|
Visreis -
Senegal Mei 2006
|
Deel 1
Klik op de foto voor een
vergroting |
Ik ben weer terug van wat een leuke maar
vistechnisch toch moeilijke trip was dit jaar. De vissen waren erg moeilijk te
vinden of kwamen de rivier niet op wegens te weinig stroming en de periodes
waarop ze aasden waren vrij kort. Zo gebeurde het dan ook vaak dat het slechts
één uur op een volledige dag echt goed vissen was. De omstandigheden waren de
volgende:
- Afgaand getij in de morgen, opgaand getij rond en in de namiddag.
Opschuivend met +- 30 minuten per dag. In het begin van de vistrip stond de
maan in het eerste kwartier en op het eind naar volle maan toe. Het verschil in
eb en vloed was in het begin minimaal, wat ze hier lage zee noemen (mere bass). Naar het eind van de trip kwam er steeds meer verschil. Wat ook betekend
dat de stroming bij wisselend tij in het begin bijna onbestaand was, en naar
het einde toe er steeds meer stroom kwam. Hoe meer stroom hoe verder de
vis vaak de rivier optrekt, en er ook soms blijft. Nu was de beste
periode steeds na opkomende tij en hoe dichter bij zee ik dan viste, hoe meer
kans ik maakte. Dat laat vermoeden dat de grotere vis niet echt in de mangroves
bleef, maar steeds vanaf zee de rivier optrok bij opkomende getij en er dan
bleef gedurende de nacht om bij afgaand getij naar zee terug te keren. Niet
echt de periodes waarin ik kon vissen, maar wel die waarop de plaatselijke
vissers wel hun netten plaatsten. Al bleek bij hen de vangst deze maal ook aan de lage kant te liggen. Maar
alles is relatief, zo kan het best dat in andere periodes het best vissen is
bij lage zee, dus pin je hier heus niet op vast. Verder merkte ik een
duidelijk verschil in het vissen met gewoon nylon tegenover staalkabel. Met
nylon waren er dubbel zoveel aanbeten en meestal waren die veel feller. Alleen
was het dan bijna onmogelijk hiermee Carpers of papegaaivissen te vangen. Deze bijten
de lijn gewoon over. Ook grotere kapiteins lukt het meestal de lijn over te
bijten, zodat ik uiteindelijk toch besloot om het grootste deel van de tijd met
staaldraad te vissen. Maar laat ik nu maar beginnen met het vissen zelf, |
Dag 1
Ben de vorige nacht aangekomen, en deze voormiddag gebruik ik om met het hotel
een afspraak te maken over de prijs van een boot. We komen overeen dat ik de
houten brede pirogue neem met een motor van 75PK. Geen echt snelle boot, maar
toch wel de beste waarover het hotel momenteel beschikt. De prijs met alle
benzine inbegrepen, om het even hoe ver en hoe lang ik vis is 100 euro per dag zonder aas. Op alles krijg ik dan nog 15 %
korting. Ik neem steeds diepgevroren
garnalen mee uit het hotel. In het dorp spreek ik dan nog af met de
plaatselijke winkelier Chez Ass, dat die iedere dag voor een frigobox met drank
zorgt en deze om 8 uur aan de steiger bezorgt en na het vissen laat afhalen en
terug bijvult. Wat dan weer de goedkoopste manier is, en zeker 60% goedkoper
is dan drank uit het hotel mee te nemen. Maar goed, het is al middag, en na
een maaltijd ga ik er om 14 uur op uit om te vissen. Uit inlichtingen wist ik
dat er de laatste twee weken niets noemenswaardig was gevangen, buiten een
toerist die op Plage d'or een kapitein van 11kg wist te vangen. Ik besluit dan
ook om daar te starten. De boottrip ernaar toe is ruim 1 uur.
We proberen er verschillende plaatsen, met bedroevend resultaat, ik vang
alleen wat kleine katvis. Jaja, mijn pirogier stelt voor om tegen valavond
iets over Sipo te proberen, omdat hij weet dat er daar dan kapitein jaagde de
afgelopen dagen. We zijn er reeds een tijdje, en buiten het steeds verversen
van garnalen die afgebeten worden door de kleinere bijna onvangbare
visjes, vang ik slecht enkele kleinere grijze karpertjes, wat katvis en een
papegaaivis. Om 19 uur echter valt de wind weg en is het wateroppervlak
zonder een enkel rimpeltje. Bijna tezelfdertijd begint overal de vis op te
springen en zien we jacht vlak onder de waterspiegel. Het is moeilijk uit te
maken welke vis, tot ik een kleine kapitein weet te landen. De vis is niet groot maar heeft best wat sport. Ik besluit onmiddellijk om wat
kunstaas uit te proberen terwijl Jaja verder met garnalen vist. Maar beiden
weten we geen enkele beet te krijgen. Het is dan ook reeds vrij laat en reeds
nacht als we terugvaren tussen de nog steeds jagende vissen die we nu alleen nog
kunnen horen. |
Dit formaat van katvis vang ik elke dag. Het
krioelt er van visjes van dit formaat zoals deze carpe grise.
