|
Deel 1
Klik op de foto voor
een vergroting |
De eerste kennismaking
Eerder toevallig ontdekte ik dit visreisprogramma op een reisbeurs. Het
sprak me toen wel aan, en ik hield het bij. Twee jaar later was dit plots een
mooi alternatief. In de brochure van "Educa reizen" zijn
verschillende mogelijkheden te vinden,
maar mijn ervaring is dat Educa reizen erg flexibel is en aanpassingen of
wijzigingen, zowel in vertrekdatums of andere visplaatsen, bijna altijd
mogelijk zijn.
Zelf deden we dit ook. Verder was er weinig informatie te
vinden over het vissen in Suriname. Een oppervlakkige reportage in Beet,
De sportvisser of Panorama bracht ons alleen op het verkeerde been waar het onze
materiaal keuze betrof. Dus voor het benodigde materiaal, hengels en viswijze, verwijs ik je graag naar deel twee van vissen in Suriname. Verder viel de
prijs voor deze visreis best mee. Voor recente prijzen verwijzen we graag naar
de site van Educa reizen.
Wij zelf vertrokken op 23/09/2005 tot 05/10/2005.
De verschillende viswijzen, plaatsen, of het materiaal komen
niet voor in de dagverslagen, maar vindt u in de aparte hoofdstukken.
Beste periode om in Suriname te vissen is het droog
seizoen, bij lage waterstand. Vanaf half september tot en met november is het
best.
Bij Blanche Marie komen de Tijgermeervallen alleen voor in het
voorjaar als ze hier komen paaien.
Dag 1
Onze hengelspullen zitten hoofdzakelijk in de koffers (25kg) om problemen
met de veiligheidscontroles op de luchthaven te vermijden. De handbagage is
gevuld met kledij tot het maximum toegelaten gewicht van 10 kg. Na een
treinreis van ruim 3 uur komen we op Schiphol aan. Het vliegtuig vertrekt
omstreeks 11 uur. De voorzorgsmaatregel die we genomen
hadden voor onze bagage blijkt geen overbodige luxe, zelf de handbagage moet op
de weegschaal. Maar gelukkig komt het niet op die ene kilo die we teveel
bijhebben. De acht uur durende vlucht met Suriname airways verloopt vrij vlot,
daarbij is het eten echt lekker, en als u weet dat ik vliegtuigkost bijna
nooit lekker vindt zegt dit genoeg. Bij aankomst is er een tijdsverschil van 5
uur terug. Een busje van het hotel wacht ons op en in het hotel aangekomen
krijgen we telefoon van Frank, het hoofd van de plaatselijke tourorganisatie in Suriname.
We spreken af om 20 uur, ruim tijd om ons te verfrissen en onze bagage te
reorganiseren. Precies om 20 uur komt Frank ons oppikken. Hij neemt ons mee naar de
uitgangsbuurt waar we enkele biertjes achteroverslaan begeleid door satés van
kip. We eten achteraf nog bitterballen terwijl Frank vol vuur verteld over
Suriname. Als frank vertrekt blijven we nog even rondhangen, genietend van de iets koelere nachtlucht en de Caribische sfeer.
|
Paramaribo. 1 Zicht uit vliegtuig. 2 Zicht vanaf onze
hotelkamer. 3 Historische gebouwen
|
Dag 2
Het is pas 3 uur als ik reeds wakker ben, toch breng ik het op om tot zes
uur te blijven liggen, waarna we in het hotel ontbijten. Dat kan hier vanaf 6
uur 's morgens, ideaal dus voor vissers. Om 9 uur komt Frank ons oppikken voor
de sightseeing tour in Paramaribo. We rijden wat rond door de stad waarbij we
een indruk krijgen van de stad. Daarna gaan we
te voet door de plaatselijke markt. Frank toont er alle vreemde groenten en
geeft er de nodige uitleg bij. Hij koopt ook allerlei vruchten, die we die
middag aan de rivier, waar we Indonesisch eten, als dessert verorberen.
