|
VOEREN |
Waarom
voeren we vooraf ?
Overduidelijk omdat we in de eerste plaats karper willen vangen en omdat reeds
duidelijk gebleken is dat dit met voeren beter lukt. Maar er zijn verschillende
manieren om dit te doen, afhankelijk van de tijd waarover je beschikt en het
water waarop je vist of wil vissen. Bereid het voeren dan ook degelijk voor.
Kies de voerplaats met zorg. Peil vooraf en stel je op de hoogte van
bodemstructuur en obstakels. Ook het voeren zelf vereist een bepaalde precisie
en visie. Niet te wijd en niet te veel op een hoop, denk na over waar je mee
bezig bent en wat je wil bereiken. De verschillende mogelijkheden komen hier
apart aan bod. Aan u de keuze wat je de volgende sessie kan gebruiken.
De
nadelen van vooraf voeren
---Bij grote afstanden tot het viswater is het bijna onmogelijk.
---Het is erg tijdrovend, zowel het op en neer rijden als het maken van het
voer.
---Op druk bevist water is het goed mogelijk dat u voerplaats door een andere
visser
is ingenomen.
Hoeveelheden
en wat voor voer
Het meest objectieve uitgangspunt voor de hoeveelheid voer is in de eerste
plaats de watertemperatuur. Hoe kouder, hoe minder de vissen eten en hoe
langer het duurt voor ze een maaltijd verwerkt hebben en terug beginnen azen. Verder bepaalt het water de hoeveelheid voer. Het is anders op een karpervijver, kanaal, groot of klein water. We gaan er van uit dat we als voorbeeld
in de zomer vissen (toch nog steeds de beste tijd voor het
karpervissen) en in een min of meer normaal Belgisch/Nederlands water.
De grote meren in het buitenland wijken hier in principe iets van af, en daar
mag het altijd wel iets meer zijn.
Hou hier echter steeds rekening met volgend gegeven:
Liever regelmatig weinig voeren dan veel
af en toe.
Boilies:
1100 tot max 1500 gram per dag is voldoende. In de praktijk had een grotere
hoeveelheid geen extra effect. De belangrijkste reden is dat je niet meer
karpers kan voeren dan er langskomen. Komen er niet genoeg karpers op de
voerstek, dan kan het effect van teveel voer zelfs erg nadelig werken.
Voorts worden de boilies die er te lang liggen ingeweekt en worden ze
hierdoor witvisgevoeliger. De vissen of vis moet hebberig blijven en met de
juiste hoeveelheid ligt hij op extra voer te wachten of komt geregeld kijken of
er weer iets te rapen valt. Omdat je met boilies iets selectiever vist op
grotere exemplaren, ligt het rendement per vissessie iets lager. Twee tot vier
aanbeten per sessie is vrij normaal, al zijn er ook van die dagen dat de het
beduidend meer kan zijn.
Partikels:
Maïs, kikkererwten of iets anders kan gebruikt worden om een voerstek met boilies te
ondersteunen en beter zichtbaar te maken, maar ze kunnen ook zuiver
gebruikt worden. De witvisgevoeligheid is echter beduidend hoger. Beoogt u
alleen grote karpers, dan zijn ze eerder af te raden. Maar het zou geen vissen
zijn moest het nooit anders zijn. In een kanaal, kapervijver of langs de kant
zijn twee tot drie kg ruim voldoende.
Het aantal voerdagen:
Met de komst van boilies is ook het selectief karpervissen begonnen. Met
zachtere aassoorten was deze selectie matig en een weekje voeren was toch wel
het minimum. Nu kan het met boilies wel met minder dagen. Maar ook hier zijn
enkele globale regels. Voer je, voer dan dagelijks. Om de twee dagen voeren
heeft minder resultaat. Wat de ene dag opgebouwd wordt breek je de volgende dag
af.
Doorvoeren:
Vis je de eerste sessie met enig resultaat, dan wordt er twee dagen doorgevoerd. Daarna volgt de tweede sessie. Op deze manier kan de stek verschillende weken
aangehouden worden. De ideale manier, maar ook geen 100% garantie, zoals
steeds bij vissen.
