Bereiding.

Benodigheden
Natuurlijk kan je gewoon met de hand boilies rollen. Grote voordeel is dat je de grootte letterlijk zelf in de hand hebt. Zo rolde ik in het begin mini boilies om gericht op zeelt te vissen. Een groot nadeel is wel dat het gewoon enorm veel tijd vraagt. Als je vaak zelf rolt, is het toch wel beter om toch wat materiaal aan te schaffen. Onderstaand een lijstje van wat je nodig hebt.
Weegschaal
Deegspuit
Rolplank
Ruime emmer
Mixer/Deegkneder
Ruime pan met netje (oude frituurpannet)
Oude handdoeken

Deeg bereiden/Rollen
Je begint met het afwegen van de ingrediënten. Dit moet natuurlijk wel uiterst nauwkeurig gebeuren. Daarna zeef je het met een lokaaszeef. Hierbij worden alle ingrediënten ook goed door elkaar gemengd. 
Als je dat gedaan hebt kan je beginnen. Je slaat de hoeveelheid eitjes los in een ruime kom/emmer en je voegt hier je vloeibare flavours aan toe. Hou je daarbij wel aan de juiste dosering. Uiteindelijk zetten we er niet voor niets een maximum op! Je mixt de eieren en flavours goed door elkaar en je voegt beetje bij beetje aan de mix toe. Let op: nooit de eieren bij de mix gooien! Dit gaat dan gegarandeerd fout. Je blijft langzaam mix toevoegen en je blijft goed mixen. Zodra de mix te dik wordt om met een gereedschap te bewerken pak je het deeg uit de kom/emmer en begin je met het kneden. Als je de mix nog wat stijver wil maken is het handig om een klein laagje mix onderin de emmer te leggen en daar af en toe het deeg een keer doorheen te rollen. Zodra de mix wat stijver wordt en niet meer plakt is deze klaar om worsten van te gaan maken. Als je niet in bezit bent van een deegspuit kun je ook gewoon worsten maken door telkens een klein beetje deeg te pakken en deze in worsten te rollen op een snijplank. Dit gaat ook vrij goed maar wel een stuk langzamer dan met een deegspuit. Als je wel in bezit bent van een deegspuit hoef je alleen maar een rol te maken die in je deegspuit past. Als je de rol in de deegspuit hebt gedaan kun je het beste even de lucht eruit blazen, dit door gewoon simpelweg je vinger op het spuitmondje te houden en het deeg strak aan te knijpen. Vervolgens spuit je de rollen recht op een snijplank (voor als je geen boilietafel hebt) of gewoon op je boilietafel. Het is wel belangrijk om de worsten recht op te spuiten anders zal het met de plank niet echt makkelijk zijn om te rollen. Als je geen boilietafel hebt hoef je alleen maar de worsten in stukjes te hakken en tussen je handen bolletjes te draaien en klaar is kees. Met een boilietafel hoef je alleen maar het bovenstuk erop te leggen en onder lichte druk de bovenkant naar voor en naar achteren schuiven tot je boilies mooi rond zijn. Na een beetje oefenen gaat dit steeds vlotter en kun je al snel 3 worsten tegelijk rollen (wel uitkijken dat de boilies niet tegen elkaar komen want dan kun je opnieuw een worst opspuiten).
Koken
Om de boilies hard te maken zul je ze moeten koken. Ik kook ze meestal vrij kort. Zodra ze gaan drijven schep ik ze eruit. Niet schrikken omdat ze drijven, ze zinken vanzelf weer na het drogen. Hoe langer je kookt hoe meer je kapot kookt en de geur en smaak verminderd. Als je de boilies hebt gekookt moet je ze even laten uitwasemen. Daarna kunnen ze in de vriezer waar ze maanden goed blijven. Je kunt ze ook met de lucht drogen. Dit is heel makkelijk, na het koken leg je ze ongeveer 12 uurtjes op een handdoek om te drogen. Zodra ze droog zijn hang je ze op in een droogzak (bewaarzak gaat ook of een andere zak waar de lucht makkelijk doorheen komt) op in een droge plaats. Droge boilies blijven ongeveer 2 weken goed.  Wel worden je boilies heel hard (goed voor in Frankrijk).

Tot slot nog even hoe je pellets maakt. Dit is heel makkelijk maar het drogen kost wel veel tijd. Het is allereerst belangrijk dat je mix vrij grof is. Dit helpt namelijk met het uit elkaar vallen van de pellet onder water. Het is ook goedkoper dan boilies maken, dit omdat je geen eieren nodig hebt (ei is een product dat snel bederft vandaar dat zelfgemaakte boilies gaan schimmelen als je ze niet conserveert of iets dergelijks).

