waarbij ik de lijn via de
voorkant van de vis aanbreng en met een fleurnaald naar de rugzijde
doortrek, waardoor dit het nadeel wegvalt.
|
(klik op de afbeelding voor een
vergroting) |
Visfladdertje en stukje vis |
Visfladdertje:
Er zijn van die dagen dat het
soms beter is met reepjes aasvis te vissen dan met volledige visjes. Een
andere reden kan ook zijn dat je op dat moment niet over aasvis van de
juiste grote beschikt. Een goed gesneden reepje vis kun je trouwens
uiterst langzaam vissen waarbij het uiteinde verleidelijk fladdert,
vandaar de naam. Zo'n reepje snij je met een goed fileermes uit de rug of
buik van een grotere aasvis. Het moet spits toelopend en ongeveer 10cm lang
zijn. (zie vb) Let er op bij het snijden zo weinig mogelijk schubben te
verwijderen. Aan het uiteinde snij je het visvlees schuin af tot bijna op
de huid, terwijl je aan de bovenkant genoeg visvlees overlaat om de haak
door te halen. Vissen doe je "op de stoot".
Stukje vis:
Anderen vissen dan weer liever met een stukje vis. Meestal is dit liefst
een zo vers mogelijke vethoudende zeevis, vaak makreel. De geur hiervan
verspreid zich langdurig in het water waardoor er ook statisch met
een bodemlood mee gevist kan worden. In principe kunnen we alle delen van
de vis hiervoor gebruiken. Maar ook hier houden we het bij een langwerpige
driehoekige vorm. Afschuinen naar de top toe is hier echter niet echt
nodig, en het mag ook iets dikker zijn. |
1: visfladdertje 2: stukjes vis
|
|
|
|