Het resultaat van voeren:
Gewoonlijk moet na een voercampagne, om het even hoe lang, de eerste beet in
de eerste vier uur komen. Dan kun je er van uit gaan dat de voercampagne zeer
succesvol kan worden. Duurt het langer, dan ligt het heus niet aan
het weer maar eerder aan de keuze van de voerplaats. Vis je een dag volledig
zonder beet, dan is het zinloos de volgende dag te proberen. De kans op nog
een blank is met 50% toegenomen. Eventueel kan je een tweede poging wagen een
week later, maar zeker niet op kortere termijn. Het steeds nieuwe
stekken beginnen kan zeer succesvol zijn wanneer je op zoek gaat naar grote
karpers. Je zoekt in dit geval de vis op en super vissen liggen nu eenmaal
niet zo dik onder water. Daarbij zijn het juist die vissen die je vaak in de
start van een nieuwe sessie vangt omdat ze de voederplaats domineren.
Wanneer houdt een voerstek op:
Eigenlijk zou een voerstek onbeperkt kunnen duren, maar alleen in
uitzonderlijke gevallen kan het rendabel zijn om maandenlang te blijven zitten.
De eerste week, en zelfs de eerste dag is meestal de beste. Niet waar het
hoeveelheden betreft, maar wel degelijk voor wat de grote van de vis betreft.
Twee weken voeren en vissen zijn zelfs op groot water voldoende voor het beoogde
resultaat. Daarna is het meestal beter gewoon op een nieuwe stek te beginnen.
Laat de stek ook minimaal enkele weken rusten voor je een tweede poging begint.
Enkele voertechnieken:
---Normaal voeren max 1.5 kg
---Veel voeren (5 tot 15 kg) per dag 3 dagen. Voor wateren waar veel gevist
wordt.
---Verspreid voeren, in strepen of oeverzones. Werkt ook op dressuur water.
---Compact voeren. Als de plaats erg beperkt is of je de vis weet zitten.
---Volledig water verspreid aanvoeren. Vraagt veel voer en duurt altijd lang, maar
werkt wel op echt moeilijk water.
|
Lange voercampagne |
Een lange voercampagne heeft bijna altijd
het gewenste resultaat. 2 tot 3 weken vooraf voer je elke
dag op hetzelfde tijdstip, met voer van dezelfde samenstelling als het
aas dat zal gebruikt worden.
Tegenwoordig zijn dat vaak boilies of partikels. Een ander voer is aardappel, maar dat verzuurt veel vlugger als de vissen het de eerste dagen niet
weten te vinden. Maïs uit blik heeft het grote voordeel dat
het altijd beschikbaar is en niet prijzig. De hoeveelheid hangt veel af
van het water en de daar aanwezige vissen. Echt veel is niet nodig,
twee blikjes maïs per dag voldoen uitstekend. Op groot water is enkele
kilo dan meer gebruikelijk. Tijdens het vissen wordt niet bijgevoerd. We zorgen alleen voor wat
verspreid aas rond het haakaas. Vis je verschillende dagen na elkaar,
dan wordt er wel doorgevoerd, maar in mindere mate, en liefst weer op
hetzelfde uur.
Bij deze manier van voeren merken we vaak reeds na enkele dagen de
aanwezigheid van karper op de voerstek. Dit uit zich in bellen op en
rond de voerstek, door het opwoelen van modder op de bodem of door
karpers die hun aanwezigheid duidelijk laten merken door aan het
oppervlak te tollen of zelfs op te springen. Bedwing in alle gevallen
de neiging om onmiddellijk te beginnen met vissen. Zelf gebruik
ik deze methode alleen tijdens de gesloten tijd, om dan op de
openingsdag van het visseizoen in alle vroegte met vissen te starten.
|
Drie tot vijf dagen voeren |
Werkt goed op de meeste wateren. (1 tot 3
kg per dag). De te volgen methode is vrij simpel. Na het vinden van
een geschikte stek wordt er drie dagen gevoerd. De eerste vissessie op
de vierde dag behoeft niet langer te duren dan vier tot zes uur. Het
dagelijks voertijdstip is wel van belang en liefst steeds op hetzelfde
uur. Probeer dit te doen op het tijdstip dat de karpers normaal azen.
In veel waters is dit de laatste vier uur voor zonsondergang of s'morgens vroeg. Dat verschilt echter van water tot water en de enige
manier is om dat te weten is ondervinden. Meestal krijg je in de
eerste uren beet. Vier aanbeten is dan reeds zeer goed. Langer of
meerdere dagen vissen heeft vaak geen goede resultaten of deze minderen
zeker.
