|
Deel 1
Klik op de foto voor een
vergroting |
Het idee voor een vistrip naar dit prachtige
en vriendelijke land kreeg ik bij een ontmoeting met de heer Pieters, een Belg
die er een hotel uitbaat. Aan de basis lagen zeker de aantrekkelijke prijs, de
taal in het land (Frans), het klimaat, de weinige toeristen, en de
vismogelijkheden. Ondertussen zijn we reeds zes Senegal vistrips
verder. Samen met mijn vriend Helmut, die er meestal bij was, een enkele
keer met mijn broer of met mijn zoon Bart. De reservatie en het boeken van de
vlucht deed ik de eerste jaren zelf. De laatste 2 jaar boekte ik echter via een
reisbureau omdat dit toen voordeliger, uitkwam. Voor verdere informatie zie info
algemeen.
Het is niet de bedoeling u hier van iedere dag een verslag te geven, maar
genoeg info te verstrekken om u een idee te geven van onze ervaringen, waar u
in de toekomst zelf u voordeel kunt mee doen mocht u ooit in Toubacouta stranden. |
Dakar
Toubacouta |
Na een vlucht van ongeveer 6 uur vanuit
Zaventem of Parijs land je veilig in Dakar, hoofdstad van Senegal, een
havenstad aan de Atlantische oceaan en bij ons gekend door de rally Parijs-Dakar. Na aankomst kunt u al of niet een nacht of zelfs een dag in Dakar blijven.
Indien u ook een Big-game trip plande is dit de gemakkelijkste manier. Omdat
Helmut het fenomeen zeeziekte aan de lijve ondervindt deed ik dit
slechts 3 maal.
Daarna volgt een zuidwaartse trip naar de brousse van circa 250
km of 5 uur doorheen een bijzonder mooi Senegalees landschap met de typische
baobab bomen en de ontelbare termietenheuvels, afgewisseld met de drukte
van Senegalese dorpen. |
|
Op het einde van de rit kun je met een
genoeglijke zucht het brousse stof afspoelen onder de douches van hotel "Les Palétuviers" in Toubacouta, een dorp in het land van Fatek. Dit comfortabele
in Senegalese stijl opgetrokken hotel ligt midden in wat de Senegalezen de
brousse noemen, maar wat voor mij het enige echte Senegal is. |
Het hotel: vissteiger/kamers/binnenplaats/bar/zwembad
|
Het hotel ligt aan de oever van het
uitgestrekte deltagebied van de Saloum of de "regenrivier". De
watermassa in de delta wordt hoofdzakelijk geregeld door de getijdenwerking van
de Atlantische Oceaan, en hiervan is het leven en het vissen in dit gebied dan
ook sterk afhankelijk. De Sine Saloum delta is een geheel van eilanden,
gescheiden door meanderende stroomgeulen, met een diepte die varieert van 50cm
tot -27 meter afhankelijk van het getij, omgeven door mysterieuze mangrove bossen. Het zijn juist die
mangroven die zorgen voor het rijke visbestand. Tientallen verschillende
vissoorten komen tussen de beschermende wortels paaien, gevolgd door de
roofvissen die op het uitkomende en jonge visbroed komen jagen. Om een idee te
vormen van hoe visrijk dit gebied is, volstaat het te weten dat de inheemse
bevolking nagenoeg uitsluitend leeft van de visvangst en een vrij klein deel
van het toerisme. Ze vissen hoofdzakelijk met netten in familie of dorpsverband, of individueel met om een plankje gewikkelde visdraad, als aas
vis of garnaal, dat ze ofwel continu in beweging houden, of stilliggend op de
bodem vissen, waarbij ze het uiteinde van de vislijn tussen hun tenen wikkelen als
beetregistratie als ze slapend vissen. Wat hun bij een extra zware aanbeet soms
hun teen kost.
Bij onze verschillende vistrips maakten we zoals steeds vaak
kennis met Belgische en Nederlandse vissers, die met dromen over kapitale
vangsten naar Senegal gelokt werden. Soms op doorreis met een korte stop aan de Saloum om die ene wonderbaarlijke visvangst van hun leven mee te maken.