In de avond vang ik nog dit kapiteintje. |
Dag 2
We trekken richting Grand Foss en vissen in verschillende Boulons, dat zijn
diepere gaten. Het lukt ons echter niet om wat kleine visjes te vangen die ik
als aasvis kan gebruiken op de Grand Foss, zodat ik uiteindelijk besluit om
toch maar gewoon op de bodem te vissen met
garnalen en visfiles. Het resultaat van deze dag is bedroevend. Buiten enkele
grotere katvissen van enkele kilo vang ik alleen kleinere vis waaronder een
kleine maar mooi getekende Carpe Rouge. |
Katvissen van dit formaat zijn hier eerder uitzondering dan regel. Een
mooi getekende kleine Carpe Rouge. |
Dag 3
Ik besluit het nogmaals aan Plage D'or te proberen, maar ook nu blijft het daar
beperkt tot kleine vis. Wel vang ik er enkele mooie papegaaivissen van zeker 2
kg. Vissen van dit formaat wist ik trouwens wel zowat iedere dag te vangen en
bijna op iedere plaats. Helaas blijkt weer maar eens dat ik geen tijd nam om
een foto te nemen. (Papegaaivissen is enkel en alleen mogelijk met stalen
onderlijnen) Na een volledige dag aanmodderen gaan we terug voorbij Sipo waar
we de vis zagen jagen. Aangekomen vang ik onmiddellijk een kleine carpe rouge,
enkele katvissen, en wederom een kleine kapitein. Juist voor valavond krijg ik
uiteindelijk toch een mooie run op een van de hengels. Het is een mooie ombrine
die de enkele grote garnaal als avondmaal neemt. De vis is behoorlijk van lengte maar
graatmager. Als we haar uiteindelijk wegen blijkt ze slechts 4200 gram te wegen. De vis is waarschijnlijk juist afgepaaid, in normale omstandigheden zou deze
veel meer wegen. Maar ik ben toch tevreden. Terug thuis blijkt dat het hier
om een andere soort ging, namelijk de langnek ombrine. Als we wegvaren zien we nog
hoe de vis opnieuw start met jagen. Die avond overdenk ik nog even het vissen
tijdens de folkloristische voorstelling in het hotel, en besluit het morgen
maar eens op grotere vis te wagen op de Grand Foss. |
Groot, lang, maar mager. |
Dag 4
Vandaag Grand Fosse, de grote put dicht bij zee waar ik tot nu toe steeds mijn
grootste vissen wist te vangen. Eigenlijk kan ik erg kort zijn over deze
dag, ik verplaats mij slechts weinig, en wederom blijven de beten
beperkt tot kleine vis. Opvallend hierbij zijn de aanbeten van kleine Carangue. Deze vis komt hier soms massaal jagen. Meestal zijn het geen grote
exemplaren, maar eentje van enkele kg kan altijd. Maar vandaag leg ik me
toe op grote vissen, en dat betekende zwaar materiaal en stalen onderlijnen en
deze uitrusting is voor carangue niet zo geschikt. Pas als ik later
op de dag een karperhengel uitleg met nylon onderlijn en een kleinere haak,
weet ik er enkele exemplaren te vangen. Van grote vissen is er echter geen spoor
vandaag.
Wat me wel verheugd is de vangst van een roze tjof, een nieuwe soort die ik
terug aan mijn lijst van gevangen exemplaren kan toevoegen.
|
De carangues van die dag waren aan de kleine kant./Crapeau de mere of zeepad/Roze tjof
|
Dag 5
Door de mindere resultaten ga ik vandaag naar Point Jackson, dit is de andere
grote put vlakbij zee. Meestal is het water hier woeliger, en
regelmatig komen hier Baracudas jagen. De beste maanden hiervoor zijn echter
Jan/Febr. Nu is het echter een kwestie van geluk. Het trollend
vissen is ook een techniek die me niet echt ligt, ik vind het een te passieve
manier van vissen. Maar ja, ik wil nu toch wel eens wat grotere vis vangen.
We trollen met verschillende soorten pluggen, waarbij natuurlijk ook mijn favoriet, de Rapala zeenaald niet ontbreekt. Ik start één km voor Point Jackson en vaar in lussen tot
tegen de branding en de zandbanken voor de kust. Dit tot ongeveer
13 uur, normaal de tijd waarop de Baracuda terug naar zee trekt. Maar dat
hoeven ze deze maal niet te doen, want van Baracuda geen spoor. Gans de tijd
ligt de visvinder aan, en slechts op een plaats is duidelijk vis tegen de bodem
te zien, voor de rest alleen vis tussen twee waters. In de namiddag ga ik dan
ook nog naar die plaats om er op de
bodem te vissen. Vis zit er wel, maar weeral zijn het kleintjes. Als ik
uiteindelijk een mooie run krijg op de karperhengel krijg ik weer hoop. De dril
is erg spectaculair en de vis vecht tot het laatste moment maar deze maal is hij
de verliezer. Het is een mooie Carp noir, een exemplaar van 3.800 gr. Een
gewicht dat ik voor Carpe noir nog nooit wist te behalen, dus opschrijven maar. Nu vlug terug inleggen, want meestal zwemt deze vis in groepjes. Maar ook
dit blijkt deze maal ijdele hoop. Verdere beten blijven uit en daarbij komt
er zoveel zeewier binnendrijven met het opkomende water dat vissen
onmogelijk wordt en ik besluit terug te varen, toch nog een trip van zeker 1.30
uur.
Die avond is er disco in het aangrenzende dorp. |
Carpe Noir 3.8 kg |
|