Op moeilijk water, zoals kanalen adviseer
ik een vijfdaagse voercampagne. Het is door de scheepvaart een bittere
noodzaak om te voeren en daarbij is succes nooit verzekerd. Af en toe
wil het lukken, maar zeker niet altijd. |
Korte voerperiode |
Kan je geen weken na elkaar voeren, maar
slechts enkele dagen, dan is dit nog altijd beter dan de dag zelf aan
het water te verschijnen zonder vooraf voeren. In dit geval maak ik
voor de zekerheid twee voerplekken aan. Heb ik in de eerste uren geen
beet dan wissel ik van plaats. Om de twee uur inspecteer ik daarbij de
andere plaats op aanwezigheid van karper. |
Snelle start |
Niet iedereen heeft de kans om dagen na
elkaar op een water te gaan voeren. Meestal komt dit omdat het water te
ver weg ligt, of gewoon door gebrek aan tijd. Toch raad ik iedereen
aan als het even kan de avond voordien te voeren om de volgende morgen
te vissen. Vis je verschillende dagen na elkaar, voer dan iedere avond
door. Als er karper aanwezig is dan krijg je bij deze manier vaak de
eerste dag de meeste beten en verminderen deze de volgende dagen. Deze
methode werkt het best op waters waar niet of nauwelijks gevist wordt. |
De dag zelf |
Normaal is dit meestal erg lucratief.
Toch kan het, en vaak verbaas ik me nog steeds over het aantal karpers
die ik op deze manier wist te vangen. Meestal kies ik dan in alle
vroegte drie tot vier veebelovende stekken uit. Op deze plaatsen, die ik
op de oever markeer, deponeer ik een kleine hoeveelheid lokaas, is
dit maïs dan neem ik een half tot een vol blik. Heb ik op de
eerste plaats na een uur geen beet, dan neem ik de tijd om een blik te
werpen op de andere voerplaatsen, en pik ik er een nieuwe uit. Het
geheel herhaalt zich tot duidelijk blijkt dat er op een van de plaatsen
karpers
aanwezig zijn, of gewoon omdat een karper het aas neemt. Op die plaats
blijf ik natuurlijk wat langer hangen. |
De grote meren |
Natuurlijk geldt niet overal dat je met
een minimale voerstrategie ook het maximaal resultaat kan behalen.
Daarbij denk ik in de eerste plaats aan de grote meren en stuwmeren.
Vooral wanneer je voor de eerste keer aan de oevers van zo'n immense
wateroppervlakte staat en je hebt geen idee waar je moet beginnen, dan
is het verstandig om de karpers met een gerichte voercampagne naar je
stek te lokken. Flinke hoeveelheden voer, verspreid over een
behoorlijke oppervlakte met een spoor van particles richting voerplek en
aas, werkt dan vaak een stuk beter. Door de grote voeroppervlakte
zullen de karpers het voer eerder vinden en door de voerconcentratie
steeds hoger te maken in de richting van het haakaas, zullen ze zich
uiteindelijk daar verzamelen. Vaak gebruiken we hierbij een spoor van
partikels in stervorm verspreid die de karpers naar de stek toe leiden. |
Gericht voeren |
Deze manier van voeren passen we toe bij
het vissen met de dobber waarbij we de oever afschuimen op zoek naar
karpers. Wat betreft de hoeveelheid voer, is het in dit geval beter om
erg spaarzaam te zijn. Je voert nu niet verspreid, nee je hebt de
karper in principe al gevonden, of dat veronderstel je tenminste. Het
voer kan dus direct in de buurt van de karpers gedropt worden, en
natuurlijk is dit de onmiddellijke omgeving van je haakaas. De plaatsen
waarop ik dit doe zijn tegen obstakels in het water, in de buurt van
riet, waterplanten, overhangende bomen, en meestal nooit ver uit de oever. |
Een partikel mengsel van maïs, tijgernoten en hennep |
Voeren met lokaas |
Geen lange voorcampagnes of wil je
instant op kaper vissen of doe je dit met een vaste hengel, dan kan je
ook nog altijd gebruik maken van een kant en klaar karper lokaas. Al dan
niet met aanvulling van wat partikels.
Vissen met lokaas als voer brengt ook veel andere vis op je stek, vaak
is dat nadelig. |
|
|
|