Materiaal en uitrusting waren vaak ontoereikend. Sommigen hadden zelfs nog
nooit een vis van enkele kilo gevangen, maar allen komen er met veel
goede moed. Zelden zagen we ze terug om over hun vangsten te praten. Zoals bij
iedere vistrip is een goede voorbereiding en de nodige basiskennis vaak
onontbeerlijk, en zelfs dan volgt er vaak een teleurstelling als de vangsten
tegen slaan. Hoewel dat in Senegal minder voorkomt, zeker als men er meerdere
dagen vist, vangen ook wij sommige dagen geen enkele vis van formaat. U moet
steeds voor ogen houden dat zoals overal, er meer kleine dan grote
vissen rondzwemmen, en dat ook hier een tikkeltje geluk noodzakelijk is. Maar
of u nu veel of weinig vangt, tracht er zoals wij ten volle van te genieten, en
zelfs een visje van amper 1 kg heeft in de Sine Saloum sport voor een karper
van 5kg hier in onze gewesten. |
We vangen tientallen verschillende soorten, velen waar we niet eens de naam van
weten, ook al omdat we
geen zeevissers zijn.
|
Visdagboek van enkele stekken:
Een visdag start met het ontbijt dat we na afspraak met het hotel als eersten
omstreeks 7-7.30 uur kunnen nuttigen. De boot komt om 8 uur aanleggen aan de
vissteiger van het hotel. Eventueel middagmaal en materiaal inladen, en weg
zijn we. De visplaats moet u bereiken voor het wisselen van de getijden, dus
hou hier rekening mee. Indien u van plan bent om naar een afgelegen plaats
zoals point jacson te gaan moet u zeker reeds om 7 uur vertrekken. Dan
vraagt u in het hotel om een ontbijt klaar te zetten. Wij vissen dan gewoonlijk
non stop tot omstreeks 18.30 uur. Hou er rekening mee dat het om omstreeks
19 uur nacht wordt, en dit in enkele minuten. Dan vraagt het
terugkeren de nodige voorzichtigheid van de schipper, en wordt de snelheid
gereduceerd, zodat u dan soms vrij lang op weg bent. Neem voor de terugweg
zeker warme kleding mee, soms wordt het vrij koud.
Het avondmaal nuttigen we om
20.30 uur, waarna er gewoonlijk nog wat ontspanning volgt onder de vorm van
folkloristische dansen, vechtsport (lutte), of gewoon in de bar napraten.
Een normale dag Ile paradise
We zijn zopas aangekomen bij Ile
paradise, iets voor afgaand getij. De prauw is zo verankerd dat we op de
aflopende helling naar de diepte toe kunnen vissen. De bodem hier bestaat
hoofdzakelijk uit zand met hier en daar rotsen. Helmut en ik leggen elk 2
karperhengels uit, vissend op de bodem met nylon onderlijn. 1 hengel in de
steun, beaast met een stuk vis, de ander in de hand, beaast met een grote
garnaal. Beide lijnen worden met de stroom ingeworpen, en de lijnen strak
gespannen. Weldra volgt de eerste beet. Dat gaat gewoonlijk als volgt: een of
meerdere korte tikjes op de top, waarna de top, vaak met een felle ruk 90%
uitslaat. We landen verschillende vissen en vissoorten, maar geen enkele vis
weegt meer dan 1kg. Na een uurtje vissen valt de stroom weg, tijd om te
verkassen naar de overkant van de onderwaterput. Terug ankeren. We vissen nu
wel, maar door de getijdenwerking krijgen we de lijnen niet strak, dus met één
hengel verder vissen tot er wat stroming komt. De vissen willen echter niet
meer. Met de dieptemeter naar een andere plaats gezocht. Een grillige
rotsbodem ziet er veelbelovend uit. Pas ingeworpen krijgen we de eerste beten,
het blijken katvissen te zijn. Soms komen ze hier massaal voor in een gewicht
tot 1.5kg. Het zijn echte veelvraten, en laten andere vissen vaak geen kans. Na tientallen aanbeten houden we het voor gezien en verkassen nogmaals. Op
goed geluk werpen we uit. De eerste aanbeten die we krijgen resulteren in
gebroken lijnen, alhoewel het geen echt grote vissen waren. De nylon onderlijn
vervangen door staaldraad, en jawel de eerste vis is een carp rouge. Met hun
tanden kunnen ze in geen tijd de lijn stukbijten. Maar na enkele vissen
valt het ook hier stil. Ondertussen is de stroming volledig stilgevallen. We
verkassen in de volgende uren nog verschillende malen, met wisselend resultaat, maar nooit echt mooie vissen. Ondertussen is het reeds ver in de namiddag,
en begint de volgende getijdenwerking. Bij de zandbanken zien we kolken
ontstaan door de stroming. De plaats voor Ombrines. Ik vang er enkele
kleintjes, dan krijgt de bijlegger een klap, in een seconde tijd staat de
hengel tot in het handvat gebogen, de slip giert het uit. De volgende seconde
ligt de hengel in mijn handen en zet ik de haak.
