|
Mei 1980
Klik op de foto voor
een vergroting
|
Dit is mijn eerste echte buitenlandse vistrip. 5 dagen vissen. Ik boekte samen met enkele vrienden via
een reisorganisatie. Met het vliegtuig van Zaventem naar Dublin, waar
een huurauto op ons stond te wachten. Ons uiteindelijk doel was de
omgeving van Belturbet in het noorden. Ons hotel: Kilbracken
Arms in het dorpje Carrigallen. Een lief, huiselijk hotelletje met een
kleine pub, waar de uitbater alle moeite deed om ons een volgens hem
goede stek aan te wijzen. Het hotel zorgde ook voor enkele roeiboten op Caradise lake. |
|
Caradise lake
was dan ook de eerste plaats die we opzochten. We tuigden onze spinhengels op en enkele minuten later maakten we onze eerste
worpen vanaf de oever. De eerste vis die Luc haakte verspeelde hij
samen met zijn spinner na een tweetal minuten. Een vis van zeker 5-6 kg. Althans
dat dacht hij, tot hij op een van de volgende worpen terug een snoek drilde, en deze ook binnenhaalde. Het bleek de snoek van daarnet, met de zopas
verspeelde spinner in zijn bek. Gewicht 2kg. Daaruit blijkt alleen al hoe fel
de Ierse snoeken kunnen vechten tijdens de dril. Het ontbrak Luc zeker niet aan
ervaring bij het drillen van snoek en snoekjes en toch was hij in de
overtuiging een ruim grotere vis gehaakt te hebben. |
|
De volgende twee dagen vissen we hoofdzakelijk slepend op snoek met grote pluggen, rapalas drijvend en licht zinkend in de
grootste maten. De hengels die we hierbij gebruiken zijn karperhengels
met dito molens, gevuld met 30/00 nylon. We vangen in die twee dagen talrijke
snoekjes, ongeveer een 40 tal, en dit met twee boten. Tussendoor vangen
we als afwisseling regelmatig een mooie baars. Maar echt groot zijn de vissen
niet, zo tussen de 2 en 5 kg. Van metersnoeken is er zeker geen sprake. Op het
eind van dag twee besluiten we dan ook even de omgeving te verkennen, en enkele
andere plaatsen te zoeken. |
|
De volgende morgen proberen we in
Annagh lake, gekend voor een goed bestand van bruine forel. Eerst halen we de
vliegenhengels boven, maar met weinig ervaring in het vissen met nimf
of natte vliegen en straemers op een meer, lukt het ons niet om ook maar een aanbeet
van forel te krijgen. Wel vang ik er enkele baarsjes. Iets voor de
middag veranderd het weer en krijgen we de volle laag van een stortbui. Bij het begin van de stortbui, en dit gelijk oplopend met de grens
tussen nat en droog beginnen er plots overal forellen te springen. Geen
echt grote exemplaren, maar wel honderden stuks. Enkele minuten later
ligt het meer er weer rustig bij, en van de forellen terug geen spoor
meer. We besluiten het dan ook met verzwaarde spinners te proberen, alhoewel ons assortiment hierin beperkt is. Het duurt niet lang of we
krijgen de eerste beten, van fel vechtende forellen. Ook nu zijn het
geen echt grote exemplaren, maar na 4 uur vissen zonder noemenswaardige
beet zijn we reeds best tevreden. Hoeveel we er gevangen hebben ? we
raakten de tel kwijt, maar zeker tussen de 20-30 stuks per persoon. Om
14 uur in de namiddag hielden we het voor bekeken. De rest van de dag
reden we rond op zoek naar iets beter en probeerden we
nog verschillende kleinere meertjes uit, met zo nu en dan een
klein snoekje, maar zeker niet iets om over naar huis te schrijven.
|
|
Tijdens het rondrijden gisteren stopten we aan
een brug, waaronder een langzaam stromende rivier liep. Op sommige plaatsen
mooi begroeid met lissen en waterlelies. Het eentonig slepen met pluggen
moe, en wetende dat een water als dit ons meer zou liggen, besloten we
het hier te proberen. |
|
Onze spinhengels met 20/00 draad werden opgetuigt
met onverzwaarde spinners voorzien van een koploodje en spinstang, en s'
morgens vroeg waren we reeds ter plaatse. Langs de ene kant van de brug
versmalde de rivier in een aangelegde bedding, en was de stroom stukken sterker. De andere kant was over een lengte van 2 km zoals op de foto hierboven,
daarna was het terug iets smaller en minder begroeid. De volgende twee dagen
visten we hier met veel plezier. Ook nu waren ze niet echt groot de snoeken,
maar ze gaven sport van de bovenste plank. Achter iedere hoek en bij
ieder groepje waterplanten wisten we er een te vangen, zowel vlak bij de oever
als vanaf de overkant. We hadden afgesproken deze maal elk onze vissen te
tellen en er een onderlinge wedstrijd van te maken. Alleen snoekjes
boven de 2 kg telden mee. Ik kwam er als winnaar uit de bus met een record dat
ik nooit meer verbeterde, namelijk 55 snoekjes op de twee dagen. De anderen deden het heus niet veel slechter, en Johan was tweede met 52
stuks. De grootste die we mochten vangen was 8 kg, maar het gemiddelde was
tussen de 3 en 5 kg. Stuk voor stuk vissen die pas stopten met vechten en
springen als ze op de oever lagen. En hiermee was deze eerste vistrip toch nog
geslaagd te noemen, en voor herhaling vatbaar. |
|
|