Na de maaltijd nemen we afscheid van Frank en gaan op zoek naar een mogelijkheid
om de rest van de dag te vullen met vissen. We spreken op de rivieroever een
schipper aan en komen een prijs overeen om zijn boot de rest van de dag te
huren. De prijs 250 sd bleek later aan de hoge kant te zijn, de helft was meer
dan voldoende geweest. We betalen nog 10 sd voor garnalen en hetzelfde voor wat vis. Om 15 uur vertrekken we met de
afspraak tot 20 uur te vissen. Omdat de tijd beperkt is, gaan we niet te ver
de rivier op, slechts een half uurtje varen richting zee aan een gezapige snelheid. We
vissen op de bodem met schuiflood en vangen vier verschillende soorten katvis.
De visser noemt de ene gele katvis, waar er blijkbaar 2 soorten van zijn, de
andere is een grijze katvis, en nog een andere is barbaman. Verder nog een
kogelvis die men Bosrokoman noemt. Alle vissen wegen ongeveer 1/2 kg met hier
en daar een uitzondering die iets groter is. In totaal vangen we ruim boven de
30 stuks, waarvan Helmut die met iets lichtere lijn en kleinere haken vist,
ruim 2/3 voor zijn rekening neemt. Om 18.45 uur komt het echter donker zodat we
verplicht zijn terug te keren. Het is dan ook reeds pikdonker als we in de
haven aanleggen. Die avond eten we een steak in de gril aan de uitgangsbuurt. |
|
Dag 3
Op ons programma staat "Riviermondvissen bij Braamspunt ". We maken voor
het eerst kennis met Norman Macintosh, onze visgids.
Norman, die zelf een
verslaafd visser is, zal ons op iedere visdag, dus zowat de volledige reis
begeleiden. We vertrekken om 9.30 uur met de wagen naar de overzetplaats van de
boten aan de rivier. Vanaf daar varen we richting zee. Na een
halfuurtje varen maken we de boot vast bij de eerste netten die in het water
hangen. Meer uitleg over het waarom en hoe vind je terug in
het technisch gedeelte. Daar proberen we kleine katvis van ongeveer max 10 cm
te vangen, deze moeten later dienst doen als aas. Maar zoals steeds vangen we
dan meestal juist de grotere exemplaren. Uiteindelijk lukt het ons toch om
onder de boot met kleine garnaaltjes wat kleintjes te vangen. Het is
bijna 11.30 uur als we verder varen naar Braamspunt, waar we nog aanleggen in
het vissersdorp om wat verse garnalen en kleine visjes te kopen. Het is precies
12.30 uur als we starten met vissen op de grotere exemplaren. Zoals overal op
zee is dit uur sterk afhankelijk van het getij, en ben je het best ter plaatse
juist voor het wisselen van de getijden. We leggen twee zware hengels uit, met
als aas een katvis, terwijl we verder vissen met een lichtere hengel en
garnalen. De ene katvis na de andere komt aan boord, en zowel de schipper als Norman hebben er de handen aan vol om de gevangen vissen te onthaken. Zelf doen
we dat niet, omdat alle katvissen over drie gevaarlijke stekels beschikken.
Dat dit geen onnodige voorzorgsmaatregel is, blijkt, als Norman plots een
stekel in zijn handpalm krijgt. Zelf krijg ik op dit moment een run op de
zwaardere hengel, die ik door de consternatie mis. De stekel die bezet is met
weerhaken is zeker twee centimeter diep in de handpalm binnengedrongen. Herman
trekt deze er met veel moeite uit, en wij ontsmetten het geheel. Het gif
begint echter zijn werking te doen, en Norman voelt de pijn tot in zijn
schouders. We besluiten dan ook terug te varen zodat Norman naar het ziekenhuis
kan voor een tetanus injectie en verzorging. Achteraf vertelde Norman ons dat
dit zijn eerste en hopelijk laatste kennismaking was met de stekels van een
katvis, en dit ondanks uiterste voorzichtigheid en jaren ervaring. De
pijn duurde tot ongeveer 4 uur ondanks het nemen van een pijnstiller. Zelf
verloren we hierdoor de beste uren vissen, maar het zij zo. Twee uur later
waren we terug op dezelfde plaats waar we ondanks alles nog iets wilden vangen.