10 minuten later gaft onze schipper
een mooie ombrine, we schatten hem over de 5 kg. Enkele minuten later krijgt
Helmut een identieke beet, helaas is de vis ditmaal de winnaar. Het volgende
uur vangen we nog verschillende vissen, ongelukkig genoeg alleen kleintjes. de
stroming valt stil, en we besluiten terug te varen, het is 19 uur.
|
,
Ombrine
Serpent de mere
carpe rouge |
Grand fosse
De grand fosse is een grote put van
enkele km juist voor de monding van de zee. Er zijn plaatsen met gaten tot 26m
diepte. Ergens middenin staat een flink hoge rots. Eenmaal kregen we die op de
dieptemeter te zien, omgeven door reuzenvissen. De rots is echter zo smal dat we
wel weten waar ze ongeveer staat, maar we ze nooit meer terugvonden. Verder is de bodem vrij rotsachtig en grillig. Op sommige
plaatsen zijn er zandbanken en hier is vissen vrij zinloos. Mijn eerste
kennismaking met de mysterieuze vissen op grand foss was desastreus voor mijn
hengel. Een meervalhengel was als bijlegger beaast met een flink stuk
vis, rechtopstaand geplaatst in een gat dat in de voorste zitbanken was gemaakt, en dienst doet als primitieve hengelsteun.
Ondertussen vangen we met de
karperhengel katvis tot 1.5kg, kapitein en ombrines van klein formaat
0.5kg.
Plots gierde de slip van de bijlegger en plooide hij tot in het handvat. Voor ik de kans zag de hengel uit het gat te nemen, brak deze juist boven
het handvat in stukken. Nog een korte ruk, en weg was de vis. Op de spoel
ontbrak zeker 50 meter draad. Onze volgende kennismaking met een reuze
vis gebeurde een van de volgende dagen. Voor alle zekerheid visten we nu nog
enkel met de zeehengels op die plaats. Helmut kreeg een beet en haakte de
vis, die er onmiddellijk vandoor ging. De spoel begon verontrustend leeg te
komen, zodat we besloten met de boot te volgen. De dril speelde zich steeds om
en bij de bodem af, zonder dat de vis zich ook maar eens vast zette. Het was
dus zeker geen grote rog. Hij kan steeds enkele meter draad binnenpompen,
om er onmiddellijk daarop terug 10 meter te moeten toegeven.
Dit gedurende zo'n 1.30 uur. Dan vraagt Helmut of ik wil overnemen. Iets tegen
mijn goesting stemde ik na enkele tijd toe. Tot mijn verwondering kan ik de vis vrij gemakkelijk
naar boven krijgen. Te eenvoudig blijkt, want de volgende seconde valt de
lijn slap zonder merkbare reden. Bij controle van de lijn blijkt deze volledig
uitgerafeld te zijn. Waarschijnlijk schuurde ze gedurende de dril teveel tegen
de onder en zijkant van de boot ? Wie zal het ooit weten. Wel wist ik dat we
dit in de toekomst moesten vermijden door bij grote vis op de top van de boot
plaats te nemen, zodat de lijn nooit meer onder de boot zou komen.
Maar met de
speciale top van een pirogue is ook dat niet zo evident.
|
Een rog met licht materiaal is altijd de moeite waard
Dagvangst van
pijlstaartroggen.
|
Maar op de Grand Fosse kan het ook
normaal. Het is de ideale plaats voor het vangen van roggen tot
+15kg maar ook veel grotere, en enkele stuks per dag is zeker geen uitzondering, met kans op nog
grotere vissen. Aan een karperhengel gaat het als volgt: de aanbeet,enkele
korte tikjes en daarna het uitbuigen van de hengel waarbij men de haak zet. De
rog neemt vervolgens een tiental meter draad, waarna hij of zij zich steevast
in het zand begraaft. Met de nodige druk en pompen komt de vis zo nu en dan van
de grond om zich enkele meter verder terug in te graven. Dat spelletje duurt
soms 30 tot 60 minuten, afhankelijk van vis en visser, tot de vis het
uiteindelijk opgeeft en langzaam maar zeker, meter per meter
binnenkomt. Wanneer de vis dan aan het oppervlak komt en in de boot getakeld
wordt is de voldoening niet te beschrijven. Met zware zeehengels en dito
materiaal is het vaak mogelijk de vis bij aanslag enkele meter boven de grond te
takelen. Daarna is het alleen nog een kwestie van niet toe te geven. De dril (ik noem het takelen) is dan vaak in 5 minuten afgelopen.
|
Video verslag vissen Senegal:
https://youtu.be/TDnR2V-DcYA
|
|
|