Je begint net als boilies maken, alleen vervang je de eieren door water. Je maakt een mooie klomp deeg waar je vervolgens mooie rollen van maakt (kan met deegspuit maar hoeft niet). Je kunt de diameter zelf bepalen, karpers zijn verzot op kleiner aas, dus ik zou ze niet al te groot maken. Je hakt vervolgens heel simpel de rollen in stukjes en laat deze goed drogen op karton in een droge ruimte. Het is wel belangrijk om ze lang te laten drogen (ca. 5 tot 7 dagen). En je pellet is klaar. Zoals je ziet is dit heel gemakkelijk en het is ook nog eens een stuk goedkoper. Dus als je de kosten wat wilt drukken kun je net zo goed met de ene helft van je mix boilies maken en met de andere helft pellets. Het is wel moeilijker om met een pellet te voeren, behalve als je de lijnen kunt uitvaren. Een groot nadeel is dat vriend brasem helemaal uit z’n bol gaat als er een paar pellets te vinden zijn. Maar je kunt het ook zo bekijken dat brasem op zijn beurt ook de karpers weer oplettend maak op de pellets..
In de handel zijn nu ook reeds tientallen soorten kant en klaar verkrijgbaar.
Pellets tunen
*Poederen. Je kan pellets personaliseren met gekleurde poederlokstoffen. Dat doe je met een hulpmiddeltje, namelijk wat olie. Je giet wat olie  (bijvoorbeeld zonnebloemolie) over de pellets en strooi daarna de poederlokstof over de pellets. Door de olie trekt het poeder in de pellets.
Op die manier kan je niet alleen de smaak en geur maar ook de kleur veranderen. Dit werkt echter alleen goed bij pellets die licht van kleur zijn.
*Dippen. Dipvloeistoffen kan je in de hengelsportzaak kopen maar je kan ook eigen middeltjes gebruiken. Olieachtige dips werken het best.
De pellet die reeds op de haak bevestigt is wordt hierbij gewoon in het sausje gedipt.
*Sprayen. Behalve dippen kan je pellets ook gewoon met een of andere lokspray uit een spuitbusje behandelen. Net als dips zijn sprays ook verkrijgbaar in de hengelsportzaak. Ze bestaan in een grote variatie aan geuren en smaken. Aan u om uit te maken wat de vissen verkiezen.
Mini pellets
Deze worden steeds vaker gebruikt bij het vissen op kleinere karpers en brasem.
Nu hoofdzakelijk nog op de talrijke karperputten en meestal met een pullerkit. Maar door het courante gebruik op openbare waters komt ook daar
in de toekomst vlug verandering in.
Een mooi artikel geschreven door Steve Salomez vind je bij artikels aas en lokaas.

Kikkererwten
Waren in de beginjaren een erg populaire partikel, maar de laatste tijd wordt onderandere door de enorme stijging van populariteit van de tijgernoot de kikkererwt vaak een beetje vergeten door een hoop karpervissers. Daarom kan deze partikel op een hoop wateren voor goede vangsten zorgen! 
De bereiding dient op de volgende manier te gebeuren: laat ze minimaal 12 tot 24 uur weken. Tijdens het weken verdubbeld het volume. Daarna kook je ze ongeveer 20/30 minuten. Zeker niet langer, want dan worden ze te zacht en vallen snel uit elkaar.  Wil je ze redelijk hard dan volstaat voorweken alleen. Kikkererwten is zo’n beetje de enige partikel waar toevoeging van geur en/of kleur goed kan werken. Als je kleurstoffen toe wilt voegen doe je dit tijdens het koken. Door ze te kleuren (of eventueel  een flavour toe te voegen) werken ze ook dressuurdoorbrekend op wateren waar gewone kikkererwten al uitgevist zijn. Een nadeel is dat brasems ook graag een kikkererwtje lusten. Maar voor mij stoort dat niet.
Kikkererwten hebben een vrij hoog gewicht waardoor ze ook minder geschikt zijn voor pop-up presentaties. Ze verzuren in het water ook vrij vlug, dus voer met mate zodat er geen verzuurde voederplek ontstaat als een deel niet verorberd wordt.

Duivenvoer
Is een mengsel van allerlei zaden en granen (o.a.: maïs, kikkererwten, haver, zonnebloempitten, hennep) Vanwege de verschillen in grote en de vele kleine zaden is dit op erg veel wateren een killer! Je kan op je hair maïs of kikkererwten doen als je boven een bed van duivenvoer vist, maar je kan er ook prima met een boilie vissen, al voer ik dan wel wat boilies bij. Duivenvoer kun je het beste bereiden als volgt: een dagje laten weken, en vervolgens een halfuurtje koken. Na het koken kan je het best laten staan in het kookvocht, zodat het maximaal uitzet. Vanwege het fijne structuur zal je een (voer)boot of een spod nodig hebben om het op afstand te voeren.
Het is zeer witvisgevoelig.