En vangen deden we. Circa 50 kleine katvissen en een kogelvis. Daarbij
kreeg ik nog een beet op de zwaardere hengel met een kleine vis als aas. Na de
run en het aanslaan, bracht ik een katvis naast de boot van ruim 7kg. De
schipper noemde hem Komcouma. De vis zelf verspeelde we toen de schipper hem
aan de lijn uit het water tilde. Voor mij telde hij echter als binnen, en was
dit ondanks alles toch nog een geredde dag.
|
|
Dag 4
Vandaag vertrekken we naar Blanche Marie en de Nickerie rivier, een trip van 8/9 uur met de
wagen over grotendeels zandwegen. Onderweg zie je niet anders dan oerwoud met
sporadisch enkele dorpjes. Deze zijn vaak niet meer dan enkele bouwvallige
hutten naast de weg. Verder zo nu en dan een kreek en een rivier, vaak met bruggen
in een voor ons bedenkelijke staat. Een mooie maar vermoeiende trip door het
continu heen en weer slingeren in de wagen. Maar uiteindelijk komen we om
ongeveer 15 uur aan in de Lodge van Blanche Marie. Het geheel ziet eruit als een
aaneengeknutselde bouwval van kleinere gebouwen. De kamers zijn echter proper
met een gezamenlijk toilet en douche even buiten de kamer. Het uitzicht over de
rivier maakt echter veel goed, en na het uitpakken staan we dan ook enkele minuten
later aan het water met een spinhengel. Ik krijg er enkele beten, meestal vlak
na het inwerpen tegen de overkant. Het lukt me echter niet om ook maar een vis
te landen, ze weten zich allen met veel capriolen los te schudden. Veel tijd hebben we echter niet, want Norman neemt ons mee naar de
watervallen. Hier vissen we op Anjoumara, een prehistorische uitziende vis,
met een gevaarlijk gebit. De meeste vissen hier hebben trouwens altijd wel
gevaarlijke tanden, stekels of iets anders onaangenaam om mee
kennis te maken. Omdat er hier
volop takken op de bodem liggen vissen we met dobbers. (ook al iets dat we
niet bij hadden), met als aas stukken vis. Norman vangt binnen enkele
minuten zijn eerste vis. Een Anjoumara van ruim 4 kg. In totaal wist Norman
drie vissen te landen die avond. Dat was trouwens typisch voor Norman, hij
toonde u hoe te vissen door steeds de eerste vis weg te vangen. Probeerde hij
een nieuwe plaats, dan zij hij: ik kijk eerst even of ze er zitten, waarna
hij een vis ving en wij daarna mochten proberen of er nog meerdere waren. Later
sprak ik hem er over aan, maar hij hing er niet echt op in, met als resultaat
dat ik daarna steeds probeerde voor Norman in te leggen, waarvoor je soms enorm
rap moest zijn. Zelf kreeg ik die avond twee beten, waarvan ik een vis
verspeelde omdat ik hem uitdrilde en daarna over de rotsen moest binnentakelen,
en hij
alsnog wist te ontsnappen. De tweede was iets makkelijker te landen omdat
ik op dat moment plat op de oever stond. Beiden waren ongeveer
identiek van gewicht: circa 4 kg. De anjoumare is een felle vechter die door
springen en schudden met het hoofd meer dan eens de haak loskrijgt. De enige
manier om dit niet tegen te komen, is hem zoals Norman doet, met zwaar
materiaal binnen takelen, maar daar moet je dan ook zelf voor kiezen. Aan mij
is deze manier niet echt besteed, maar het is wel het effectiefst. Helmut mist
zijn eerste vis, en krijgt daarna geregeld beet van een sidderaal die steeds een mooi
rondje uit zijn aasvis eet, maar niet te vangen is aan deze grote haken. Als
het begint te schemeren stoppen we met vissen en keren terug voor het
avondmaal dat door Norman bereid wordt. Na het eten kunnen we het niet laten om
nogmaals naar de rivier te trekken. Achter de laatste hut van de lodge is een
iets diepere plaats in de rivier, en gewapend met een olielamp en hoofdlampen,
willen we hier nog enkele uren vissen. Zelf probeer ik het met kunstaas, maar
dat blijkt in het donker niet goed te werken. Bij de twee beten die ik kreeg was
ik steeds te laat met aanslaan. Helmut start met een dobber en ook dat werkte
niet bij gebrek aan licht. Daarna koos hij voor een schuiflood op de bodem. Nu
krijgt hij wel geregeld beet,
maar ondanks de stalen onderlijn word deze keer op keer overgebeten. Met
veel moeite lukte het ons toch, door vlug aan te slaan, een vis te landen. Het
is een Piranha van ruim 1 kg, niet verwonderlijk dat onze toch dunne
stalen onderlijnen overgebeten werden, zeker als je het gebit van zo'n kereltje
bekijkt. Om 1 uur krijgen we problemen met onze lampen, zodat we verplicht
zijn te stoppen, en niet verder kunnen experimenteren.
|
Weg naar Blanche Marie - Zicht vanaf onze kamer in de lodge
Mijn eerste Anjoumara, en het onthaken.
|
Dag 5
Norman neemt ons vandaag mee in het bos ! Wat wil zeggen dat we via
bospaden met de wagen zo dicht mogelijk bij de rivier parkeerden. Daarna volgde
een tocht door de jungle over en tussen lilianen en doornstruiken van ongeveer een half uur. Het te volgen pad was vaak niet echt te
zien, en verdwalen was beslist niet uitgesloten. Bij een temperatuur van meer
dan 40 graden beslist geen ontspannende tocht. De visplaatsen die we hier
aandeden waren mooi, maar voor drie vissers vaak te beperkt in omvang. Daarbij
waren onze hengels veel te lang en te fragiel om er mee door de jungle te
wandelen. Om de minuut bleven ze wel ergens achter een doornstruik vast hangen. Herman zijn korte en stevige boothengel was hiervoor beter geschikt. Daarbij
namen wij veel te veel materiaal mee, ikzelf zelfs twee hengels en een reuze
tas kunstaas. Zo deden we een drietal plaatsen aan, waarbij we in de diepere
gedeelten met een dobber en visaas de vis trachten te verleiden.
Resultaat: Norman 2 vissen, ik 1 vis. Allen Anjoumara van circa 4 kg.
Omstreeks 3 uur waren we terug in de lodge, waarna we in de nabije rivier nog wat
met kunstaas visten. Resultaat 3 Piranha's en enkele missers.
|
|
Dag 6
Vandaag gaan we met een Kano de rivier stroomafwaarts af. Een kleine motor van
5 PK moet ons de terugweg iets gemakkelijker maken. Als we de boot zien,
hebben we onze bedenkingen over de stabiliteit. Vissen vanaf de boot is reeds
bij voorbaat uitgesloten. In laatste instantie besluit ik nog de bagage in een
plastiekzak te stoppen, wat achteraf een goed idee bleek te zijn.
De rivier is
hier afwisselend ondiep met kleine stroomversnellingen, waarbij we soms uit de
boot moeten om deze over de rotsen te krijgen, en andere rustig stromende
diepere gedeelten. Bij de derde stroomversnelling loopt het echter al mis. De
houten kano gaat plots verkeerd door een stroomversnelling waarbij de neus van
de boot in de takken en bomen van de oever vast komt te zitten. Voor een
van mijn hengels is dit catastrofaal en breekt de top af. Ondertussen krijgt de
stroom greep op de schuin liggende boot en duwt deze in enkele seconden
onderwater. Terwijl Helmut de hengels tracht te redden, grijp ik de bagagezak
en de overige hengels en aas, de boot onderwijl tegenhoudend met mijn lichaam.
Met veel gevloek geraken we echter na een tijdje uit onze penibele
situatie en op het droge. Resultaat, een gebroken hengel, een doos met
negen pluggen, ons rantsoen, een deel van de drank en een machete kwijt.
Gelukkig bleef onze camera droog en was iedereen ongedeerd. Door dit
ongeluk beperkten we onze trip dan ook door de rivier slechts nog enkele
kilometer af te varen, over rustiger stroken weliswaar. Onze eerste en ook
verste aanlegplaats was een brede rivierbocht. Vanaf de oever visten we in het
diepere gedeelte van de buitenbocht. We deden dit zowel met dobber als
schuiflood. Geregeld kregen we beet, maar het was niet de verwachte Anjoumara, maar Piranha die ons aas nam. Na enkele vissen besluit Norman daarom terug te
varen. Stroomafwaarts de stroomversnelling waar onze boot zonk, proberen we
het nogmaals. Ditmaal in een inham zijwaarts van de eigenlijke stroom. Vanaf
enkele rotsen werpen we ons aas dicht tegen de oever aan met een dobber en
het aas op een diepte van 1.5 meter. Het is terug Norman die de eerste beet
krijgt, en een Anjoumara land van circa 4 kg. Ook helmut krijgt beet, maar
weer weet de vis te ontsnappen, ditmaal door zich vast te zwemmen in stenen en
struiken. Ik besluit daarop om de pin uit de dobber te verwijderen, en werp
deze nu als schuifdobber midden in het rustig gedeelte. Zoals bijna steeds als
er Anjoumara aanwezig is volgt de beet binnen de vijf minuten. Ik laat de vis
rustig het aas nemen, en sla pas aan als hij voor de tweede maal lijn neemt.
Onmiddellijk na het zetten van de haak besef ik dat het hier een iets groter
exemplaar betreft. De vis gaat enkele malen op hoge snelheid door de slip, de
runs zijn aan de korte kant, maar enorm krachtig. Als de vis voor de
eerste maal in al zijn glorie uit het water jumpt wil ik deze vis absoluut
binnen halen. De slip wordt iets vaster gezet, waardoor de vis iets minder
ruimte krijgt. Na enkele minuten en nog enkele vergeefse pogingen om de rotsen
of de struiken te bereiken is het zover, ik bewonder deze mooie vechter op de
kant. Precies 9.200 gram en 90 cm lang, een vis om U tegen te zeggen.
Daarna proberen we nog een drietal andere plaatsen uit, maar de vissen willen
niet meer. Om 14.30 uur leggen we terug aan bij de lodge. Norman wil om 16 uur
nogmaals proberen bij de watervallen, Helmut gaat mee, maar ik besluit om zelf
bij de lodge te vissen. De gemiste vissen van de vorige dag blijven me
intrigeren, en ik wil beslist tonen dat het zo niet kan. Op mijn eerste worp
zie ik een zwarte schim volgen, maar die mist de spinner. Tegen de verwachting
in is het op een van de volgende worpen wel raak. Een kleine Anjoumara van
circa 2 kg maakte het ondiepe water onveilig, en zag in mijn spinner een
lekkere hap. Voor de volgende aanbeten moet ik wat geduld hebben, maar zo rond
17 uur krijg ik geregeld aanbeten. De vissen presteren het echter om zoals de
vorige dag door jumpen het spinstangetje zodanig te verbuigen, dat de
sluiting opengaat, en de vis met de spinner weet te ontsnappen. Ten einde raad
besluit ik er een kleine drijvende plug (5cm) aan te knopen. Nu blijven
de vissen wel aan de haak, en hoewel niet groot, circa 20cm zijn het fanatieke
vechters. Norman noemde ze achteraf Moroko. Ik probeer enkele verschillende
plugjes uit, en met allen weet ik wel een vis te vangen. Pas als het
begint te schemeren valt de beet stil. Resultaat 6 vissen. Ondertussen zijn Helmut en Norman ook terug. De rivier bij de watervallen was door
de regen
verderop fors gestegen en de stroming maakte vissen daar onmogelijk.
Uiteindelijk mocht ik dan ook blij zijn met mijn keuze die namiddag. Die avond
bleven we wat napraten, waarbij we talrijke nieuwe ideeën opdeden voor
misschien een volgende vistrip.
|
Anjoumara 9.2 kg/90 cm - Moroko
|
|